Advertentie
Advertentie

Provinciale kieskringen verzwakken de democratie

Het blijkt dat premier Verhofstadt zich hard inzet om nog vóór Pasen tot een akkoord te komen onder de coalitiepartners teneinde de parlementsverkiezingen, al van volgend jaar af, met provinciale kieskringen te laten plaatshebben. Dat is een nogal vreemde gang van zaken als men weet dat een meerderheid van de achterban van de VLD en sp.a tegen dergelijke kiesomschrijvingen is. Het zijn veeleer enkelingen aan de top van deze politieke partijen die absoluut hun wil willen opdringen en tot elke prijs een democratische besluitvorming over het onderwerp uit de weg gaan. Zij worden hierbij wellicht gedreven door hun electorale ijdelheid en door hun machtsdrang om in te grijpen bij de toekomstige lijstsamenstellingen.Met de vorming van provinciale kieskringen wil de partijtop van VLD en sp.a meer macht krijgen bij de samenstelling van de lijsten en willen een aantal kopstukken zich electoraal meten met hun directe tegenstrevers. Het wordt bijgevolg bij de komende verkiezingen een populariteitstest onder de grote kanonnen, waarbij de partijprogrammas en de beleidsvisies die de politieke partijen voorstaan naar de achtergrond worden verdrongen.Het is vanzelfsprekend dat door provinciale kieskringen in te voeren, de kloof met de burger zal toe- in plaats van afnemen, wat men de laatste decennia nochtans steeds als doelstelling heeft vooropgesteld. De verkozen politicus dreigt hierdoor te vervreemden van zijn electoraat en zal de polsslag van de streek die hij vertegenwoordigt, die voortaan immers een hele provincie zal beslaan, onvoldoende kennen en aanvoelen. Kortom, de natuurlijke band tussen de kiezer en de verkozene zal sterk verzwakken. Beseffen de VLD- en sp.a-tenoren dan werkelijk niet dat met de vorming van provinciale kieskringen de democratie zeker niet wordt versterkt en de kritische massa groter wordt naarmate de verkozenen zich van de kiezers verwijderen?Om tegemoet te komen aan het uitgangspunt van de deontologische code van de Vlaamse Volksvertegenwoordigers die stelt dat in een moderne democratie een nauwe band moet bestaan tussen de bevolking en haar vertegenwoordigers in het Parlement, mag er zeker niet getornd worden aan de bestaande arrondissementele kieskringen.Alles laat voorzien dat via provinciale kieskringen een ander soort politici onze parlementen zal bevolken: mensen die nog weinig voeling zullen hebben met de basis en zo goed als geen terreinkennis bezitten. Aldus is het niet denkbeeldig dat op termijn bijna wereldvreemde politici hun intrede zullen doen in onze parlementaire assemblees. Nochtans moet het parlement een weerspiegeling zijn van de samenleving. Dat bereikt men het best via de bestaande kieskringen, waar het dagelijkse contact met de kiezer een realiteit is.Verder ligt het voor de hand dat kandidaat-politici zich via lobbying aan de top van de partijen zullen trachten waar te maken en hoegenaamd geen inzet meer zullen leveren in de lokale afdelingen. In Brussel op een goed blaadje staan, zal immers renderender zijn dan te militeren op het lokale en arrondissementele vlak.Het subsidiariteitsbeginsel heeft tot doel de beslissingsbevoegdheid bij de instantie te brengen die zo dicht mogelijk bij de bevolking staat. De invoering van provinciale kieskringen houdt echter in dat in plaats van de huidige partij- en arrondissementele afdelingen voortaan de hogere provinciale politieke instanties de kandidatenlijsten zullen samenstellen, met dan nog een mogelijke ingreep van de centrale Brusselse partijorganen, zoals de sp.a-voorzitter vorig jaar al heeft aangekondigd in een interview.Het is bijgevolg zonneklaar dat met het groter maken van de kieskringen het subsidiariteitsbeginsel niet wordt nageleefd, doch integendeel met de voeten wordt getreden. Nochtans ijvert de overheid er al jaren voor dat de zaken die door een lager orgaan kunnen worden verricht, niet door een hoger ter hand worden genomen. Het druist dan ook tegen elke logica in de bevoegdheid van de lijstensamenstelling aan provinciale en nationale instanties toe te vertrouwen.Provinciale kieskringen met vedettencultus en populisme, met een grotere kloof met de burger, met een ander soort politici, met het negeren van het subsidiariteitsbeginsel zullen hoe dan ook leiden naar depolitisering van de publieke opinie. Alles zal immers gefocust worden op personen, waardoor de programmas en de maatschappijvisies die de politieke partijen voorstaan, totaal bijkomstig zullen worden. Daardoor zal de kiezer, zelfs al op korte termijn, het onderscheid tussen de politieke partijen helemaal niet meer kunnen maken. Van onze politieke partijen in de echte zin van het woord zal ten andere niet veel meer overblijven, aangezien deze gewoonweg kiesverenigingen zullen worden.Een jammerlijke evolutie, want het is precies via het onderscheid in politieke programmas en opvattingen dat de bevolking haar keuze zou dienen te maken. Daarenboven zou men nu toch al moeten weten - de geschiedenis heeft dat trouwens al voldoende bewezen - dat de vergrijzing van de ideologie oorzaak is van de verbruining van de maatschappij.Herman DE LOORDe auteur is Vlaamse Volksvertegenwoordiger voor sp.a en burgemeester van Zottegem