Logo
Tijd Connect biedt organisaties toegang tot het netwerk van De Tijd. De partners zijn verantwoordelijk voor de inhoud.

‘De Belgen moeten een 4e pijler opbouwen’

‘Wil u na pensionering uw levenstandaard behouden, dan moet u uw wettelijk pensioen en de extrawettelijke vergoedingen aanvullen’, vindt Bart Van Craeynest, Chief Economist bij beleggingsvennootschap Petercam. Want bij het beëindigen van uw beroepsleven nemen uw inkomsten fors af.

Wat mogen de Belgen verwachten op vlak van pensioen?

Het lijkt erop dat ons wettelijk pensioenstelsel – de eerste pijler – de volgende jaren behouden kan worden. Rekening houdend met de omstandigheden is dat uiteraard goed nieuws. Want sinds 2007 wordt de impact van de vergrijzing op de overheidsuitgaven steeds groter. Die zijn gestegen van 8,5 procent naar 10,1 procent van het BBP. U moet dus niet verwachten dat de pensioenen de komende decennia ook maar enigszins zullen stijgen. En dat geldt vooral voor de hoogste inkomens. Ik heb de indruk dat slechts weinig Belgen er zich van bewust zijn hoe fors hun inkomsten zullen dalen wanneer ze met pensioen gaan. Een voorbeeld: iemand verdient 1,5 keer het gemiddeld inkomen. Zijn pensioen zal dan slechts 45 procent van zijn gemiddeld inkomen over zijn volledige loopbaan bedragen. Dat is – gemiddeld en uitgaand van een lineaire loopbaan met loonherzieningen in functie van de anciënniteit – 37 procent van zijn laatste loon. Of iets meer dan een derde.

Over welke bedragen spreken we precies?

Twee derde van de gepensioneerde werknemers ontvangt tussen 1.000 en 2.000 € bruto per maand. Het gemiddelde bedraagt slechts 1.177 €. Het maximumpensioen van een werknemer uit de privésector bedraagt 2.179 €. Voor een gezinshoofd is dat 2.723 €. Ambtenaren hebben een gemiddeld pensioen van 2.349 €. Voor een zelfstandige is dat slechts 791 €. Maar tegenwoordig zitten 60- en 70-plussers nog boordevol plannen. En om die te kunnen realiseren, hebben ze uiteraard inkomsten nodig!

Advertentie

Mogen spaarders, gepensioneerden en toekomstig gepensioneerden hopen op een rentestijging waardoor hun spaargeld meer opbrengt?

Daar zou ik niet teveel op rekenen. Het rendement van de Belgische staatsobligatie op 10 jaar bedraagt 1,1 procent. De groei van de economie is symbolisch en de inflatie laag. Niets wijst er dus op dat de rente op korte of middellange termijn weer zal gaan stijgen. Dat is zeker niet de meest waarschijnlijke hypothese. Onze demografie speelt in ons nadeel want net als Japan vergrijst België de laatste twee decennia in sneltreinvaart. De situatie in ons land is weliswaar minder dramatisch, maar bij ons is de demografische bom maar pas in 2010 tot ontploffing gekomen.

Welke strategie moeten Belgische spaarders volgen?

Ze moeten op zoek gaan naar andere inkomsten. En afstappen van de gewoonten van de voorbije generaties. Vergeet dus de tijd waarin staatsbons 4 of 5 procent opbrachten. De komende 5 of zelfs 10 jaar zal hun rendement niet boven 1 of 2 procent uitkomen. Als u het zich kunt permitteren, bouw dan met uw spaargeld een vierde pijler op. Het is algemeen geweten dat de Belgen aan hun toekomst denken, want ze hebben 255 miljard euro op hun spaarboekjes staan. Maar met rentevoeten van circa 1 procent is het werkelijk rendement van hun spaargeld (na aftrek van de inflatie) bijna nihil. Ik raad hen aan hun voorzorgen te nemen, want er bestaan eenvoudige en veilige oplossingen. Al moeten ze wel beseffen dat een interessant rendement impliceert dat ze een minimum aan risico’s moeten nemen.

 

 

Advertentie
Logo
Tijd Connect biedt organisaties toegang tot het netwerk van De Tijd. De partners zijn verantwoordelijk voor de inhoud.