Tim Berners-Lee: 'We kunnen het wereldwijde web nog fiksen'
Hij is de bedenker van het www. Maar de onuitputtelijke bron van informatie en ideeën werd ook een manipulatiemachine. In een zeldzaam gesprek vertelt Tim Berners-Lee hoe hij het web wil herstellen.
Hoe meer mensen digitaal verbonden zijn, hoe meer informatie ze delen, hoe meer vrijheid er is, hoe beter de wereld ervan wordt. Dat is, samengevat, het ideaal achter de geboorte van het wereldwijde web in 1990. ‘En dan plots, sinds 2016, realiseer je je dat connectiviteit en vrijheid, waar je al die jaren voor hebt gevochten, hun grenzen hebben’, zegt sir Tim Berners-Lee, die als software- ingenieur bij CERN de basis legde van het web.
De mate waarin mensen zich positief gedragen, hangt sterk af van het design dat je aan de dingen geeft.
2016 is het jaar van de verkiezing van Donald Trump als president van de Verenigde Staten. Hem noemt Berners-Lee niet bij naam. Maar dat was wel duidelijk het moment waarop hij besefte dat zijn uitvinding niet per se een kracht voor het goede is. Dat het web ook overloopt van criminaliteit, manipulatie van verkiezingen en haatberichten. En dan hebben we het nog niet over de almacht van de grote techbedrijven.
Berners-Lee wil zijn creatie weer op de juiste weg krijgen met het Solid-project, een virtuele datakluis om persoonlijke gegevens, zoals een rekeningnummer, veilig in weg te bergen in plaats van ze te grabbel te gooien aan zoekmachines en sociale netwerken. De gebruiker kan vervolgens zelf beslissen welke appontwikkelaars en servers die gegevens kunnen inkijken, en eventueel die toegang later weer ongedaan maken.
Aan Solid wordt in Vlaanderen volop meegewerkt door de Universiteit Gent en het onderzoekscentrum imec. De Gentse professor webtechnologie Ruben Verborgh stuurt het project hier aan. De Vlaamse minister-president Jan Jambon (N-VA) wil Solid invoeren bij de Vlaamse overheid, het zal begin volgend jaar deel uitmaken van de Mijn Burgerprofiel-applicatie. Vlaanderen is daarmee wereldwijd koploper. We spreken Berners-Lee op het kabinet van Jambon, samen met John Bruce, de CEO van zijn bedrijf Inrupt.
Het web moest een kracht zijn die de wereld beter maakte. Is dat nu nog wel zo?
Tim Berners-Lee: ‘We kunnen het goede niet als vanzelfsprekend beschouwen. Het is belangrijk er wetenschap op los te laten, te begrijpen hoe mensen het web echt gebruiken. We moeten systemen bouwen die mensen toelaten constructief te zijn en samen te werken. Ook mededogen is van belang. De mate waarin mensen zich positief gedragen, hangt sterk af van het design dat je de dingen meegeeft.’
Hoe hebben zakenmodellen gebaseerd op advertentie-inkomsten en bedrijven die op die basis werken het web beïnvloed?
Met de consument aan het stuur van zijn eigen data kan personalisering veel effectiever.
Berners-Lee: ‘Advertenties an sich zijn niet slecht. Het gaat over de secundaire effecten. Die zie je heel goed in de documentaire ‘The Social Dilemma’. Die film zoomt in op één probleem: de manier waarop een welbepaald sociaal netwerk engagement probeert te optimaliseren. Het belangrijkste doel is mensen op advertenties te laten klikken. Waarop ze klikken, of het nu iets is wat niet waar is, of wat gewoonweg smerig is, maakt niet uit. Een sociaal netwerk dat alleen bestaat bij de gratie van engagement, is een probleem. Maar dat valt te fiksen.’
Facebook mag dan veel kritiek krijgen, het blijft het wel goed doen, financieel en in aantallen gebruikers. Is big tech eigenlijk wel te verslaan?
Berners-Lee: ‘Je kan een nieuw systeem bouwen. Een paar mensen gebruiken het en dan begint het te groeien. Dat gebeurt omdat gebruikers enthousiast zijn over dat systeem. Het gebeurt niet in functie van hoeveel mensen op Facebook zitten. Er waren veel mensen op Friendster en MySpace, toen Mark Zuckerberg in zijn slaapzaal aan Facebook werkte. Hij was daar niet ongerust over. Mensen vroegen hem niet of hij MySpace frontaal aanviel.’
Donderdag had een overleg plaats tussen minister-president Jan Jambon en het agentschap Digitaal Vlaanderen met Tim Berners-Lee. Na afloop werd bekendgemaakt dat Digitaal Vlaanderen een samenwerking opzet met Inrupt, het bedrijf dat mede door Berners-Lee werd opgezet om de Solid-technologie voor datakluizen te promoten.
