Bachpartita'sPartita's nrs
Bachpartita's Partita's nrs. 1, 3 en 6 J.S. Bach Richard Goode (piano) - Nonesuch 7559-79698 Hoewel Johann Sebastian Bach zijn klaviermuziek op het klavecimbel, klavichord of orgel uitvoerde, wordt zijn klavieroeuvre sinds de negentiende eeuw hoofdzakelijk op de moderne piano gespeeld. Glenn Gould werd een icoon van Bach-vertolkingen op de concertvleugel, maar ook de huidige generatie pianisten blijft gefascineerd door Bach. De Amerikaan Richard Goode is naast een gedegen Beethoven-vertolker ook een Bach-fanaat. Vier jaar na zijn opname van de partita's 2, 4 en 5, verscheen van hem nu ook een cd met de partita's 1, 3 en 6. Goode slaagt er opnieuw in met een uitgemeten balans, een verscheidenheid aan kleuren en een goed gecontroleerde articulatie deze composities fris en helder te presenteren. De compositorische veelzijdigheid die Bach in deze gestileerde dansen tentoonspreidt, vereist de nodige flexibiliteit van de uitvoerder. Richard Goode heeft meer dan voldoende virtuositeit in huis om de Courantes, Gigues of Preludes te laten schitteren en ze bovendien met een heldere articulatie te verluchten. Maar ook met zijn interpretatie van de uitgesponnen melodieen in de Sarabandes kan hij begeestering wekken. Goode is een pianist die Bachs muziek met open vizier tegemoettreedt en zijn persoonlijkheid een bescheiden plaats wil geven naast de Bach-partituur. Zo creeert hij een boeiende uitvoering waarin hij alle technische bekommernissen overstijgt en de ziel van deze rijpe barokmuziek treft.(TE) Mozarts laatste symfonieen Symfonieen nrs. 39, 40 en 41 Fagotconcerto KV 191 Mozart Anima Eterna o.l.v. Jos van Immerseel ZZT 030501 Dankzij het platencontract van Jos van Immerseel met het Franse label ZigZag kunnen we opnieuw kennismaken met enkele projecten die Van Immerseel met zijn orkest Anima Eterna afgelopen jaren ook in de concertzalen presenteerde. Nu is er de dubbel-cd met de laatste drie symfonieen van Mozart en het fagotconcerto van Mozart. Mozart bereikte een symfonisch hoogtepunt in zijn drie laatste symfonieen die hij tijdens de zomer van 1788, drie jaar voor zijn dood, componeerde. In deze werken brengt hij een mooie synthese van de symfonische erfenis van Haydn en van zijn persoonlijke stijl met een stevige knipoog naar zijn opera's. In de 'Symfonie nr. 40 in g' die tot een van de meest geliefde symfonische werken uit het Classicisme uitgroeide, springt Mozart bijzonder creatief om met de bestaande klassieke vormen. In de 'Jupitersymfonie' verbindt hij op een geniale wijze het spontaan-melodieuze met het geleerd-contrapuntische. De blik door een historische bril die Jos van Immerseel op deze meesterwerken werpt, zorgt opnieuw voor een opwindend resultaat. Bij Anima Eterna komt de kleurenrijkdom van het instrumentarium uitstekend uit de verf en met een krachtige en dynamische interpretatie beklemtoont Van Immerseel de expressiviteit en vooral de moderniteit van deze werken. Uitvoeringen van de late Mozart-symfonieen op historische instrumenten zijn vandaag geen zeldzaamheid meer, de uitvoering van Mozarts Fagotconcerto is dat nog wel. Soliste Jane Gower krijgt een unieke gelegenheid om dit schitterende concerto in zijn authentieke klankkleurencontext te presenteren. Ze maakt van die gelegenheid tevens gebruik om aan te tonen dat virtuositeit bij Mozart slechts een van de vele middelen is waarmee ideeen en emoties gecommuniceerd kunnen worden.