Alexander Calder verheft snooker tot kunst
De Amerikaanse kunstenaar Alexander Calder (1898-1976) introduceerde beweging in de beeldhouwkunst. De expo 'Calder Now' in Kunsthal Rotterdam toont een staalkaart van zijn oeuvre in combinatie met werk van tien hedendaagse kunstenaars.
Soms kan je een hoogopgeleide kunstcurator even van zijn stuk brengen met een heel banale opmerking. Op de expo 'Calder Now' in Kunsthal Rotterdam is een snookertafel geïnstalleerd, een werk van de Argentijnse kunstenaar Rirkrit Tiravanija. 'Iedereen mag spelen', nodigde curator Dieter Buchhart de aanwezige journalisten uit. We maakten ons al op voor een 147-maximumbreak. Tot we de curator erop attent maakten dat de roze en de groene bal ontbraken. 'Oh, daar weet ik niets van', antwoordde hij.
Het is uiteraard ook niet belangrijk. De snookertafel, waarboven een klein werk van Calder hangt, staat perfect voor de filosofie van de Amerikaanse kunstenaar: alles is voortdurend in beweging. Niets blijft hetzelfde. Met een partijtje snooker is dat - op het begin van het frame na - ook zo. Wie een bal speelt, zal de tafel altijd in verandering brengen en anders achterlaten. Vintage Calder.
- 'Calder Now' is een nieuwe tentoonstelling in Kunsthal Rotterdam.
- Ze toont werk van de Amerikaanse kunstenaar Alexander Calder (1898-1976) en tien hedendaagse kunstenaars.
- Calder is bekend om zijn mobiles, sculpturen die lijken te bewegen.
- Hij was in de jaren 30 een van de boegbeelden van de avant-garde.
De tentoonstelling in Kunsthal Rotterdam is geen retrospectieve van Calder. Ze toont zo'n twintig werken uit zijn oeuvre in combinatie met beelden en installaties van tien hedendaagse kunstenaars.
Calder heeft lang moeten vechten tegen zijn reputatie. Zijn fragiele kunstwerken werden vaak afgedaan als kinderlijk, of te gemakkelijk. Maar in de jaren 20 en 30 van de vorige eeuw was hij een avant-gardekunstenaar. Hij zocht een manier om met het begrip tijd een vierde dimensie in sculpturen aan te brengen. Om dat te kunnen verwezenlijken introduceerde hij beweging in beeldhouwen. Later voegde hij er nog een vijfde dimensie aan toe: geluid.
Calder, geboren in de Amerikaanse staat Pennsylvania, stamde uit een kunstenaarsgeslacht. Zijn vader was beeldhouwer, zijn moeder schilderde. Vreemd genoeg wilden zijn ouders niet dat hij kunstenaar werd en Calder studeerde af als werktuigkundig ingenieur.
Maar de lokroep van de kunst was te groot. In 1926 verhuisde Calder naar Parijs, waar hij meteen een van zijn opmerkelijkste kunstwerken maakte: 'Cirque Calder', een miniatuurcircus. Calder maakte de figuren en attributen uit alledaagse voorwerpen en materialen. Met zijn 'Cirque Calder' trad hij op, als een soort poppenspeler. De beweging was toen al aanwezig.
Mobiles
Toen hij in 1930 in de Franse hoofdstad de Nederlandse kunstenaar Piet Mondriaan ontmoette, sloeg hij de weg in van de avant-garde. In zijn geval betekende dat een combinatie van kunst, wetenschap en techniek.
Dat culmineerde in de creatie van de zogenaamde 'mobiles', een term bedacht door de Franse kunstenaar Marcel Duchamp. Calder was de eerste die zijn sculpturen van hun sokkel, van de grond en van de muur haalde. Hij hing zijn creaties op aan ijzerdraadjes. Daardoor konden zijn fragiele en lichte ontwerpen gemakkelijk bewegen in wind en luchtstromingen.
Soms moffelde hij discreet een motortje in zijn sculpturen. Als ze maar bewogen, als het maar leek alsof ze de zwaartekracht trotseerden en zweefden. Calder nodigde de bezoekers uit om zijn kunstwerken aan te raken en in beweging te brengen. Dat mag nu helaas niet meer. Te delicaat.
De kracht van Calder schuilt in het hypnotiserende karakter van zijn werk. Je kan blijven kijken naar zijn fijne draadjes en vlakken, hoe ingenieus hij verschillende elementen in zijn sculpturen samenbrengt. Calder verhief subtiliteit tot kunst.
Contrast
Dat staat op de expo enigszins in contrast met de hedendaagse kunstenaars. Die zijn vaak veel explicieter, wat niet noodzakelijk iets afdoet aan de kwaliteit. Ze zijn op hun manier even inventief als Calder in zijn tijd. Loop eens door de installatie 'It Happens When the Body is Anatomy of Time' van de Braziliaanse kunstenaar Ernesto Neto. Het werk bestaat uit grote lycra zakken, gevuld met heerlijk ruikende kruiden als saffraan, komijn en kruidnagel. De zakken ogen als pilaren van Griekse tempels.
In de catalogus van de tentoonstelling leggen de kunstenaars uit wat hun relatie is met Calder, de ene al wat uitgebreider dan de andere. Bij Neto is ze eerst schattig: 'De moeder van mijn eerste liefde had het boek 'Calder's Universe'. De band werd ernstiger toen hij Calders werk bestudeerde en in de ban geraakte van zijn vier dimensies.
Alexander Calder zocht een manier om met het begrip tijd een vierde dimensie aan sculpturen toe te voegen. Beweging was de oplossing.
De IJslandse hedendaagse grootmeester Olafur Eliasson toont een lichtsculptuur en zijn beeld 'The Lost Compass'. De band met Calder is vaag, de beide werken zijn des te indrukwekkender.
Veel lichtvoetiger is de Zwitserse kunstenaar Roman Signer. Hij creëerde op de expo onder meer een wit hemd waarvan de mouw aan een ballon hangt. Je kijkt en blijft kijken. Zal de ballon uiteindelijk het hemd van de grond kunnen tillen? Misschien wel, misschien niet. Even spannend als de zweefkunst van Calder.
'Calder Now' loopt tot 29 mei in Kunsthal Rotterdam, de catalogus is uitgegeven bij Lannoo.
www.kunsthal.nl
Meest gelezen
- 1 Imec presenteert vastestofbatterij die elektrisch rijden fors goedkoper kan maken
- 2 Veel vaker ‘medisch ontslag’ voor langdurig zieke dan re-integratie
- 3 Belfius pompt miljoenen in Franse superapp rond gezondheidszorg
- 4 Optimisme over Vlaams akkoord, al ziet vooral CD&V nog enkele angels
- 5 Beurzen wereldwijd op recordjacht na forse Amerikaanse renteverlaging