Het atelier van Luc Peire
De geometrisch abstracte schilder Luc Peire (1916-1994) heeft niet minder dan 26 verblijfplaatsen en ateliers gehad, ook in Frankrijk. Maar zijn atelier aan de De Judestraat in Knokke bleef zijn thuishaven. Peire had in Knokke een eenvoudig rijhuis: hij liet er, achterin de tuin, een atelier bouwen. De kunstenaar verkocht het huis in 1985, hij behield echter het atelier. Na zijn dood kwam het atelier in het bezit van de stichting Jenny en Luc Peire. De stichting werd door Peire zelf opgericht om zijn werk blijvend onder de aandacht te brengen. Peire, die geen kinderen had, voorzag de stichting van voldoende middelen: zij bezit onder meer zo'n 200 schilderijen en een groot deel van het grafische oeuvre van de kunstenaar. De stichting heeft nu aan de De Judestraat een bouwproject gerealiseerd. Het huis aan de straatzijde werd in 1997 teruggekocht en vervolgens gesloopt. In de plaats is een nieuwbouw gekomen. Het gebouw werd opgetrokken naar de plannen van Peter de Bruycker en Inge de Brock. Deze jonge architecten kozen voor een strakke gevelcompositie, met een naar de straatzijde toe gesloten karakter. De vensterpartijen bevinden zich hoofdzakelijk aan de tuinzijde. De nieuwbouw heeft twee expositieruimten en een opbergruimte. Dankzij een lange en hoge muur kan men in de professioneel ingerichte kluis ook werken ophangen om rustig te bekijken. Verder werd het eigenlijke atelier opgefrist en de tuin in haar oorspronkelijke staat hersteld. In de tuin, voor het brede ateliervenster, bevindt zich de betonnen sculptuur 'La dona de Putifar' uit 1954 van de Catalaanse beeldhouwer Josep Maria Subirachs, met wie Peire bevriend was. Het hele project werd gefinancieerd met de eigen middelen van de stichting Peire. Tijdens de zomermaanden kan de site voor het eerst bezocht worden. Atelier Luc Peire, De Judestraat, Knokke. Van 6 juli tot 14 september. Open op vrijdag, zaterdag en zondag van 14 tot 18 uur. Inlichtingen bij Marc Dubois, tel.: 09/225.02.16. Toegang gratis. Zicht op Antwerpen Het Rockoxmuseum in Antwerpen, gevestigd in de voormalige patricierswoning van de 17de-eeuwse Antwerpse burgemeester Nicolaas Rockox, heeft er een aanwinst bij. Het gaat om een werk uit 1583 van Hans Bol, met tempera en gouache op velijn geschilderd en op hout gekleefd. Hans Bol is vooral bekend als schilder van landschappen en panorama's. Hij wordt eveneens beschouwd als een van de eerste schilders van stadsgezichten. Het aangekochte werk geeft een panoramische voorstelling van de stad Antwerpen, gedomineerd door de toren van de Onze-Lieve-Vrouwkathedraal en de verdwenen toren van de kerk van de Sint-Michielsabdij. Tussen deze twee torens in prijkt nog de toren van de Sint-Andrieskerk. Ook de versterkte stadswallen zijn afgebeeld, en een van de vele windmolens die later, in opdracht van de hertog van Alva, werden afgebroken. Het werk werd gemaakt net voor de Spaanse belegering, die resulteerde in de zogenoemde Val van Antwerpen. Niets van de voorstelling verraadt het komende onheil voor de stad, er is nog een drukke bedrijvigheid op de Schelde. Rockoxhuis, Keizerstraat 12, 2000 Antwerpen. Tel.: 03/201.92.71. Open van dinsdag tot en met zondag van 10 tot 17 uur. Toegang 2,50 euro. Op vrijdag is het museum voor iedereen gratis toegankelijk. Het Rockoxhuis, dat ook een gereconstrueerde 17de-eeuwse stadstuin heeft, neemt op zaterdag 28 en zondag 29 juni deel aan het evenement 'Open Tuinen'. Zee in zicht In het Museum voor Natuurwetenschappen in Brussel is een tijdelijke tentoonstelling geopend onder de titel 'Zee in zicht'. Men kan er het verborgen leven van de Noordzee leren kennen. Mede door het kleurrijke decor komen de getoonde voorwerpen en dieren tot leven. De tentoonstelling is opgebouwd als een parcours, dat begint aan het brede strand vol ambiance en leidt naar de zeebodem met zijn gedempte stemming. Langs de weg staan beeldschermen en computerzuilen opgesteld, die allerlei wetenswaardigheden bijbrengen, zoals over de geografie, de vloedlijn, de golfbrekers, het visbestand en de menselijke activiteiten op zee. Men kan er, zij het op een virtuele wijze, ook 'De Belgica' bezoeken, het Belgisch oceanografisch schip dat 200 dagen per jaar wetenschappelijk onderzoek verricht op de Noordzee. Museum voor Natuurwetenschappen, Vautierstraat 29, 1000 Brussel, tot 2 november. Open van dinsdag tot en met vrijdag van 9.30 tot 16.45 uur, op zaterdag en zondag van 10 tot 18 uur. Toegang 7 euro. Tel.: 02/627.42.52 en www.natuurwetenschappen.be Samenstelling: Bert POPELIER