De grenzen van EuropaJim Lannoo en Kristien van Haver
Deze week ondertekenden de huidige en toekomstige EU-lidstaten tijdens een plechtige ceremonie in Athene het verdrag dat de toetreding tot de EU regelt van tien nieuwe landen. De nieuwelingen komen op 1 mei 2004 bij de unie. Het gaat om acht Centraal- en Oost-Europese landen: Polen, Estland, Letland, Litouwen, Tsjechie, Slovakije, Slovenie en Hongarije. En twee eilanden in de Middellandse Zee: Cyprus en Malta. Die uitbreiding, de grootste die de unie ooit kende, betekent niet het einde van de expansie van de EU. In 2007 kunnen Roemenie en Bulgarije zich nog bij de 25 voegen. Ook Turkije is nog officieel kandidaat; Kroatie diende een aanvraag tot lidmaatschap in. En ook de overige Balkanlanden kunnen aanspraak maken op het EU-lidmaatschap. Dat vooruitzicht doet vragen rijzen over waar de uitbreiding van de Europese Unie moet ophouden. Met andere woorden: waar liggen de grenzen van Europa? Ook de EU-bewindslui stellen zich die vraag. Daarom zijn ze op zoek naar een strategie ten aanzien van de 'nieuwe buren' van de unie: de landen die na de uitbreiding aan de EU grenzen. Gisteren vond overleg plaats tussen de 25 huidige en nieuwe EU-lidstaten, Roemenie, Bulgarije, Turkije, de Balkanlanden en de nieuwe buren Oekraine, Moldavie, Wit-Rusland en Rusland. In een verklaring werd het belang benadrukt van goede betrekkingen tussen de unie en de nieuwe buren. Of die goede betrekkingen ooit in een EU-lidmaatschap kunnen uitmonden, wordt in het midden gelaten. De EU hanteert als voorwaarden voor lidmaatschap alleen politieke en economische criteria. Van een geografisch criterium is geen sprake. Vandaar dat Turkije, dat zo goed als helemaal in Azie ligt, toch als EU-kandidaat erkend werd. Het ontbreken van een geografisch criterium zet tegelijk de deur open voor landen als Israel of Marokko. De EU heeft er steeds bewust voor gekozen landen niet per definitie uit te sluiten van lidmaatschap. Want het vooruitzicht op toenadering tot en uiteindelijk lidmaatschap van de unie is een erg krachtig diplomatiek instrument voor de EU-lidstaten. Maar vroeg of laat moet de vraag naar de grenzen van Europa toch een antwoord krijgen. Want het heeft geen zin de unie uit te breiden tot ieder gevoel van samenhorigheid, van gemeenschappelijke waarden of van eenzelfde lotsbestemming helemaal verwaterd is. Het heeft evenmin zin de EU te laten groeien tot het een volledig onwerkbaar gedrocht. En dat gevaar is reeel. Met 15 is het al niet gemakkelijk. Met 25 landen wordt het erg moeilijk vergaderingen efficient te laten verlopen en beslissingen te nemen. Zeker als de nieuwe EU-grondwet die de Europese Conventie voorbereidt, de werking van de EU niet grondig hervormt. Voor een grondige bezinning over de grenzen van Europa is het dus niets te vroeg.