Logo
Tijd Connect biedt organisaties toegang tot het netwerk van De Tijd. De partners zijn verantwoordelijk voor de inhoud.

Actief of passief beleggen?

Als u verliest bij de paardenrennen, zet u een volgende keer wellicht in op een ander paard. Maar hoe kiest u dat volgende paard? Door zijn palmares grondig te bestuderen. Een toekomstig kampioen heeft ongetwijfeld al eerder wedstrijden gewonnen. Zo lijkt het ook rationeel dat een belegger die teleurgesteld is in zijn beleggingsrendementen zijn spaargeld afhaalt en elders plaatst. Maar aan wie moet hij zijn geld toevertrouwen?

Logischerwijze aan iemand die de voorbije drie of vier jaar beter dan de markt heeft gepresteerd. Want hij verwacht dat die mooie rendementen aanhouden. Hij gaat dus naarstig op zoek naar de beste fondsen en de beste beheerders. Angelsaksische analisten noemen dat ‘the thrill of the chase’ of ‘de kick van het jagen’. Jammer genoeg levert die strategie de belegger niet noodzakelijk het beste wild op. Want hij gaat uit van het foute idee dat goede prestaties blijven duren.

De cijfers uit de simulaties van studiebureau Vanguard zijn onverbiddelijk: over een periode van 10 jaar, namelijk tussen 2003 en eind 2013, heeft de echte ‘rendementsjager’ minder goede resultaten geboekt dan een totaal inactieve belegger die het ‘buy and hold’ principe aanhield, nl. effecten kopen en die zo lang mogelijk in portefeuille houden. En dat ongeacht het type portefeuille. Analistenbedrijf Morningstar onderscheidt negen portefeuilletypes, op basis van een mix van grote, middelgrote of kleine bedrijven, gevestigde waarden en groeiaandelen, enzovoort. Enkele voorbeelden? Over de onderzochte periode van 10 jaar zou in het ‘small value’ profiel de zoektocht naar rendement 5,8 procent per jaar hebben opgeleverd. Een buy and hold strategie zou de belegger 9,3 procent hebben opgebracht. Bij het ‘large value’ profiel zou de actieve belegger 4,7 procent hebben verdiend en de passieve belegger 7 procent.

Advertentie

Bovendien houden de studies geen rekening met transactiekosten. Worden die meegeteld, dan is de kloof nog veel groter. Want elke transactie brengt kosten mee. Nog een belangrijke factor: tijdens de 10 onderzochte jaren werden enkele fondsen die uitermate slecht presteerden gesloten, gefusioneerd of geliquideerd. Houden we ook daarmee rekening, dan stijgt het aantal fondsen dat ‘onderpresteerde’ van 63 naar… 81 procent.

De Vanguard studie had betrekking op 3.568 Amerikaanse fondsen, maar de wetmatigheden van de financiële markten zijn overal dezelfde. De zoektocht naar rendement op zich is dus een vergissing. De conclusie van de analisten van Vanguard luidt als volgt: als u een goed rendement wil behalen, selecteer dan een of meerdere fondsen op basis van kwantitatieve en kwalitatieve criteria. Definieer duidelijk uw doelstellingen en houd altijd een langetermijnperspectief voor ogen. Bewaar uw kalmte als de beheerders door een dal gaan.

Of u kiest als belegger voor een profiel dat zowel actief als passief is: steek een deel van uw spaarcenten in indexfondsen en plaats de rest – hoeveel hangt af van uw persoonlijke verwachtingen – in atypische fondsen die de statistieken tegenspreken. Dat zijn uitzonderingen op de regel van de dalende prestaties, die gedurende decennia toch opzienbarende rendementen halen. U kunt er in dat geval van uit gaan dat u te maken hebt met visionaire beheerders die de bewegingen van de markten op middellange en lange termijn kunnen voorzien. Met lucratieve returns voor de belegger tot gevolg.

Advertentie
Logo
Tijd Connect biedt organisaties toegang tot het netwerk van De Tijd. De partners zijn verantwoordelijk voor de inhoud.