(TE) Meredith Brooks 'Bad Bad One' Go Entertainment/Gold Circle Records Wie uitpakt met een titel als 'Bad Bad One' moet op zijn minst met sterke songs uitpakken om nog enigszins geloofwaardig over te komen. Meredith Brooks liet zich zo'n zes jaar geleden opmerken met de sterke single 'Bitch'. Lekker dobberend in de golf van vrouwelijke singer-songwriters (die door het succes van Alanis Morissette plots een wereldwijd forum hadden gekregen) kon Brooks haar graantje van de hype meepikken. Misschien heeft die gemakzucht ertoe geleid dat ze daarna nooit meer hetzelfde commerciele succes kon smaken, wat meteen ook verklaart waarom ze deze cd in eigen beheer uitbrengt. Het grootste euvel van dit album is dat de songs verre van slecht klinken maar nooit echt de aandacht opeisen of een nieuwe dimensie aan haar carriere toevoegen. De trukendoos is snel opgebruikt, getuige songs als 'Crazy', 'High', 'Bad Bad One' of 'You Don't Know Me'. Steeds weer diezelfde intro die als opvangnet dient voor een lichtjes getormenteerde stem en steeds weer diezelfde gitaaruitbarsting om de in slaap sukkelende luisteraar toch nog een adrenaline-injectie te geven. Brooks weet hoe ze een song moet schrijven, maar klampt zich krampachtig vast aan een veel te eenzijdige formule. (DF) Steely Dan 'Everything Must Go' Reprise Records/Warner Een kleine drie jaar na het verschijnen van 'Two Against Nature' - Steely Dans eerste teken van leven na 20 jaar stilte - hebben Donald Fagen en Michael Brecker met 'Everything Must Go' hun negende studioalbum uitgebracht. Opgenomen in een - naar hun normen - ongelooflijk recordtempo van amper een jaar, krijg je naar goede gewoonte 42 minuten uiterst gesofistikeerde pop. Wat aanvankelijk frivool voorbij huppelt en geen noemenswaardige verrassingen in petto heeft, verandert na meerdere luisterbeurten in een benijdenswaardige sonische perfectie gecombineerd met de gave om een goed muzikaal verhaal neer te zetten. De 'groove' is nog steeds hun ding, wat meteen duidelijk wordt met opener 'The Last Mall, een r&b swingende jazztune waarin Fagen met zijn gekende cool de door consumerende Amerikaan aanmaant om snel de laatste inkopen te doen in zijn favoriete shopping mall voor het gevreesde Armageddon zal plaatsvinden. Het wordt nog mooier wanneer hij in 'Things I Miss The Most' in de huid van een gescheiden man kruipt en zich afvraagt wat hij het meeste mist: 'the talk, the sex, the love, somebody to trust_' of 'the Audi TT, the house on the Vineyard or the Gulf Coast_'? 'Godwacker' is dan weer zwanger van een dodelijk precieze beat, haarscherpe backings en schijnbaar achteloos gespeelde interventiesolo's terwijl Becker op 'Slang Of Ages' voor het eerst een zangpartij op zich neemt in het Steely Dan-oeuvre. De manier waarop hij door het gebruik van slangtermen indruk probeert te maken op een jong meisje is bijwijlen hilarisch. Met een legertje uitgelezen studiomuzikanten, vier producers annex studiotechnici zit elke noot, elke klank, elke beat of elke solo op zijn plaats, al moet je wel ruimschoots de tijd nemen om de knappe harmonische variatie te ontdekken in wat aanvankelijk als een losjes neergezette studio-oefening klinkt. (DF) Zbigniew Karkowski 'ElectroStatics' Post-Concrete De in Polen geboren veertiger Zbigniew Karkowski woonde ondermeer in Gothenburg, Amsterdam, Berlijn, Parijs en Los Angeles. Sinds 1994 huist hij in Tokio waar hij deel maakt van de ondergrondse noisescene. Karkowski beschouwt zijn nomadische leven en zijn vele reiservaringen als essentieel voor zijn erg uiteenlopende geluidsoeuvre. Afgestudeerd aan de conservatoria van Gothenburg en Den Haag en leerling van Iannis Xenakis (een korte, maar bepalende zomercursus), werkt Karkowski zowel