"Vlaanderen is Europees koploper met nieuw industrieel beleid"
Uit de rijke voedingsbodem van Vlaanderen in Actie ontkiemt nu het Nieuw Industrieel Beleid als een onmisbare schakel om de regio in de toekomst welvaart te bezorgen. Vlaams minister-president Kris Peeters constateert dat Vlaanderen met zijn industrieel beleid in Europa voorop loopt.
De feiten spreken voor zich. “De industrie is onmisbaar voor onze welvaart. Elke job in de industrie creëert makkelijk drie tot vier andere jobs in de toelevering en in spin-offbedrijven enzovoorts”, merkt Vlaams minister-president Kris Peeters op. Regio’s hebben een toekomstgericht industrieel beleid nodig. De Vlaamse industrie is vandaag goed voor 80% van de uitgaven aan onderzoek en ontwikkeling in Vlaanderen. Ze vertegenwoordigt 80% van de export en geeft werk aan 371.000 mensen. Maar als we bij de pakken blijven zitten, blijft dat niet zo.”
Via ViA vooruit
Iedereen kent Vlaanderen in Actie. “Eerst en vooral heeft ViA uitgezocht hoe we Vlaanderen kunnen versterken om een mooie toekomst uit te bouwen. We waren bij de eerste regio’s in Europa om dit huiswerk zo grondig te maken”, weet Kris Peeters. “Daaruit kwamen de punten naar voren waar we het verschil in kunnen maken. Dat moet, omdat de klassieke industrie, die gekenmerkt wordt door zo efficiënt mogelijke massaproductie - zie de auto-industrie, niet meer zal volstaan om onze welvaart te vrijwaren. In de nieuwe, geglobaliseerde economie moet het beleid andere speerpunten uitspelen.”
“Het Nieuw Industrieel Beleid wil bedrijven werkelijk maximaal ondersteunen opdat ze erin zouden slagen nieuwe producten te maken en vermarkten die de wereld van vandaag en meer nog van morgen nodig heeft. We steunen slimme specialisaties in domeinen die oplossingen aanreiken voor de noden van morgen. Die hebben te maken met de impact van de klimaatverandering, de vergrijzing, de uitputting van grondstoffen, … Concreet gaat het om manieren om de thuiszorg haalbaar te houden, om innovaties op het stuk van duurzaamheid. We staan heel ver met bijvoorbeeld nanotechnologie en met biochemie en oplossingen die thuiszorg faciliteren,” schetst de minister-president.
Samen ketens vormen
"De Vlaamse steun is zeer gericht,” vertelt de Minister-president. “Tot dusver konden bedrijven solo goede resultaten bereiken. Dat kan nog, maar doordat innovatie een sleutelelement is in nieuw industrieel ondernemen en doordat de oplossingen van de toekomst van een hoge complexiteit zijn, moeten bedrijven onderling, kennisinstellingen en de overheid nu vaak gaan samenwerken. Dat geldt niet alleen voor grote bedrijven, maar zeker ook voor kmo’s. Wij zetten leerplatformen op waar ondernemingen van elkaar kunnen leren, hun sterktes samenleggen en preclusterprojecten ontwikkelen. De projecten moeten uitmonden in echte clusters die uiteindelijk succesvol producten ontwikkelen en vermarkten. We hebben er wel wat voor veil om de weg naar die marktgang te ondersteunen. Het TINA-fonds bevat 200 miljoen euro. De clusters moeten door het moeilijke stadium periode dat ze nog niet productief en rendabel zijn en moeten kunnen overleven tot ze succesvol zijn met hun innovatie. Dat noemen we ‘the valley of death’. Wij zorgen er mee voor dat hun verhaal daar niet eindigt.”
Deze bottom-up-instrumenten zitten als gegoten bij de top-down-benadering van Europa dat van lidstaten en regio’s een concretisering vraagt, in gedefinieerde velden van de economie, van nieuw industrieel ondernemen. “Het Vlaamse Nieuw Industrieel Beleid spoort naadloos met de Europese doelstellingen voor 2020. Eén daarvan is dat tegen die tijd 20 procent van het BNP door de industrie wordt geleverd. Vlaanderen zit daar op dit moment nauwelijks een procent onder. Het Europees gemiddelde zit rond de 16%. Ik zeg onomwonden dat Vlaanderen bij de beste leerlingen van de Europese klas is. Maar we moeten absoluut nog verschillende tandjes bijsteken.”