Stembereik
De lezer van deze krant weet het al langer: als het kunst wordt, staat het in de Tijd-Cultuur. Maar zo vanzelfsprekend is het blijkbaar nog niet voor iedereen, en allerminst voor minister Bert Anciaux. Deze maand wil hij dat er gedebatteerd wordt en daarom verschijnen er in alle Vlaamse kranten nu ook vier even suggestieve als krampachtige vragen: Maakt cultuur van elke werkweek een weekend in 2020?, Hoe graag zien we onze buren in 2020?, Leven we in 2020 met verschillende culturen prettig samen? en Kan cultuur in 2020 nog zonder pc en portemonnee? Een bijkomende vraag die zich hierbij spontaan aan ons opdringt: waarom saboteert de Vlaamse regering haar eigen enquêtes met zon erbarmelijke copywriting? De eerste gepubliceerde advertentie werd alvast enigszins bijgeschaafd tot Brengt cultuur in 2020 meer mensen dichter bij elkaar?. Maar het blijft een geforceerde boel, meer wishful thinking dan een stimulans tot discussie. Uiteraard zal elke zelfingenomen cultuurconsument wel positief reageren, maar de rest mikt dergelijke fantasievraagstukjes gegarandeerd recht in de prullenmand. Waarom durft de regering geen echte provocerende stellingen te lanceren in plaats van dit soort voorzichtige, retorische vraagjes? Dan was Eric Antonis slogan Kan kunst de wereld redden? ten tijde van Antwerpen 93 toch een veel fermer breekijzer voor discussie.Een debat dat nooit mag ophouden. Naar aanleiding van het Museum aan de Stroom laaide er in het schepencollege van onze havenstad een heuse discussie op over Kunst versus Körperkultur. Een uitgelezen kans voor Anciaux, die zowel minister van Cultuur als van Sport is, om met een krachtig statement zijn eigen beleidsvisie te afficheren, om over de Afrikanen op het WK én over de Dokumenta van Okwui Enwezor te preken, over L!nk en FC de Kampioenen. Maar hij mist daarvoor net de nodige esprit. Of hij zit met Raymond van het Groenewoud liever op café diens tekst te herschrijven voor de 11-juli versie van Vlaanderen Boven, waar men faalt en aan de toog expliceert. Enige zelfironie is een gezonde reflex, dat zeker, en een vlotte meezinger scoort ook altijd beter dan een verfijnde melodie. Blijkbaar wenste geen enkele journalist er de afgelopen week op te wijzen dat de Heer en het AVV VVK weliswaar in de songtekst bewaard bleven, maar dat waar Vlaamse Vogeltjes fluiten, nu waar de vogeltjes fluiten is geworden tout court. Niet dat we dat erg vinden, maar waarom toch? Met zijn nieuwe, twaalfstemmige arrangement gaat onze Vlaamse bard precies dezelfde toer op als dat gênante ensemble Britse rocksterren op en rond Buckingham Palace. Hoe populistisch en laagdrempelig het ook mocht schijnen, dat Jubilee-concert getuigde tegelijk van een onbeschaamde nostalgie naar Britse superioriteit, inclusief allerlei raciale reflexen. Onder een dun laagje multiculturele humor straalde de blanke zelfgenoegzaamheid ontstellend breed van het scherm. Waarom heet de hele campagne niet simpelweg Veelzijdig Vlaanderen in plaats van Kleurrijk Vlaanderen? Dan hadden ze er net zo goed meteen een Multi-Cultureel Vlaanderen kunnen van maken. Een compromis wellicht, of nog erger: een schijngebaar. En waarom ook die fixatie op 2020? Even betuttelend als de suggestieve vragen, is de gedachte dat het Vlaamse volk een collectief project moet worden aangesmeerd, opdat alle neuzen decennia lang in dezelfde richting zouden wijzen. Een blijk van paarse overmoed, die niet wil onderkennen dat de politieke realiteit veel grilliger kan verlopen dan alle voorspellingen. Dit was trouwens ook de week waarin de Pim Fortuyn-song At your service uit de Nederlandse Mega Top 100 werd geweerd, wegens een té eclatant succes. Maar goed, vier weken lang wordt de kloof tussen de burger en de politiek dus eventjes geherinterpreteerd als een kloof tussen kunstenaar en publiek. De belangrijkste factor blijft evenwel het stembereik van Anciaux zelf. Nu hij zich expliciet heeft uitgesproken voor één partij, zal hij niet zo makkelijk meer zijn zin kunnen doordrijven bij de rest van de regering. Kan hij het ook een toontje lager?