in het genre van de hedendaagse gecomponeerde muziek als in industrial, noise en ander elektronisch experiment. Zijn eigen werken en vele samenwerkingen (met The Hafler Trio, Blixa Bargeld, Merzbow, John Duncan, enzovoort) stoelen op een strak concept, maar wijzen elk getheoretiseer van de hand. Volgens de man moeten we terug naar een pure vorm van luisteren. Het erg taaie 'ElectroStatics', een van Karkowski's minder frequente solowerken, biedt daar een mooie kans toe. Opgebouwd uit ondermeer onbehandelde geluiden van scanners, statische elektriciteit, kortegolfradiosignalen en de directe output van een antenne en een transformator, vereist 'ElectroStatics' een intense luisterbeurt. Maar wie zich deep-listeninggewijs aan dit meer dan 40 minuten durende werkstuk overgeeft, verdient er bij. Langzaam kruipt het nadrukkelijke, soms ondraaglijke knetteren en zoemen van dit album tussen je oren, dankzij de wisselende frequenties en klankintensiteiten: in het eerste deel gaat de toon zeer langzaam naar een lager frequentie- en decibelbereik; in het tweede deel komen ook voorzichtige sinustonen aan bod. Het erg sobere 'ElectroStatics' dient noise als een ritueel op. (IS) Alec Empire 'The CD2 Sessions' Alec Empire vs. Merzbow 'Live CBGB's NYC 1998' Digital Hardcore Recordings/ Zomba! Al jaren manifesteert de Berlijner Alec Empire via een veelheid van projecten zijn voorliefde voor gabberbeats en digitaal gestuurde noise. Met het viertal Atari Teenage Riot tracht hij de slagader van het popmuziekmedium over te snijden en politieke statements te maken; via zijn label Digital Hardcore Recordings steunt hij gelijkgezinde, agressieve artiesten en projecten zoals Heartworm of Careless Talk Costs Lives. Daarnaast produceert Alec Empire ruim tien jaar als soloartiest een qua kwaliteit erg wisselvallige catalogus. Het probleem met het goedbedoelde werk van de Duitser is dat het allemaal weinig beklijft. Hoewel zijn technoide solo-output bewust naar het onderkoelde lonkt, blijven de tracks van Empire vaak enkel steriel en zielloos. Vandaag verschijnen twee liveplaten van de Duitse dertiger, beide gevat in spuuglelijke hoezen. 'The CD2 Sessions' is een opname van een soloconcert in Londen eind 2002, 'Live CBGB's NYC 1998' documenteert een ouder concert aan de zijde van de Japanner Masami Akita ofte Merzbow. Empire's Londense liveset opent met een duistere triphopsfeer en verglijdt van strak aangesnoerde maar catchy industriele techno over big- en breakbeats tot metalige, licht verontrustende ambient. Een nogal middelmatig werkstuk met een povere verbeeldingskracht waar weinig valt op af te dingen. Bijzonder is echter Empire's samenwerking met het undergroundicoon Merzbow. Ook op het rauwe 'Live CBGB's NYC 1998' zijn clichematige ritmepatronen uit de elektronische dansmuziek in een nadrukkelijke somberheid te horen - iets waar Empire een patent lijkt op te hebben. De combinatie met uit metalsamples gedestilleerde noisebrokken van de Japanner zorgt echter voor een onverwacht explosief potje: 'Live CBGB's NYC 1998' bouwt sonore stormen op die de luisteraar naar de dansvloer dwingen. (IS) Drie ep's Mauro Pawlowski and the Grooms 'Ghost Rock E.P.' Future Archive Networks/PIAS Pinback 'Offcell' Touch & Go/Southern/Bang! John Cale '5 Tracks' EMI Ep: het staat nog steeds voor Extended Play. Maar het was sinds de vinylplaat in de verdrukking kwam, in onbruik geraakt. Spijtig eigenlijk, want een heleboel middelmatige langspeelplaten zouden mits enig schrapwerk schitterende ep's zijn. Nu ook de cd-verkoop stokt en de jeugd meer moet uitgeven