Advertentie
Advertentie

Hors catégorie

Heteroseksualiteit is een politiek bestel gestoeld op de slavernij van vrouwen. Zoals elke lijfeigene hebben vrouwen de keuze tussen onderhandelen over de verbetering van hun situatie of ontsnappen. De lesbienne is zij die kiest voor de tweede oplossing: in de vlucht voorwaarts laat zij de vrouwelijke kaste voor wat ze is. Volgens het heersende sociale contract kunnen vrouwen niet zonder mannen en dus is de lesbienne geen vrouw. Zij zweert de patriarchale categorie van de vrouw af maar wil niet de plaats van de man innemen: hors catégorie wordt zij niet langer begeerd door wijfjes maar door andere emigranten uit het feodale rijk van het heteroseksisme. Zo luidt in een notendop de brutale stelling van Monique Wittig, radicaal-feministe, theoretica en schrijfster. In romans als Les Guerillères (Éditions de Minuit, 1969) en essaybundels als The Straight Mind (Beacon Press, 1992) bepleit zij straks al vier decennia lang de specificiteit van de lesbische identiteit en de eigenheid van het lesbische verlangen. Sinds Wittigs oversteek van Frankrijk naar de Verenigde Staten heeft de Angelsaksische queer theory (van onder andere Judith Butler en Teresa de Lauretis) veel te danken aan haar provocerende, sociaal-constructivistische ideeën omtrent sekse en gender. Haar invloed reikt ook ver buiten academies tot in militante lesbiennenorganisaties aan deze en gene zijde van de oceaan, en nu ook via de omweg van de cinemazaal tot in de buurtvideotheek.The Girl is een film noir gebaseerd op een kortverhaal van Wittig. Ze schreef samen met filmmaakster Sande Zeig het scenario. Het Parijse decor bevolkt met Engels sprekende actrices is een indicatie van haar transatlantische traject, maar vooral het feit dat de mannelijke personages geen dialoog krijgen toebedeeld maakt deze lesbiennefilm tot een voorbeeldige verwerking van het Wittigiaanse gedachtegoed. Het verhaal heeft alles van een raamwerk waarin archetypische posities worden ingenomen en bevraagd. De Schilderes vertelt over haar obsessie voor de Zangeres die ze eenvoudigweg het Meisje noemt. Het Meisje gaat meteen op de avances van de Schilderes in en wat begint als een one-nightstand groeit uit tot erotische vriendschap. De twee vrouwen onderhouden andere relaties: de Schilderes slaapt met haar zwarte vriendin, de Zangeres deelt het bed met de Man. Die laatste is de uitbater van de nachtclub, een werkgever die zijn vrouwelijk personeel als eigendom beschouwd en al vlug jaloers wordt op de Schilderes. Dreigementen ontaarden in fysiek geweld. De driehoeksrelatie wordt uitgespeeld in een vierkant: drie vrouwen, één man, of om het met Wittig te zeggen: twee lesbiennes, een vrouw en een man. En Wittig waardig loopt het slecht af voor en met het Meisje dat uiteindelijk gevangen blijft in de relationele en financiële netten van de heteroseksuele romance.Van de film noir-conventies houdt The Girl de off-screen verstelstem van de protagonist en de figuur van de femme fatale over. Een lesbo-update van het genre vergt de ontwrichting van de spelregels. De man ten prooi aan de lokroep van de fatale verleidster (in Gilda, en andere klassiekers) is hier een zelfgeproclameerde butch die valt voor de verlokkingen van de femme. Ondanks hun intieme relatie is het onderscheid tussen beiden van meet af aan merkbaar. Het Meisje speelt het passieve lustobject in een mannenwereld, ze laat zich bekijken en betalen door mannen. De Schilderes leeft in een parallel universum aan dat van de heterowereld, zij is vrouw noch man. Het