Toen De Saedeleir nog alleen vilt fabriceerde, zag de toekomst er somber uit. Vandaag staat het bedrijf bekend als consequente investeerder in recyclage. Maar de CEO benadrukt dat het vooral oog heeft voor de klanten en de medewerkers.
“Waar we vandaag mee in de schijnwerpers staan, is het resultaat van keuzes die we tien jaar geleden maakten”, weet CEO Patrick De Saedeleir. Hij nam in 1999 samen met een broer en twee neven de zaak over van zijn vader en oom. De eerste radicale ommezwaai was de overstap naar een zelf ontwikkeld naaldvilt voor handelsbeurzen, perfect geschikt voor intensief en kortstondig gebruik, maar ook recycleerbaar. Het bedrijf ging ook petflessen recycleren tot een kunststofvezel om er binnenbekleding voor voertuigen mee te maken en het ontwikkelde uit bioplastics agrotextiel in talloze vormen voor de tuinbouw.
Uit zijn sector weggegroeid
“Wij hebben in een diepe crisis gezeten en leerden toen dat we totaal anders moesten denken”, zegt De Saedeleir.” We maakten enkele belangrijke keuzes ruim voor de crisis: extreme grondstof- en energie-efficiëntie, medewerkers meenemen in het verhaal, klanten bevragen, de hele waardeketting bekijken, enzovoort. De crisis heeft ons enkel gesterkt en verplicht die keuzes nog verder door te trekken.”
De Saedeleir komt uit de traditionele textielsector. “Maar ik vraag mij af of we nog een textielbedrijf zijn. Wij recycleren plastic voor hoogwaardige producten in de automobielbranche. Onze ‘eventtapijten’ liggen zowel op Tomorrowland, als in vakbeurzen in Duitsland. Andere biovilten liggen in stadsgroen en parken. Wij zijn een soort hybride bedrijf dat evolueert met zeer diverse klanten. Wij dagen hen zelfs uit met onze nieuwe ideeën. Zo suggereerden we een autoproducent om de vormdelen voor hoedenplanken en vloerbekledingen met minder vezels te maken, waardoor we minder van onze vezels zouden verkopen.”
Het kan nog beter en meer
Groep De Saedeleir telt nu 220 medewerkers en haalt 70 miljoen euro omzet, waarvan 60% uit export. En er zit nog flink wat groeipotentieel in. “Wij hebben hier een eigen bedrijf opgezet om de tapijten op events zelf te plaatsen, weg te halen en te recycleren. Voorlopig werkt het voor Belgische klanten, maar het kan uitbreiden. We willen de materialenkringloop nog beter sluiten, zodat dezelfde molecule zes- à zevenmaal hergebruikt wordt. Tegen 2016 zal onze grondstof alleen nog uit recyclagemateriaal bestaan. Wij duwen de afvalverwerkers vooruit, zodat ze grondstofwinners worden met hoogwaardig materiaal. Onze klanten zijn dan ook zeer streng.”
Omdat mensen belangrijker werden
Maar groen zijn is niet de hoofdbetrachting. “We willen slim produceren door flexibel te zijn en snel te reageren op vragen van klanten. Je kunt in Europa alleen nog sterk staan als je in niches kort op de markten en klanten speelt. Dat maakt de medewerkers almaar belangrijker, want zij moeten paraat staan om machines snel bij te stellen voor een nieuwe, kleine productie. Zij moeten nauw bij alles betrokken zijn. We bouwden een informatiesysteem om de arbeiders vanuit de verkoop rechtstreeks te briefen over wat een klant belangrijk vindt. De menselijke factor is zeer kritisch geworden, zowel aan klantzijde als aan medewerkerszijde.”