Advertentie
Advertentie

Het geïntegreerde gelijkekansenbeleid

Over de vaststelling dat het geïntegreerde gelijke kansenbeleid voor deze regering een, zo niet dé topprioriteit is voor onderwijs, bestaat niet de minste twijfel. De uitgebreide hoorzittingen in het parlement, de pittige discussies in de media en de weloverwogen maar gespannen houding van minister Vanderpoorten in deze materie zijn hiervan slechts enkele illustraties.PeilersDe vraag waarop de discussies gestoeld zijn, is steeds dezelfde: Hoe kunnen we in en met behulp van het onderwijs de maatschappelijke dualisering bestrijden? Dat het realiseren van meer gelijke kansen voor iedereen essentieel is in het waarborgen van een kwaliteitsvol onderwijs, daarvan zijn we allemaal overtuigd. De vraag is alleen op welke manier we dit het best verwezenlijken. Door actief beleid ja, maar wat houdt dat concreet in? Naar onze mening zijn er drie hoofdpeilers van waaruit we moeten voortwerken. Vooreerst moet de leerkracht op een dusdanige manier geprofessionaliseerd worden, zodat hij voldoende bagage heeft om op een menselijke en oprechte manier zowel met cultureel-allochtone verschillen als met verschillen in sociaal-economische achtergrond, om te gaan. Het bevorderen van de in-, door- en uitstroom van allochtonen en kansarme autochtonen naar een job in het onderwijs én het integreren van de inzichten uit het onderwijsvoorrangs- en zorgverbredingsbeleid in de opleiding, zijn in dit opzicht van primordiaal belang.Ten tweede staat het voor ons buiten kijf dat het investeren van extra middelen in scholen met relatief veel doelgroepleerlingen de essentie zelf is van elk gelijke kansenbeleid. Het voorgaande brengt ons natuurlijk bij de identificatievraag: Wie is een doelgroepleerling en wie niet? In dit opzicht verheugt het ons dat in het voorontwerp van decreet de vroegere identificatieleemte die er was voor kansarme autochtonen, door de toevoeging van de leerlingen uit gezinnen die leven van een vervangingsinkomen, wordt opgevuld. Het verder beantwoorden van deze identificatievraag is echter een vrij technische aangelegenheid die ons te ver zou leiden.Het behoud en het stimuleren van de multiculturele en -sociale scholen is, in onze ogen, de derde hoofdpeiler van een goed uitgebouwd en efficiënt gelijkekansenbeleid. Dit is vanzelfsprekend een uitspraak met gevolgen in beide richtingen. Enerzijds wil dit zeggen dat er een eind moet komen aan het bestaan van de zogenaamde witte elite-scholen. Anderzijds moet het ontstaan van concentratiescholen, wat trouwens een uiterst ongelukkig gekozen term is, tot elke prijs vermeden worden. Reeds meermaals hebben we immers kunnen constateren dat er zich na de witte vlucht een zwarte vlucht voordoet, waarop de school haar poorten kan sluiten. Een bewijs temeer dat iedere ouder, van welke sociale of etnische afkomst dan ook, het beste wil voor zijn kind, zeker ook het beste onderwijs. De manier waarop men dit in de hand moet werken is de laatste dagen het onderwerp van een hevige discussie tussen de minister en een aantal organisaties en federaties van cultureel-allochtone minderheden. Hoewel het waarschijnlijk niet de beste oplossing is om een dergelijke draagkrachtoverschrijdende maatregel in te bouwen is het, naar onze mening, wel de meest realistische én haalbare. In tegenstelling tot wat door sommigen wordt beweerd, houdt het principe van het actief toelatingsbeleid stand.Naast deze drie hoofdpeilers is er een bijkomende maatregel die de maatschappelijke dualisering fundamenteel kan tegengaan, met name het volledig kosteloos maken van het leerplichtonderwijs. Het kan in onze ogen niet dat een kind in de kleuterschool de ouder(s) gemiddeld 198 euro (8.000 frank) per jaar kost. Een kind in het lager onderwijs kost zelfs 347 euro (14.000 Bef) per jaar. Het streven naar gelijke kansen moet hier beginnen, met name bij het wegwerken van de eerste, financiële, drempels. Voor ons maakt het verzekeren van de kosteloosheid van het leerplichtonderwijs integraal deel uit van een goed geïntegreerd gelijkekansenbeleid. In navolging van onze voorgaande initiatieven zullen we dan ook een voorstel van resolutie in het parlement indienen met de vraag aan de minister om een gericht en geëigend subsidiëringsbeleid uit te werken, opdat tegemoet wordt gekomen aan de kosteloosheid van het leerplichtonderwijs in al zijn facetten en bijgevolg in de meest brede zin van het woord.Kris VAN DIJCK, Dirk DE COCK, Chris VANDENBROEKE Vlaamse volksvertegenwoordigers voor VU&ID en Theo FRANCKEN ,wetenschappelijk fractiemedewerker VU&ID