Blijven leren heeft niet als doel de beste te worden, maar wel te blijven evolueren naar nieuwe resultaten. Deze behaal je door andere manieren van leidinggeven. Hier speelt een coachende aanpak, die verder gaat dan gewoon luisteren en zomaar een vraag stellen, een sleutelrol. Een interview met Marloen Boen, managing partner van de Training & Coaching Square.
‘Vandaag de dag zou elke leidinggevende ook een coachende aanpak moeten kunnen inzetten. Dit houdt ondermeer in dat de leidinggevende echt luistert, juiste en krachtige vragen stelt én zijn leiderschapsstijl aanpast aan de werknemer.’ Dat is het advies van Marleen Boen, managing partner van de Training & Coaching Square, een organisatie die onder andere coach- en leiderschapsopleidingen organiseert. ‘Zulke opleidingen zijn vandaag helemaal anders dan tien jaar geleden’, zegt ze. ‘Toen werd er twee of drie dagen gesleuteld aan je basis-skills. Je leerde dat je wat beter moest luisteren, en dat je soms eens een vraag moest stellen aan je medewerkers. Leidinggevende zijn betekende toen vooral: directieven geven en af en toe een beetje coachen.’
‘Vandaag is er echter nood aan een heel andere vorm van leidinggeven. Ouderen blijven alsmaar langer actief, terwijl jonge wolven vinden dat ze zo snel mogelijk manager moeten worden en leidinggevende veertigers zich afvragen: ‘Is dit het nu?’ In één organisatie tref je nu verschillende generaties aan, met elk hun eigen kenmerken. Als manager moet je met iedereen praten en naar iedereen luisteren. Dat betekent dat je op een flexibele manier moet kunnen wisselen van stijl. Dit vereist dat je luistert met alle aandacht die mogelijk is en met al je receptoren die open staan. Zintuiglijk waarnemen veronderstelt enerzijds dat je loskomt van je interpretaties wanneer je luistert en anderzijds dat je de vraag stelt die belangrijk is voor de coachee/werknemer en niet de vraag die jouw nieuwsgierigheid bevredigt.’
Hoge verwachtingen
De verwachtingen van leiderschap anno 2015 zijn dus zeer hoog. Daarom zijn coachopleidingen volgens Marleen Boen vandaag veel uitgebreider dan vroeger. ‘Ze nemen nu acht à negen dagen in beslag. Je leert er wat coaching écht inhoudt: enerzijds geloven dat er potentieel aanwezig is in je bedrijf, anderzijds luisteren naar wat zich ontplooit. Maar ook: vragen stellen op verschillende manieren. Elk individu moet op een andere manier worden benaderd. Door juiste en krachtige vragen te stellen, zullen de antwoorden zich spontaan aanbieden.’
Boen is er ook van overtuigd dat continu blijven leren een noodzaak is. ‘Na de unief begint het pas’, zegt ze. ‘Iedereen is een lerend individu. Zolang je actief bent in een bedrijf, moet je blijven bijscholen. Dat betekent niet alleen meer kennis vergaren, maar eveneens je verdiepen in wijsheid, houding en relaties. In elke levensfase kun je andere dingen leren. Het is geen schande om als manager toe te geven dat je niet op alles een antwoord hebt, dat je voortdurend in een leerproces zit, en dat je bijvoorbeeld wat kunt opsteken van jongere medewerkers. Competitie is uit den boze: je moet focussen op het gemeenschappelijk belang.’
Aangepaste houding
‘De openheid naar permanent leren vergt dus een aangepaste houding’, besluit Marleen Boen. ‘En daar wringt het schoentje meestal. Faalangst, examenvrees en prestatiedruk zijn nog grote belemmeringen. Maar je moet beseffen dat blijven leren niet als doel heeft de beste te worden, maar wel te blijven evolueren naar nieuwe resultaten. Die bewustwording, gecombineerd met voldoende feedback van anderen, is de voedingsbodem voor een lerende cultuur in je bedrijf.’