Bedrijven zitten vaak onbewust op bergen gegevens die van onschatbare waarde zijn. Met een doordachte datastrategie kunnen ze voorsprong nemen op de concurrentie.
Beluister via Spotify | Apple Podcast | Google Podcast | Stitcher | Deezer | Megaphone | Podcast Addict
Iedere dag produceren we met z’n allen honderden gigabytes aan data. Meer zelfs, doordat we meer gegevens loggen en onze toestellen vol sensoren zitten, creëren we elk jaar meer data dan alle jaren ervoor samen. Tussen 2010 en 2020 groeide de hoeveelheid gegevens met bijna 5.000 procent. ‘Die gigantische berg informatie is van onschatbare waarde voor bedrijven’, zegt Koen Segers, channel director België & Luxemburg bij Dell Technologies.
‘Men zegt vaak dat data de nieuwe olie zijn, maar net zoals bij het oppompen van olie moet je weten welke oliebron de moeite is en welke van mindere kwaliteit of niet rendabel. Datzelfde geldt voor databronnen: sommige zijn grote open putten, van andere zie je alleen het topje van de ijsberg. Er is een immense hoeveelheid data, die waarde voor de business kan creëren.’
Soms heeft die toegevoegde waarde weinig te zien met de initiële business van een bedrijf. Bedrijven als Philips produceerden ooit lampen, maar kunnen nu dankzij sensoren de lichtintensiteit perfect afstemmen op de drukte in een bepaalde straat.
Van silo naar samenwerking
Een chief data officer – voor veel bedrijven een nieuwe topfunctie – gaat op zoek naar die bijkomende inkomstenbronnen. Dat is niet het enige wat die persoon moet regelen, zegt Segers: ‘De CDO focust ook op het correct labelen en categoriseren van data, compliance en de GDPR-regelgeving.’
‘Veel data zitten opgeslagen in verschillende silo’s doordat iedereen al dan niet bewust data apart bewaart. De toegevoegde waarde komt vaak door gegevens met elkaar te verbinden.'
Misschien wel zijn belangrijkste taak: nagaan hoe data opgeslagen worden en zoeken hoe je verbanden tussen data kan leggen. ‘Veel data zitten opgeslagen in verschillende silo’s doordat iedereen al dan niet bewust data apart bewaart. De toegevoegde waarde komt vaak door gegevens met elkaar te verbinden. Een business translator kan helpen om IT en business op elkaar af te stemmen en de verwachtingen van beide te communiceren. Al moet je uiteraard eerst weten wat relevant genoeg is om te bewaren.’
Segers ziet drie categorieën: realtime data, near realtime data en historische data. ‘Vooral jongere generaties verwachten dat de realtime data die beschikbaar zijn up-to-date zijn. Dat zijn de gegevens die je niet langdurig hoeft te bewaren, omdat ze snel achterhaald of irrelevant zijn. De historische data – de manier waarop je bepaalde producten bouwt, bijvoorbeeld – moet je wel bijhouden. Het moeilijkste zijn de near realtime data, gegevens die je niet onmiddellijk moet verwerken, maar waarvan het wel interessant is om ze te bewaren. Het is aan de CDO om een keuze te maken.’
Juiste beveiliging is cruciaal
Veel data bewaren betekent ook in de nodige beveiliging voorzien. Steeds vaker komen bedrijven in het nieuws nadat ze slachtoffer werden van een cyberaanval. Hackers kunnen de volledige productie ontregelen of systemen platleggen. Volgens Segers is het belangrijk om een duidelijk stappenplan op te stellen. ‘Belangrijk is de focus op de eindpunten. Denk daarbij niet alleen aan machines, maar ook aan je werknemers. Dat is de zwakke schakel in dit verhaal: 95 procent van de cyberaanvallen verloopt via zo’n eindpunt. Het is dus cruciaal om in te zetten op de nodige bewustwording. Leer mensen bijvoorbeeld wat phishing is en hoe ze verdachte mails kunnen herkennen.’
Ook hier kun je data opdelen in gegevens die belangrijk en minder belangrijk zijn. Let erop dat er steeds een plan B is en je data kan terugbrengen indien nodig. ‘Om datalekken te vermijden kan de CDO bepalen wie data creëert, verwerkt of verplaatst’, zegt Segers. Wat de toekomst zal brengen weet niemand, maar een ding staat vast: wie werk maakt van een degelijke datastrategie heeft meer dan één streepje voor.