De samenwerking heeft plaats naar aanleiding van de nakende oprichting van een Vlaams datanutsberijf. Hierbij zal Digitaal Vlaanderen de mogelijkheden verkennen om de diensten rond het aanbod van de persoonlijke datakluizen ook te verlenen aan organisaties en overheden buiten Vlaanderen.
Er zal ook worden geput 'uit de expertise en het academische kennisnetwerk van de Universiteit Gent en meer specifiek van professor Ruben Verborgh, wereldexpert op het gebied van Solid. Daarnaast is er in Vlaanderen 'een brede waaier aan expertise aanwezig om samen meerwaarde te halen uit een Solid data-ecosysteem'.
Volgens het kabinet 'is het dan ook cruciaal dat een aantal bedrijven en start-ups in Vlaanderen klaar staan om diensten te beginnen bouwen boven op een Solid data-ecosysteem'.
Is er een trade-off tussen persona-lisering en privacy? Of kunnen we beide hebben?
Berners-Lee: ‘De combinatie is absoluut mogelijk. Alles draait om de controle over je eigen data. Je hebt zelf toegang tot veel meer data dan gelijk wie. Een retailer weet wat je bij hem hebt gekocht, maar jij weet wat je bij allerlei andere winkels koopt. Als ik naar een retailer stap, kan ik voorstellen mijn volledige retailprofiel te tonen, plus een hoop andere gegevens, en zien wat de retailer daar tegenover stelt. Met de burger of consument aan het stuur van zijn eigen data kan personalisering veel effectiever gebeuren.’
John Bruce: ‘Dan pas spreken we echt over personalisering. Niet als profielen worden gemaakt op basis van een beperkte hoeveelheid data. Pas als de gebruiker zichzelf beschrijft, is er echte personalisering.
Is er bij controle geen bewuste beslissing nodig? Zijn we daar als consumenten klaar voor? We zijn het niet gewend echt over onze data te beslissen.
Berners-Lee: ‘Het is alleszins beter dan anderen voor jou te laten beslissen. Je zou kunnen vertrekken vanuit een datakluis die je opzet voor je gezin. Ouders kunnen voor hun kinderen bepalen welke data ze delen en welke niet. Er kunnen lijsten aangemaakt worden van betrouwbare websites. Controle hebben over je data betekent ook dat je beslissingen kan delegeren. Stel dat een verzekeraar naar bepaalde medische gegevens vraagt, wil ik die dan delen? Misschien besteed ik die vraag wel uit aan mijn huisarts. Er is een hele waaier aan manieren waarop mensen hun data kunnen beheren of delegeren.’
Hoe verloopt de uitrol van de Solid-technologie?
Bruce: ‘Er is al een land dat Solid wil toepassen voor belastingen en werk, er lopen tests in de gezondheidszorg en in de pensioensector, en er is een project voor slachtoffers van huiselijk geweld. Er wordt onderzocht hoe het systeem te gebruiken wanneer iemand mentaal niet langer in staat is zijn zaken te beheren. We wisselen al die ervaringen uit. Ook commerciële bedrijven uit de telecom- en de retailsector tonen interesse.’
U schonk de wereld het web. Had u daar niet beter een patent op genomen?
Berners-Lee: ‘In de begindagen van informatiesystemen was er een communicatieprotocol met de naam Gopher. Het systeem werd opgezet op de campus van de universiteit van Minnesota. De interface zat goed in elkaar. Je kon er bestanden delen, er waren menu’s waar je door kon klikken.’
‘Begin jaren negentig was Gopher de top van het internet. Maar op een bepaald moment besloten de oprichters licenties te verkopen om het systeem te gebruiken. De trafiek op de servers van Gopher begon meteen af te nemen. Het duurde niet lang of mensen van de IETF (The Internet Engineering Task Force, red.) begonnen me aan te spreken met de boodschap dat ze zo snel mogelijk van Gopher af wilden.’
‘De enige reden waarom het wereldwijde web zo groot is kunnen worden, is omdat iedereen hetzelfde gratis protocol gebruikte. Als je alle informatie ter wereld wil verzamelen, kan je toch niets extra’s vragen? Mocht ik een patent op het www hebben genomen, dan zaten we hier nu niet te praten.’
Tim Berners-Lee (65) is geboren in Londen als zoon van computerwetenschappers. Vandaag is hij professor computerwetenschappen aan de universiteit van Oxford en aan het Massachusetts Institute of Technology.
Als consultant/software-ingenieur bij de onderzoeksinstelling CERN in Zwitserland stelde Berners-Lee in maart 1989 een systeem voor dat moest helpen bij het beheren van informatie. Samen met de Belg Robert Cailliau werkte hij aan wat het wereldwijde web zou worden. Berners-Lee werd er uitvoerig voor gelauwerd. In 2004 werd hij geridderd door koningin Elizabeth II. Berners-Lee tekende ook voor de eerste webbrowser en -server.
Nadat hij het CERN had verlaten, stichtte hij het World Wide Web Consortium (W3C), de belangrijkste instantie voor het bepalen van technische standaarden voor het wereldwijde web.