Advertentie
Advertentie

Windvoordeel voor alternatieve energie

De koersen van de producenten van alternatieve energiebronnen zitten in de lift. Het positief momentum wordt veroorzaakt door politieke beslissingen en de stijgende olieprijs. Op 8 maart besloot de Amerikaanse Senaat de subsidies voor windenergie (PTC of Production Tax Credit) te verlengen tot eind 2003. Sindsdien zijn de koersen van de Deense windturbineproducenten Vestas Wind Systems en NEG Micon met gemiddeld 40 procent gestegen. Beleggers anticiperen op de bestellingen die in afwachting van deze beslissing werden opgeschort. Bij Vestas is deze verwachting voor een stuk ingelost. De Deense producent is met een marktaandeel van 24 procent marktleider in windturbines. Vorige week kondigde Vestas aan dat het 175 windturbines gaat leveren aan Florida Power & Light met een optie op 650 bijkomende turbines. De grootte van de bestelling wordt geschat op 500 miljoen Deense kroon (67 miljoen euro). Vestas bouwt in de VS een turbinefabriek om aan de vraag te voldoen. West-Europa neemt 72 procent van de vraag naar windturbines voor zijn rekening, maar naar verwachting zal de VS op termijn de grootste afnemer worden. De markten in Duitsland en Spanje beginnen immers verzadigd te raken. Vestas realiseert 40 procent van de omzet in de VS en is goed geplaatst om van deze trend te profiteren.De stijging van de olieprijzen werkt eveneens positief in op de aandelen. Wanneer de olieprijs stijgt, dan klinkt de roep naar het aanboren van alternatieve energiebronnen luider. Dit wordt in de VS versterkt omdat stroomdistributeurs hogere grondstoffenprijzen niet kunnen doorrekenen. Dit leidde begin 2001 tot stroomonderbrekingen in Californië. De correlatie tussen Europese producenten van windmolens (Vestas, NEG Micon, Nordex) en de olieprijs bedroeg over 2001 81 procent. De aandelen correleerden toen ook sterk met technologieaandelen door hun groeistatus. De correlatie met de Nasdaq-index bedroeg in 2001 76 procent. Zowel de olieprijs, de Nasdaq-index als de windturbineproducenten daalden sterk in 2001. Sinds begin dit jaar is er een kentering merkbaar. De correlatie tussen de windturbineproducenten en de olieprijs blijft sterk positief, terwijl de correlatie met Nasdaq negatief is geworden. Sinds de koersexplosies hebben analisten hun rating voor de sector verlaagd. Bear Stearns verlaagde de rating voor Vestas van kopen naar bijkopen. Fundamenteel bedreigen twee zaken de rooskleurige vooruitzichten van de turbineproducenten. Vooreerst is de sector in korte tijd competitiever geworden. Doordat Vestas de Spaanse dochter Gamesa heeft verkocht, ontstaat er een nieuwe concurrent. Een andere concurrent, General Electric, versterkt zich door de overname van Enron Wind, de turbineafdeling van Enron. Beide gebeurtenissen zullen de prijsdruk verhogen. Bovendien blijft de sector afhangen van subsidies om te concurreren met andere energiebronnen. De bestaande subsidieregeling in de VS zorgt opnieuw voor onzekerheid na 2003. Een langdurig subsidieplan van bijvoorbeeld vijf jaar zou de groeivooruitzichten bestendigen en de volatiliteit uit de sector nemen. Door de onzekerheden valt een beperkte belegging in een beleggingsfonds sowieso te verkiezen boven een belegging in individuele aandelen. CDR