siert de makers van The Girl dat ze hun schematische kijk op seksuele identiteit niet al te triomfantelijk aan de vrouw brengen. Hun film is gedrenkt in stilte en eenzaamheid. De intens erotische ontmoetingen tussen de Schilderes en het Meisje vormen momentane vrij-zones te midden van een heteroseksuele omgeving. De abstracties van het verhaal en van de locaties (een stuk Seine hier, een Frans café daar: Parijs is enkel herkenbaar als teken) benadrukken de permanente vervreemding van deze lesbiennes ten opzichte van de alomtegenwoordige straight mind.The Girl is een theatrale film. Hij ensceneert ideeën in tableaux die amper een meeslepend verhaal vormen. In dat opzicht sluiten Wittig en Zeig zich aan bij een bescheiden traditie van vrouwelijke filmmakers die het filmmedium hanteren als verlengstuk van de feministische theorie. Films buiten categorie zoals Female Perversions (Susan Streitfeld, 1996), gebaseerd op het gelijknamige boek van Loise J. Kaplan over de zelfdestructieve gewoontes van vrouwen, of zoals Verführung: Die grausame Frau (Elfi Mikesch en Monika Treut, 1985), waarin Jean Baudrillards gedachtegoed over verleiding door een feministische bril wordt gelezen. Fictiefilms geïnspireerd door, zelfs regelrecht gebaseerd op filosofische essays en cultuurtheorie. Deze ambitieuze ondernemingen worden al vlug gepercipieerd als moeilijkdoenerij en pretentie, en naar geijkte bioskoopnormen mangelt er ook in The Girl heel wat aan het acteren, het regisseren, het entertainen. Maar deel van de uitdaging van het betreden van dit spanningsveld tussen cinema en theorie bestaat net uit het zoeken naar andere vormen van representatie. Volgens deze filmmaaksters vergt de visualisering van de lesbische identiteit meer dan enkel het laten opdraven van nieuwe rolmodellen in oude vertelvormen.Lesbiennes hebben in mainstream Hollywoodfilms (als Bound) vaak dezelfde functie als in de heteropornofilm, namelijk als opwarmer voor het echte werk, als glijmiddel voor de mannelijke voyeuristische blik. Het bekende lesbonummertje in dit blootgenre heet voor de heteroman geen concurrentie. The Girl vertrekt daarentegen van de overtuiging dat het lesbische verlangen van een geheel andere orde is, een radicaal verschillend gebeuren dat wel degelijk een bedreiging voor de man (en vrouw) kan vormen. Stel je voor: de neukende vrouwen in die heteroporno gaan zo in elkaar op dat ze de man niet meer zien staan, sterker nog, dat ze hem niet (nooit?) meer begeren. Zo ogen de vrijscènes in The Girl. Van heel nabij gefilmd, dicht op de huid van de actrices, intimistische close-ups bestemd voor de lesbische blik. Er valt veel op deze film af te dingen dat hij bijvoorbeeld al te glad en afgelikt is om de drieste, brutale ideeën van Wittig gestalte te geven maar in de seks-scènes bewijzen de filmmaaksters dat er alvast een specifieke lesbische filmesthetiek bestaat.The Girl van Sande Zeig, 84 min., 2001,VHS & DVD.Très PasiEen filmmaker van middelbare leeftijd filosofeert op de set van een pornoprent over de status van de hedendaagse beeldcultuur... Jonge uniefstudenten ventilleren hun ongenoegen over het kapitalisme bij monde van een radicaal nieuwe taalactie: complete stilte voor de rest van hun dagen... Jean-Pierre Léaud - fetisjacteur van Truffaut en Godard en symbool van de Nouvelle Vague en Ovidie - superster in filmpornoland en mediaster op TF1 - samen op één affiche... Dit moet zonder twijfel een Franse film voor het art & essai-circuit zijn. Inderdaad, Bertrand Bonello heeft zijn Le pornographe van een misleidende