De code aan de praat houden
Voor John F. Simon is het einde van de geschiedenis nog niet in zicht. Every Icon, een programma dat hij in 1996 schreef, tast alle mogelijke combinaties af van zwarte en witte vakjes binnen een raster van 32 x 32 vierkantjes. Lijn per lijn worden systematisch alle mogelijkheden uitgeprobeerd. En dan opnieuw met twee lijnen, en dan met drie, enzovoort. Daar heeft een hedendaagse snelle computer enkele miljoenen jaren voor nodig. Tegen die tijd mogen we ervan uit gaan dat elk mogelijk icoon binnen deze combinatie is gescand. Maar wie gaat zolang de code aan de praat houden?Het is een probleem dat bij de elektronische kunsten vaker voorkomt. Waar vindt men nog de juiste apparatuur om videobanden af te spelen van pakweg dertig jaar geleden? Of de apparatuur om ze schoon te maken, als de banden al niet te veel gedemagnetiseerd zijn? Diezelfde geschiedenis herhaalde zich reeds bij interactieve werken die een beroep doen op computers. Vandaag, met de net-art - die op veel verschillende machines moet worden bekeken - is men opnieuw verplicht vooruit te denken. De code van dit soort werk moet worden onderhouden, wil het beschikbaar blijven voor toekomstige toeschouwers en de computers en browsers waarvan zij zich zullen bedienen.Vragen als deze werden zeker ook gesteld bij de aankoopdienst van het Guggenheimmuseum. Sinds enkele dagen kunnen bezoekers op de Guggenheim.org-site nieuw werk bekijken van John F. Simon en zijn New Yorkse collega Mark Napier. De werken maken deel uit van een nieuwe virtuele ruimte voor internetkunst en betekenen mogelijk de start van een vaste collectie en een aankoopbeleid voor internetkunst binnen dit gerenommeerde instituut.Dat huizen voor hedendaagse kunst internetkunst opnemen in hun programma is niet nieuw. Aankopen zijn echter nog vrij zeldzaam. Met de videokunst en de vorige nieuwe media was dat niet anders ook daar duurde het lang eer ze deel uitmaakten van vaste kunstcollecties. Daar zijn verschillende redenen voor te bedenken. Want wat koopt het museum eigenlijk? Een origineel werk of een kopie ervan? Digitale kunst is niet iets zoals een beeld of een schilderij dat regelmatig afgestoft of gerestaureerd moet worden. In vele gevallen is digitale kunst niet meer dan een code die door de gebruiker (in het museum of op het internet) geactiveerd moet worden.Die code en de exclusieve tentoonstellingsrechten zijn precies wat het Guggenheim heeft gekocht van Simon en Napier. Hoe dit werk er over twintig jaar zal uitzien, kan niemand voorspellen. Dat hoeft natuurlijk geen probleem te zijn, meer zelfs: het is inherent aan het werk. Zowel Unfolding object van John F. Simon, als Mark Napiers Net.flag richten zich expliciet op de inbreng van de bezoekers. Dit zijn doe-werken. Net.flag toont de resultaten van de vorige gebruikers die hun eigen vlag samenstelden met elementen van bestaande vlaggen en moedigt nieuwe bezoekers aan daar hun eigen versie aan toe te voegen. Bij Unfolding Object is er niets te zien zolang de kijker geen poging doet om het object op zijn scherm open te plooien.Zoals mag blijken uit het voorbeeld van Every Icon - zijn bekendste werk gaat John F. Simon in zijn werk als geen ander de confrontatie aan met de tijd. De kunstenaar die eerder werkte in dienst van Jenny Holzer, Lawrence Weiner en Komar & Melamid, experimenteert ook met verschillende manieren om zijn werk aan de man te brengen. In de souvenir shop op zijn site numeral.com worden verschillende multipels te koop aangeboden tegen een zacht prijsje. Voor 20 dollar (23 euro) ben je al eigenaar van de code van Every Icon. Voor 30 dollar koop je er Chaotic Boundary, twee onregelmatige in elkaar passende stukjes met de laser gesneden plastic. Voor 50 dollar komt Fluorescent Flowers, een originele tekening met de laser in een stuk fluorescerend acryl geëtst.Unfolding Object is een van de zeldzame stukken echte internetkunst van Simon. Eigenlijk pas het tweede, dat net als Alter Stats uit 1995 bestaat dankzij de virtuele gemeenschap. Het ziet er geen twee keer gelijk uit. Hoe meer dit object in, uit, over en door elkaar geplooid wordt, hoe gelaagder het wordt. Elke gebruiker zal zijn sporen nalaten en dit werk een digitaal patina meegeven. De lijnen in elk vlak tonen hoe dikwijls men het heeft opengeplooid. De helderheid van de kleuren toont hoe ver een vlak verwijderd is van de oorspronkelijke positie. Unfolding Object zal blijven groeien zoals de takken van een plant langs een muur geleid worden. Het is een code die tot leven gebracht wordt en doorgegeven wordt van de ene naar de andere computer, zoals DNA evolueert en doorgegeven wordt in steeds nieuwe organismen.Of zoals een vlag zich kan tonen en verbergen in haar plooien. Want ook Net.flag van Mark Napier is een werk dat er regelmatig anders zal uitzien. Een collectief kunstwerk dat steunt op de participatie van de gebruikers en past in de digitale recyclagekunst van Napier. Net als in eerdere werken als Shredder of Digital Landfill hergebruikt Napier hier materiaal dat