Laten we een punt achter België zetten
Tot ergernis van zijn kanseliers, van Helmut Schmidt tot Gerhard Schröder, is Duitsland de grote nettofinancier van de Europese Unie: het Duitse debetsaldo van 9,5 miljard euro (in 1999) bedraagt evenveel als dat van de zeven andere debetlanden samen. Maar de inkomenstransfers van het kleine Vlaanderen naar Wallonië (inclusief staatsschuld) zijn even hoog: de gemiddelde Vlaming telt per jaar 1.382 euro voor zijn zuidelijke landgenoot neer, twaalf keer meer dan wat de gemiddelde Duitser betaalt om Europa te doen werken! De Vlamingen zijn kampioenen van solidariteit. Zonder staatsschuld komen de Vlaamse inkomenstransfers naar Wallonië neer op 5,6 miljard euro, terwijl de Länderfinanzausgleich van West- naar Oost-Duitsland 6,2 miljard euro bedroeg: een Vlaming betaalt per hoofd voor zijn zuidelijke landgenoten 815 euro of ruim het achtvoudige van wat de West-Duitser (95 euro) via belastingen voor zijn oostelijke landgenoot afdraagt. Solidariteit moet, maar zoveel solidariteit is zonder meer een schandaal.In Europees perspectief zijn onze inkomenstransfers dus nog ontstellender dan algemeen wordt aangenomen. De burger die voor een habbekrats wordt gemobiliseerd, mag deze realiteit niet langer wegmoffelen. Hij mag dat zeker niet doen in het licht van de afnemende draagkracht van de Vlaamse economie, de onheilspellende demografische vooruitzichten, de stuitende inmenging van Wallonië in Vlaamse aangelegenheden, het Waalse njet tegen aanvullend Vlaams beleid, kortom het gebrek aan federale loyauteit en het manifest uiteengroeien van de civiele maatschappij in noord en zuid.Ondergetekende heeft een en ander uitvoerig gedocumenteerd in een artikel over De Europeesrechtelijke gevolgen van de opdeling van België, dat in het jongste nummer van het kwartaalschrift Secessie (www.SECESSIE.nu) is verschenen. Voor iedereen is het beter, een punt achter België te zetten. Ook voor onze Waalse landgenoten is het beter dat ze hun zelfrespect herwinnen en uit de armoedeval van de massieve structurele inkomenstransfers stappen. Het einde nadert wel degelijk voor 170 jaar Belgische utopie, zoals Tsjechië en Slovakije een decennium geleden in een fluwelen revolutie aan 70 jaar utopie van gedwongen samenzijn een einde maakten.Dat het Europa van de regios soelaas zou bieden, is een illusie. Regios tellen in Europa niet mee; Luxemburg en straks Malta zullen altijd zwaarder wegen dan Catalonië of Vlaanderen. De EU-verdragen kennen enkel staten en wie wil meetellen moet staat worden. Dat bleek ten overvloede op de Conferentie van de Regios in Luik (15 en 16 november 2001) en uit het Witboek over Goed Bestuur dat de Commissie-Prodi in juli 2001 lanceerde.Als Vlaanderen en Wallonië soevereine staten worden in de plaats van België, zal de uitgebreide EU van 26 lidstaten 12 landen tellen die kleiner zijn dan Vlaanderen, zelfs 6 die kleiner zijn dan Wallonië. Vlaanderen zal volgens de criteria die in het Verdrag van Nice voor de uitgebreide Unie werden gehanteerd, recht hebben op 15 à 16 zetels in het Europese Parlement en 8 à 9 stemmen in de Raad van Ministers, net minder dan Oostenrijk, maar meer dan Slovakije, Denemarken en Finland. Aan Wallonië zullen 11 parlementszetels en 6 stemmen in de Raad toekomen, minder dan aan Ierland en Litouwen, maar meer dan aan Letland of Slovenië. Het stadsgewest Brussel heeft er alle belang bij dat het binnen Vlaanderen blijft waar het geografisch thuishoort. Alleen Vlaanderen kan de omvangrijke inkomenstransfers naar Brussel voortzetten en zelfs uitbreiden; daar is het van zijn Vlaamse navelstreng losgekoppelde Wallonië helemaal niet toe in staat. Het open en tolerante Vlaanderen zal voor alle Brusselaars een echte meerwaarde bieden. Brussel zal zijn taalstatuut uiteraard behouden en de EU moet kunnen worden betrokken bij het bestuur van de stad die haar belangrijkste vestigingsplaats is, al zal de EU niet meteen van een Europees district willen weten. Vlaanderen kan zich ook sterk maken, dat het Wallonië zal bijstaan bij het vervullen van de verplichtingen die worden opgelegd door het EMU-stabiliteitspakt.Als het Europa van de Regios een illusie is, dan is aansluiting bij de buurlanden dat nog meer. Met Vlaanderen erbij zou Nederland op de hoogte komen van Roemenië (kandidaat voor de tweede ronde na 2004) en maar één stem in de Raad van Ministers bijwinnen, terwijl het voor Vlaanderen maar 8 zetels in het Parlement zou verdienen. Frankrijk zou met Wallonië erbij al helemaal niets winnen op het vlak van de Raad, terwijl er voor Wallonië hooguit een drietal EP-zetels beschikbaar zouden zijn. Dat moeten de rattachisten van P.-H. Gendebien intussen ook wel weten.Het vooruitzicht van een opdeling van België moet op de Europese Conventie worden aangekaart. Het zou een historische vergissing zijn, als geen enkele Vlaamse deelnemer deze gelegenheid zou aangrijpen. Iemand toch zal zich als een Vlaamse Vaclav Havel of een nieuwe P.P. Rubens moeten opwerpen om de vreedzame splitsing op het Europese en wereldforum aanvaardbaar te maken.Vlaanderen zal een dynamisch project moeten opzetten om zijn inwoners, vooral zijn Brusselse inwoners warm te maken. Dit project Vlaanderen zal de burger tot meer moeten bezielen dan een vaag soort Verfassungspatriottismus. Het gaat immers niet om de afbraak van België maar om de schepping van een moderne, open, meertalige staat Vlaanderen die baanbrekend beleid voert en model staat voor andere regios met gelijkaardige ambities. Bij alle regios met staatsambities moeten bondgenoten worden gezocht.Een Europa van talrijke regio-staten is allicht de enige weg die het Europa van de toekomst kan bewandelen. Guido NAETS De auteur is publicist en Europa-deskundige