aan mobilofonie en festivaltickets, zou de rehabilitatie van de goedkopere ep zeer welkom zijn. De grotere platenlabels hebben het nog niet door, maar enkele dwarse muzikanten maken er deze zomer, om verschillende redenen, handig gebruik van. Voor Mauro Pawlowski, het voormalige opperhoofd van Evil Superstars, is het een visitekaartje voor zijn nieuwe groep: The Grooms. Nu ja, nieuw. Met Herman Houbrechts achter de drums, Steven Janssens op guitar, Jan Wygers op bas en nieuweling David Joris op toetsen zijn het toch vooral oude bekenden die hem begeleiden op de 'Ghost Rock E.P.' (12 minuten 46 seconden). De titel van de instrumentale openingstrack is spectaculairder dan het nummer zelf: 'An apple from a friend, a kiss from a swimming girl and a letter from a hero'. Na de korte intro wordt op de titelsong meteen duidelijk dat de traditionele songwriter van 'Songs from a Bad Hat' niet uit zijn winterslaap ontwaakt is. Ook 'Weapon of Beauty' en 'Dance of the Grooms' lonken naar het duivelse Superstars-verleden van de zanger. Wild om zich heen schoppend en gemeen rockend leunen de composities meer aan bij de wulpse capriolen van ex-bondgenoot Vanhamel bij Millionaire en de strakke, trashy sound van The White Stripes dan bij Pawlowski's croonende alter ego. Alleen op afsluiter 'Ancient Synthetics', waarin de zanger over een vervaarlijk repetitieve gitaarrif een faliekant aflopend liefdesverhaal proclameert, zakt het tempo. Pawlowski moest enkele slechte vibes kwijt en the Grooms lijken daarvoor een probaat alternatief. Deze zomer is het gezelschap te zien op enkele festivals en in de herfst volgt een volledige langspeler. Ook '5 Tracks' (19 minuten 42 seconden), de ep die John Cale onlangs uitbracht, kondigt een album aan dat in het najaar verschijnt. Cale ging zowel aan de slag met een studioband als met samples. Dat het resultaat daarvan beter is dan verhoopt, konden de fans al opmaken uit 's mans recente performance in de AB. Cale houdt alvast niet op te experimenteren en lijkt evenmin bereid tot compromissen, maar dit keer heeft hij ook echt iets te vertellen. Cale gebruikt het cut-and-paste-principe om zijn bitterheid te illustreren. Zo is 'Waiting for Blonde' een sprookje over een Newyorkse metrobediende die iedereen tot kalmte tracht aan te manen, vlak na de fatale gebeurtenissen van 9/11. De track klinkt ontheemd, net als Cale zelf. Hij dompelt zijn psychedelische folk onder in een soort van dubreggae. Slechts sporadisch drijft zijn ziel boven, onder het mom van melancholische strijkers en een pakkende melodielijn. Op 'Offcell' (29 minuten 44 seconden!), de nieuwe ep van Pinback, treffen we meer harmonieen aan. Ze zetten je evenwel steevast op het verkeerde been. Rob Crow en Armistead B. Smith IV waren in een vroeger leven actief in groepen als Heavy Vegetable, Optiganally Yours en 3 Mile Pilot, maar sinds in 1999 hun titelloze debuut als Pinback verscheen vertoeven ze in stillere waters. Op deze vijf tracks tellende cd bewijzen ze eens te meer dat je niet hard hoeft te roepen om de aandacht te trekken. De vriendelijke lo-fiklank, de gemoedelijke productie, de zacht stemmetjes, de timide gitaren, het subtiele orgeltje. Mochten ze niet vergezeld zijn van loepzuivere melodieen, ze zouden zonder op te vallen aan iedereen voorbijgaan. Dat ze dat niet doen is net het curieuze aan Pinback, dat op zijn eigen mysterieuze en onverstoorbare manier opnieuw erg funky klinkt en zo het beste laat verhopen voor de langspeler die in 2004 verwacht wordt. (TPe) Samenstelling: Tom EELEN, Dirk FRYNS, Tom PEETERS, Ive STEVENHEYDENS.