overal voorhanden is. Het eerste versnippert websites die aangebracht worden door de gebruiker, het tweede verzamelt alle afval (van e-mails tot urls en andere computerbestanden) uit de digitale vuilbak van de bezoekers. Beide werken staan op Napiers site potatoland.org. Net.flag, het nieuwe werk bij Guggenheim, kwam tot stand op een moment waarop overal in New York vlaggen werden uitgehangen. Na 11 september had iedereen er wel een. Wie er geen meer kon kopen, maakte er zelf een door ze te kopiëren of ze te schilderen. De geoefende neopatriot kan op deze nieuwe site een volledig nieuwe vlag samenstellen met elementen gekozen uit bestaande vlaggen.http://www.guggenheim.org/internetart toont de twee nieuwe projecten van Simon en Napier.http://www.numeral.com is de homepage van John F. Simon jr.http://www.potatoland.org is de homepage van Mark Napier.culture 2002Wie wil weten hoe het gesteld is met de cybercultuur in België moet gaan bladeren tussen de 269 inzendingen voor de enige Belgische internetcultuurprijs. De .culture-jury maakte zopas de shortlist bekend van de twaalf laureaten. Op 13 maart worden daaruit de drie uiteindelijke winnaars gekozen. U mag ook meedoen en een keuze maken uit die selectie uitverkorenen voor de publieksprijs.Er is alvast één conclusie: het gaat goed met de Belgische internetcultuur. Niet alleen is het aantal inzendingen voor de tweede editie van deze prijs meer dan verdubbeld, ook de kwaliteit is er in een jaar tijd flink op vooruitgegaan. Dat mag blijken uit deze shortlist. Daartussen zitten artistieke sites van Bert Balcaen en Ingrid Stojnic, Annemie Maes, John Knight en Tamara Lai. Uit het culturele veld koos de jury voor de site van Encore Bruxelles (die ook het geselecteerde project van John Knight produceerden), die van popgroep Zita Swoon, het Franstalige e-zine Matamore of de trailer van Hans Herbots film Falling op het Nederlandstalige breedbandmagazine King-Kong. Bij de bedrijfssites viel de keuze op de portfolio van fotograaf Kris van Beek, publicisten Jansen en Janssen, The Aviation Factory en de soepele navigatie van markee.be. http://www.culture2002.be Instant videoJe hoeft niet echt een vermogende producent in de arm te nemen als je vandaag met digitale media aan de slag wil. Met die gedachte in het achterhoofd trokken Franciska Lambrechts en Honore dO in maart 2001 naar Luzern voor hun project Instant Video at our Age. Twee weken lang waren ze te gast in het Kunstpanorama, met de bedoeling er elke dag een dvd-filmpje te maken. Zoals te verwachten en niet te voorzien was, werden ze er onmiddellijk geconfronteerd met een van die triviale productieproblemen waar mediakunstenaars vandaag nog mee af te rekenen krijgen. Hun computer startte niet meer. Niet getreurd, want een telefoontje naar Brussel later was de machine weer aan de praat. Diezelfde avond nog werd hun eerste filmpje voorgesteld, genoemd naar de informaticus die hen uit de nood hielp. Iedereen blij.De volgende zes maanden staat de mobiele studio van het duo bij Roomade in Brussel. Elke vrijdag en zaterdag kan u daar gaan kijken wat het betekent om vandaag bewegende beelden te produceren. U kan het project ook thuis volgen via de website waar beelden en gedachten bij dit proces gepost zullen worden. http://www.instantvideoatourage.org Samenstelling: Pieter VAN BOGAERTVers van de cyberpersEnkele nieuwe publicaties werden recent gesignaleerd in cyberspace.CyberfeminismeDeze reader van constant VZW verscheen enkele maanden geleden al in druk en bevatte een selectie uit de feministische cyberliteratuur. Fragmenten uit enkele sleutelteksten van Donna Haraway, Rosi Braidotti, Theresa Senft en anderen werden vertaald in het Frans en het Nederlands. Vanaf nu is alles ook beschikbaar in elektronische vorm. Om te lezen, te kijken en te luisteren.http://www.constantvzw.com/cyberf/book/ WSSOHWTEDit is de internetversie van Who Says Seeing Only Happens With The Eyes?, de tentoonstelling die deze zomer plaatsvond in Rotterdam en in november in het Noorse Moss. WSSOHWTE.net toont beelden en werken uit die expositie, en doet tezelfdertijd ook dienst als on-linecatalogus. De teksten gaan over de tentoonstelling, maar laten zich ook lezen als boeiende introducties tot kunst op het net. Is cyberspace een ruimte die kan dienen als equivalent voor de witte dozen waar veel hedendaagse kunst in te zien is, of is het internet slechts een medium dat kunst moet signaleren en informatie doorgeven?http://www.wssohwte.net Fifteen.beHet leuke aan e-zines is dat iedereen ze kan maken. Nog leuker is dat wie niet gehoord wordt in de traditionele media, hier een spreekbuis heeft. Het allerleukste is dat de onderwerpen die dan aan bod komen zo divers zijn als de medewerkers van het blad. In het eerste nummer van fifteen.be gaat het over Eva Cardon, winnares van de .culture prijs in 2001; over Machine Centered Humans in Gent; over Berlijnse webdesigners, een bizarre televisieserie van decennia geleden en een vreemde mannensoort à la Viggo Mortensen. http://www.fifteen.be