Logo
Tijd Connect biedt organisaties toegang tot het netwerk van De Tijd. De partners zijn verantwoordelijk voor de inhoud.

Hoe ontstaat een ‘fonds van fondsen’

Spreiden om het risico zoveel mogelijk te beperken, vervolgens een hefboom toepassen op hoogrentende activa en tot slot dat extra risico ‘indekken’ met futures op de Duitse schuld: dat is de financiële spitstechnologie die Frederiek Van Holle voor het nieuwe fonds van Petercam ontwikkeld heeft. Hij geeft uitleg over de procedure en de gebruikte tools.

Het inkomstenverlies als gevolg van pensionering bedraagt liefst 63 procent. Om dat verlies op te vangen, moest een belegging met een zeer gecontroleerd risico en tevens een zo hoog mogelijk rendement gevonden worden. De strategen van Petercam kozen ervoor om een specifiek ‘fonds van fondsen’ te creëren. Dat keert driemaandelijkse dividenden uit waarvan het bedrag al bij het begin van het jaar gekend is. En de kosten bedragen slechts 1 procent, want in een ‘fonds van fondsen’ worden de kosten van de fondsen waarin het belegt, niet gecumuleerd. Dat komt omdat het belegd is in de niet-publieke institutionele klasse ‘P’ waarvoor de beheerder geen vergoeding ontvangt. Bij de zogenaamde ‘onderliggende’ fondsen van Petercam stapelen de beheerscommissies zich dus niet op. En u betaalt instap-, noch uitstapkosten.

‘De ontwikkeling van dit nieuw product verloopt in twee fases’, zegt Frederiek Van Holle, Fund Manager Client Solutions bij de beleggingsvennootschap. ‘Wij streven in de eerste plaats een optimale spreiding na. Daarvoor onderzoeken we de fondsen die in aanmerking komen op grond van een exclusief algoritme. Dat algoritme weegt het risico in functie van de activaklassen en geeft wekelijks de ideale verdeling aan van ieder ‘onderliggend’ fonds binnen het Global Target Income.’ Bedoeling is dus om verschillende activa te combineren zodat de stijgingen de dalingen kunnen compenseren. Om van dat voordeel te kunnen blijven profiteren, moet de portefeuille regelmatig aangepast worden. Want de markten evolueren voortdurend en de correlaties veranderen in de loop van de tijd. Globaal gezien wordt het defensief karakter van de portefeuille steeds aangehouden. Momenteel bestaat het fonds bijvoorbeeld uit 62 procent overheidsobligaties, 18 procent aandelen en ‘papieren vastgoed’, en het saldo in hoogrentende obligaties. ‘Met de huidige samenstelling kan de portefeuille 2 procent per jaar opbrengen’, vervolgt de specialist. ‘Dat is mooi voor een risicoprofiel dat zo goed onder controle is, maar uiteraard niet enorm. Daarna passen we een hefboom toe tot we de vooropgestelde 3 procent voor dit jaar bereiken. Van 2 naar 3 procent, dat is een hefboom van 50 procent. We behouden dus de verdeling van de basisportefeuille, maar passen een hefboom van 50 procent toe.’ Daarom worden alle activa behalve overheidsobligaties met de helft ‘overwogen’.

Advertentie

Een ongewijzigd risico behouden zou in theorie betekenen dat we op dezelfde manier te werk gaan met overheidsobligaties. Maar door de rendabele activa te overwegen, hebben we al meer belegd. Om toch voldoende blootstelling aan overheidsobligaties te hebben zonder meer uit te geven, worden afgeleide producten gebruikt. ‘Futures nemen op de Duitse schuld op 10 jaar is zoiets als lenen om te kunnen beleggen’, zegt Frederiek Van Holle. ‘Het zijn zeer liquide producten. De Bund – dat is een andere naam voor Duitse overheidsobligaties – is als een oase in de woestijn van de eurozone. Wanneer de markten in hevig stormweer terechtkomen, lijden de risicovollere activa daaronder. Met als gevolg dat beleggers hun aandelen verkopen en voor de Bund kiezen omdat die dan stijgt. Er is dus sprake van een de facto indekking (hedging). Het is echter geen speculatieve hefboom zoals de erg bekritiseerde technieken van de hedge funds, maar een manier om het risico tot een minimum te beperken. We benutten de negatieve correlatie tussen de Duitse overheidsobligaties en de risicovollere onderdelen van de portefeuille.’

Advertentie
Logo
Tijd Connect biedt organisaties toegang tot het netwerk van De Tijd. De partners zijn verantwoordelijk voor de inhoud.