Advertentie
Advertentie

Parket-generaal blijftin genocidewet geloven

(tijd) - De Brusselse kamer van inbeschuldigingstelling (KI) heeft zich gisteren in het raam van een klacht wegens misdaden van internationaal recht tegen de president van Ivoorkust, Laurent Gbagbo, opnieuw gebogen over de ontvankelijkheid van de zogenaamde genocidewet.In juni 2001 dienden honderdvijftig personen bij het parket van Brussel een klacht in wegens misdaden tegen de menselijkheid tegen president Gbagbo, zijn voorganger generaal Robert Gueï en de ministers van Binnenlandse Zaken en van Defensie, Emile Boga Doudou en Moïse Lida Kouassi. De klacht heeft te maken met de 57 doden die in oktober 2000 in een massagraf in Yopougon in het noordwesten van Abidjan werden aangetroffen.Het Openbaar Ministerie meent dat de klachten tegen de president van Ivoorkust ontvankelijk zijn, maar vindt het de taak van de KI te oordelen over het probleem van de onschendbaarheid van een staatsleider. Het openbaar ministerie is ervan overtuigd dat artikel 12 van het Belgische gemeenrecht niet van toepassing is in deze materie. Die algemene rechtsregel zegt dat de verdachten van misdaden die buiten België zijn gepleegd in België slechts kunnen worden vervolgd wanneer de verdachten in België verblijven. De KI aanhoort op 29 mei de pleidooien van de advocaten. Op 15 mei behandelt de KI ook nog de ontvankelijkheidsprocedure voor de klacht tegen de Israëlische premier, Ariel Sharon.Vorige week heeft de KI, in een andere samenstelling, op basis van artikel 12 van het Belgische gemeenrecht geoordeeld dat de klachten tegen de gewezen minister van Buitenlandse Zaken, Abdoulaye Yerodia, niet ontvankelijk waren. De burgerlijke partijen hebben tegen dit arrest cassatieberoep aangetekend.