'Zweedse centrale bank is gek geworden'

De Riksbank, de oudste centrale bank ter wereld, houdt de basisrente op minus 0,5 procent. Meer nog: de de Zweedse centraal bankiers blijven beleggers beloven dat rente zeker tot midden 2018 op het huidige bodempeil blijft. Pas diep in 2019 zou de beleidsrente volgens de huidige voorspelling boven nul piepen. 

Dat is een verrassing: veel economen hadden verwacht dat de Riksbank van die belofte zou afstappen. Het is niet moeilijk in te zien waarom. De Zweedse economie groeit als een tierelier: in het tweede kwartaal liet het Scandinavische land met 1,7 procent groei - vier keer het Belgische groeitempo - het gros van de Europese Unie achter zich, jaar op jaar was er 4 procent groei. 

En de bodemrente verbaast nog meer aangezien de inflatie intussen tot 2,2 procent is gestegen en de jongste jaren het gros van de tijd in de nieuwe ingevoerde 'bandbreedte' van 1 à 3 procent zat. 

'Sorry, maar het is gek om de rente bij de huidige inflatie op min 0,5 procent te houden', stelt SEB-hoofdeconoom Robert Bergqvist onomwonden op Twitter.

Waarom de Riksbank dan toch volhardt? In essentie komt het argument neer op 'de anderen doen het ook'. 'Het is belangrijk voor de inflatie dat de kroon niet te sterk stijgt', klinkt het. 'Dit zou kunnen gebeuren als het beleid van de Riksbank te ver afwijkt van dat van andere landen'.

Lees: we gaan pas ons beleid verstrakken als ook Mario Draghi, voorzitter van de Europese Centrale Bank, dat doet.

Bostadsbubbla

Maar intussen voedt de extreem lage rente wel een huizenzeepbel - 'bostadsbubbla' in het Zweeds - die in Europa op dit ogenblik zijn gelijke niet kent. Volgens het Zweedse bureau voor de Statistiek is de gemiddelde woning in de periode mei-juli jaar op jaar weer 9 procent duurder geworden.

De gemiddelde prijs is nu 2,96 miljoen kronen (310.000 euro), maar in de betere buurten van Stockholm zijn de prijzen helemaal astronomisch en wordt je al snel op een jaar tijd op papier één miljoen kronen rijker.