Advertentie
Advertentie

De gemoedstoestand van de obligatiemarkten

Op de obligatiemarkten is een aantal vragen aan de orde. De tekenen van een economisch herstel dat krachtiger maar vooral sneller dan verwacht zijn opwachting heeft gemaakt, zijn in de loop van de laatste weken sterk toegenomen. Tijdens de laatste drie maanden van vorig jaar heeft de groei van het Amerikaanse BBP alle voorspellingen overstegen. Het diende gevoelig in de hoogte te worden bijgesteld, tot 1,4 procent, terwijl men het initieel slechts op 0,2 procent had geraamd. De recent openbaar gemaakte macro-economische statistieken wijzen daarenboven op het feit dat de economische expansie zich heeft voortgezet tijdens het eerste trimester van 2002. De volgende vraag brandt iedereen dan ook op de lippen: Het is duidelijk dat het herstel bezig is, maar hoe sterk zal het zijn? Uiteraard kan enkel de toekomst op die vraag een antwoord verschaffen. De obligatiemarkt is nu echter reeds van mening dat het wel eens zou kunnen dat Alan Greenspan een agressievere monetaire politiek zal moeten voeren wegens de kracht van de heropleving. Op dit ogenblik houdt de markt van de Fed funds futures rekening met een hoge kans dat de kortetermijnrente in mei eerstkomend met 25 basispunten zou kunnen stijgen. Nochtans verborg Alan Greenspan in zijn toespraak voor het Congres en aan het einde van de laatste vergadering van het comité voor monetaire politiek van de Fed niet dat hij bezorgd blijft over de duurzaamheid van de heropleving. De evolutie van de vraag lijkt hem nog onzeker, net zoals dat met de werkloosheid het geval is. De analisten blijven op hun beurt sceptisch ten overstaan van de kwaliteit van de toekomstige bedrijfswinsten, wat van nature gunstige gevolgen heeft op de markt van overheidsobligaties. Kortom, de Amerikaanse obligatiemarkt toont zich onbeslist, geklemd tussen de verwachting van een eerste monetaire verstrakking en hoge onzekerheid op de beurzen.De economieën van de Eurozone zitten ongetwijfeld ook op de weg naar een heropleving. De nieuwe sprong voorwaarts die de IFO-index, de barometer van het zakelijk klimaat in Duitsland, zeer recentelijk nog liet optekenen, wijst daar duidelijk op. Voeg dit optimisme toe aan de vrees voor een terugkeer van de inflatie, en men begrijpt dat er niet meer nodig was om de obligatierendementen op 25 maart jl. naar hoogtes te jagen die men in 18 maanden niet meer had gezien. De ECB zou wel eens sneller dan verwacht een strakkere monetaire koers kunnen gaan varen. Olivier VAN CAUTERENFortis Investment Management