titel voorzien. Niet enkel in Groot-Brittannië, waar de ijverige censuurcommissie de enige expliciete scène (goed voor 11 seconden) uit de film heeft geknipt, zullen heel wat kijkers zich bekocht voelen bij deze poëtische mijmering over generatieconflicten tussen vaders en zonen. Léaud speelt de ouder die toenadering zoekt tot zijn verloren jong. De vroege twen heeft jaren geleden het ouderlijke pand verlaten toen hij het weinig respectabel beroep van zijn vader achterhaalde. De man was pornograaf, filmmaker van meesterwerken als Hôtel des petites filles en Nice Perverse, en ziet zich net nu om den brode verplicht zijn oude roeping weer op te nemen. Terwijl de zoon en zijn zwangere vriendin worstelen met het nakende ouderschap en de neoliberale politiek, bindt de vader-filmmaker de strijd aan met zijn producent. Le pornographe is meta-cinema, een visueel essay over de huidige status van Het Beeld. Het pornogenre fungeert voor Bonello als een welkome metafoor voor het laakbare exhibitionistisch-voyeuristische karakter van de moderne media. De filmmaker staat erop om de vijand in huis te halen en dat levert meteen de beste scènes in zijn film op. De top van de Franse hardcore geeft acte-de-présence in zijn verhaal en de dames en heren doen voor de camera van de pornograaf uit de titel waar ze goed in zijn: beffen, zuigen, neuken en klaarkomen. Het is uitgerekend het money shot dat de Britse zalen niet heeft gehaald maar wel de pijler uitmaakt van Bonellos vraagstelling naar welke beelden te tonen en welke beelden niet te tonen. Zijn pornograaf benadert de seksfilm volgens de strenge voorschriften van wijlen Robert Bresson: suggereren, altijd suggereren, want wie toont, vernietigt het mysterie. Het is het verschil tussen de auteur-pornograaf die aan zijn actrice vraagt om het sperma in te slikken en zijn producent die aan de acteur beveelt om zichtbaar in haar gelaat te ejaculeren. Vanuit die pragmatische probleemstelling naar de politieke dimensies van het modernistische, cinefiele debat is voor een Franse art movie maar een kleine stap. Bonello geraakt gaandeweg verward in zijn eigen beschouwingen over het failliet van de soixanthuitard-generatie en strandt in ongevaarlijke melancholie die weliswaar prachtig oogt. De titel doet anders vermoeden, maar in Le pornographe zitten de mooiste filmbeelden van Parijs sinds lang.Le pornographe van Bertrand Bonello, 138 min., 2001, VHS & DVD.Samenstelling: Herman ASSELBERGHSDoodgraagIn de zalen loopt momenteel Hable con ella, Almodovars respectabel sprookje over de liefde van een man voor een dode vrouw. Wie houdt van necrofiele affaires kan in de (betere) buurtvideotheek terecht voor: NekroromantikJörg Buttgereit, 1987, 75 min.Een straatveger verzamelt stiekem lijken uit auto-ongelukken en introduceert aan de hand van zijn uitgebreide collectie zijn vriendin in de geneugten van het post mortem-bloot en de rigor mortis-seks. Een mijlpaal in de categorie van de slechte smaak.KissedLynne Stopkewich, 1996, 78 min.Een bevallige necrofiele vindt haar droomjob als lijkschouwer bij de plaatselijke begrafenisondernemer. Maar het verschil tussen de vrijpartijen met de gewillige slachtoffers op haar werktafel en met haar levendige vriend in de slaapkamer is groot.Bad TimingNicolas Roeg, 1980, 129 min.Een professor in de psychologie verkracht zijn vriendin nadat ze in een coma beland is. Aan de politie rapporteert hij haar zelfmoordpoging door overdosis, maar een ijverig detective ontfutselt hem tijdens een lange ondervraging zijn diepste en ziekste verlangens.