ENI heeft nood aan positief nieuws
De Italiaanse olie- en gasgroep ENI boekte in het eerste kwartaal van het lopend boekjaar een daling van het operationeel resultaat met 27 procent. Dat was een stuk beter dan de gemiddelde daling met 53 procent voor zijn concurrenten. Door de sterke focus op de exploratie en productie (E&P) en de aardgasdistributie beide stonden in voor resp. 92 en 99 procent van het operationeel resultaat in het eerste kwartaal van 2001 en 2002 voelt de groep zich veel beter dan de andere oliebedrijven thuis in een omgeving van hoge olieprijzen, zwakke raffinagemarges en nauwe chemische marges. In de E&P-activiteiten ging het resultaat 35 procent onderuit door de terugval van de olieprijzen tegenover een jaar eerder en een stijging van de gemiddelde productiekosten. Daartegenover stond een productiestijging van gas en olie met 3,9 procent in het eerste kwartaal waarmee de groep de supermajors BP (+0,75%) en Shell (+1%) met een straatlengte voorsprong klopt. Al bij al behoort de Italiaanse oliegroep tot de besten van de klas. In 2001 werd ze voor haar goede operationele prestatie beloond met een 6 procent betere prestatie dan de rest van de oliesector. Ook in 2002 zette de groep voorlopig een 7 procent betere prestatie neer. De laatste maand moest wat winst worden prijsgegeven. Minder positieve nieuwsberichten en meer kritische beleggers liggen aan de basis. Zo was er het afspringen van de gesprekken met het Arabische Sabic over het opzetten van een joint venture met inbreng van ENIs petrochemische activiteiten. Hierdoor zal ENI deze activa nu stuk per stuk moeten verkopen. Het zal dan ook langer duren vooraleer het aangewende kapitaal in deze activiteit kan worden teruggeschroefd. Daarnaast kunnen de beleggers zich afvragen of de door de Italiaanse overheid voorgestelde herbenoeming van algemeen directeur Vittorio Mincato zomaar als onverdeeld positief mag beschouwd worden. Mincato staat voor veiligheid en continuïteit, twee elementen die de investeerders doorgaans wel kunnen appreciëren. Daarnaast heeft zijn strategie het oliebedrijf geen windeieren gelegd. Getuige daarvan de prachtprestaties van het aandeel sinds 2000. De belangrijkste wapenfeiten van de man dateren echter al van enige tijd terug, met onder andere de overname van Repsol en de focus op het uitbouwen van olie- en gasreserves. De laatste tijd werd echter Enterprise Oil misgelopen (overgenomen door RD/Shell) terwijl nu tevens de onderhandelingen met de Sabic zijn afgesprongen. Daarbij komt dat het almaar moeilijker wordt kleinere goedkope activa over te nemen om de reserves aan te zwengelen. In de toekomst zou een grote overname de enige optie kunnen zijn om de eigen productie substantieel op te drijven. Kan Mincato, een man die beweert amper Engels te spreken, ook een dergelijke uitdaging aan?Een geplande productiegroei van olie en gas met 10 procent voor 2002 blijft een van de sterkste groeivooruitzichten van de sector. Daarenboven staat het bijna vast dat de resultaten over 2002 een stuk beter zullen zijn dan voor de rest van de sector. Met dergelijke troeven achter de hand lijkt het neerwaarts koerspotentieel beperkt. Om de sterke opwaartse koerstrend van de laatste jaren in de toekomst over te doen, zijn echter nieuwe positieve wapenfeiten nodig. KDL