Benoemingen Europese Centrale Bank vormen bron van discussie
van onze verslaggever in OviedoOVIEDO (tijd) - De benoemingen van directieleden van de Europese Centrale Bank (ECB) zorgen steeds voor een stevige discussie in Europa. Dat was zo vorig weekeinde in het Spaanse Oviedo. Daar moesten de EU-ministers van Financiën een opvolger aanduiden voor ECB-ondervoorzitter Christian Noyer. Het is de eerste benoeming van een directielid sinds de ECB midden 1998 haar werkzaamheden startte.De discussies in Oviedo doen terugdenken aan 2 mei 1998. Toen moesten de EU-staats- en regeringsleiders voor het eerst een ECB-voorzitter en -directieleden benoemen. Dat gebeurde tijdens een speciale bijeenkomst van de Europese leiders in Brussel. De vijftien leiders bleven toen tien uur rond de tafel zitten. In Oviedo lag België dwars; in mei 1998 was het de Franse president, Jacques Chirac, die moeilijk deed. Uiteindelijk werd de Nederlander Wim Duisenberg voor acht jaar benoemd tot ECB-voorzitter. Maar Duisenberg beloofde niet zijn volledige termijn uit te zitten. En er werd overeengekomen dat een Fransman hem zou opvolgen, met name de gouverneur van de Franse centrale bank, Jean-Claude Trichet. Met minder nam Chirac geen genoegen.De tekst van dat compromis circuleerde vorig weekeinde weer in Oviedo. De Belgische minister van Financiën, Didier Reynders, zette er vraagtekens bij. Volgens Reynders gaat het niet om een akkoord tussen de vijftien. De tekst meldt dat de voorzitter van de raad verslag uitbracht dat er een akkoord was dat de opvolger van Duisenberg een Franse benoeming zou zijn voor acht jaar. Het feit dat de voorzitter van de raad verslag uitbrengt, betekent strikt genomen niet dat alle vijftien zich akkoord verklaarden, luidt de redenering.Ook Chirac zelf voelt zich daar blijkbaar niet volledig zeker over en vroeg extra garanties. Vorige maand, tijdens de EU-top in Barcelona, vroeg Chirac of er nog steeds een akkoord is dat een Fransman Duisenberg zou opvolgen. De Spaanse premier en EU-voorzitter, José-Maria Aznar, antwoordde dat dat het geval is. Niemand van de andere EU-leiders reageerde toen, ook premier Guy Verhofstadt niet. JL