Advertentie
Advertentie

De stad van God

Aurelius Augustinus, de beroemde christelijke kerkvader uit Hippo, zoon van de Heilige Monica, drukt al 16 eeuwen zijn stempel op de katholieke kerk en haar geloof. Bovendien is Augustinus een van de meest succesvolle auteurs ooit. Twee absolute toppers heeft hij ons nagelaten. Zijn Confessiones (Bekentenissen) zijn de eerste volwaardige biografie in de westerse literatuur. En zijn allergrootste werk De civitate Dei (De stad van God) is een mengeling van apologie, filosofie, geschiedschrijving, moralisme en fantasie. Dat de Nederlandse vertaling van het laatstgenoemde boek nu een vierde druk kent in minder dan twintig jaar, wijst op een blijvend succes. Het is waar, veel opvattingen die spontaan aan Christus zelf worden toegeschreven, zijn eigenlijk van Augustinus afkomstig. Het dualisme van goed en kwaad, lichaam en ziel, hemel en aarde, komt eigenlijk uit het manicheïsme - een Perzische leer die een zware stempel heeft gedrukt op de christelijke schrijver. Nadien trachtte Augustinus het platonisme in overeenstemming te brengen met de christelijke dogmas, kortom geloof en verstand te verzoenen. Voor sommigen is hij daar volop in geslaagd, voor anderen totaal niet. De vraag der vragen is die naar het kwaad in de schepping van de goede God. In een bepaald opzicht kan Augustinus de uitvinder van het doemdenken heten. Zijn predestinatieleer, die - officieel - nooit door de kerk is aanvaard, heeft de facto geleid tot de Inquisitie en andere vormen van kettervervolging. Immers, na de zondeval had God de mensheid opgedeeld in uitverkorenen en verdoemden. Het komt er voor een kerk dus op aan de twee soorten gewoon uit elkaar te halen. Geweld tegen afwijkende meningen is in het canoniek recht van de katholieke kerk wèl opgenomen. Het is maar een van de vele ideeën die de goedheilig man heeft teweeggebracht. Over het schrijven deed hij vijftien jaar. Het werk bestaat uit 22 boeken (van ongelijke lengte) en 662 hoofdstukken. De schrijver was een professional, hij wist perfect waar hij mee bezig was, hoe het boek gestructureerd en uitgegeven moest worden. Bovendien was Augustinus ongetwijfeld ook de eerste schrijver in de geschiedenis die over een eigen literair agent, een zekere Firmus, beschikte.Deze klassieker moet heel spaarzaam worden genuttigd, al te snelle lectuur van de ruim 1.200 paginas zou tot mentale indigestie kunnen leiden. Aurelius Augustinus - De stad van God - vertaald en ingeleid door Gerard Wijdeveld, 2002, Amsterdam, Ambo, 1.295 blz., 39,90 euro, ISBN 90 263 1728 XDe taal der engelenMet de titel wordt bedoeld: de Arabische literatuur uit de periode dat de confrontatie met het Westen nog geen overheersend thema was. In tijd gesproken gaat het over een spanne van 1.250 jaar: van begin 7de tot medio 19de eeuw. Met het beginnend Europees kolonialisme verandert de Arabische literatuur van karakter, ze wordt meer verwesterd. In de klassieke teksten kreeg de poëzie de voorrang, met bijna uitsluitend fictie. Het proza, hoewel van een lagere orde, werd drukker beoefend, was ook minder veeleisend want het maakte geen onderscheid tussen fictie en non-fictie. Wij kennen uitsluitend de sprookjes van Duizend en één Nacht, maar er zijn andere teksten zat. Het gaat bijna uitsluitend om manuscripten, handgeschreven boeken. De boekdrukkunst deed pas begin 19de eeuw haar intrede in de Arabische wereld. Het aanbod van teksten, waarvan vele nog niet eens gekopieerd, moet dus enorm zijn. De samensteller van dit boek beseft, dat zijn vijftigtal uitgekozen fragmenten niet meer dan peanuts zijn. De aanpak is niet chronologisch maar thematisch. Onder het hoofdstukje God en Zijn Profeten treffen we niet enkel een stukje van de Koran aan, maar ook de middeleeuwse schrijvers Al-Ghazali en Ibn Kathir. Andere themas zijn historische confrontaties, zoals de val van Granada (1492) en de opstand in Aleppo (1850). Minnekunst en goede manieren ontbreken niet, evenmin als volksverhalen en sprookjes, schone letteren, wetenschap en filosofie.Merkwaardig is het hoofdstukje Marginaal waarin zijn opgenomen: Obscene vrouwenverhalen, en Wat de ziel verkwikt en de zuurpruim laat lachen. Geen slappe kost, die de dames te vertellen hebben. Hun belevenissen zouden niet misstaan in de lezersrubrieken van Playboy of Penthouse. En nog leerzaam bovendien.Het zal wel toeval zijn dat het boek evenveel bladzijden telt als jaren die voorafgaan aan de Hidjra, de vlucht van de profeet naar Medina in 622, tevens het begin van de Arabische jaartelling die nog steeds gehandhaafd wordt.De taal der engelen/1.250 jaar klassiek Arabisch proza - samengesteld en ingeleid door Arnoud Vrolijk, 2002, Amsterdam/Antwerpen, Contact, 622 blz., 39,90 euro, ISBN 90 254 0232 1Erotisch spreekwoordenboekErotiek en seksualiteit op zijn Vlaams/Nederlands treffen we aan in een doorwrocht klein lexicon van een Amsterdamse germanist. Hier is de volksmond aan het woord, doorgaans over andere delen van het menselijk lichaam. Sommige regios, zoals Antwerpen of de Achterhoek, blijken bijzonder creatief. Vele uitdrukkingen zijn verdwenen, maar werden toch in het boek opgenomen: het heeft ook een bewarende functie. Bij veruit de meeste gezegden wordt in onverkapte taal de betekenis omschreven. Vergissingen zijn (bijna) uitgesloten.Ros bloed vrijt goed (Antwerpen): roodharige vrouwen zijn bedreven in het liefdesspel. Ook homo- en lesbotaal is niet vergeten. Daar springen de tranen van in mijn broekje (lesbo): daar word ik ontzettend geil van. Piekedenieze spelen: coïteren. Samentrekking uit het Franse piquer (steken) en de Franse vrouwennaam Denise. Van wippenstein gaan, dus.Soms ook hoeft er helemaal geen uitleg bij: Beter een kleine rapperd dan een grote slapperd.Nog eentje uit de krantenwereld: De Telegraaf lezen (homotaal), betekent vreemd gaan.M.A. van den Broek - Erotisch Spreekwoordenboek - 2002, Amsterdam/Antwerpen, Veen, 127 blz., 10,00 euro, ISBN 90 204 0003 7