Christina Vandekerckhove, regisseur: ‘Ik moet iets hebben dat me bang maakt’
Na haar bejubelde documentaire ‘Rabot’ kwam Christina Vandekerckhove bijna als vanzelf bij fictie uit. In haar eerste langspeelfilm, ‘Milano’, vertelt ze het warmhartige verhaal van een vader en zijn dove zoon. 'Als je geen warmte hebt gekend, heb je minder om naar terug te grijpen.'
In 2010 kreeg Christina Vandekerckhove een aanbod dat haar leven zou veranderen. Het Gentse theatergezelschap De Kopergietery vroeg of ze zin had om een documentaire te maken over het Rabot, een wijk in Gent waar het een lokale werking wilde opstarten. Omdat de freelanceopdrachten voor televisie - hoe interessant ook - haar creatieve honger niet helemaal konden stillen, was Vandekerckhoves interesse meteen gewekt.
Ze besloot te focussen op de drie grote sociale woontorens die toen nog in het Rabot stonden. Uit haar ontmoetingen en gesprekken met de mensen die in de appartementsblokken woonden, puurde ze in de eerste plaats een empathische en pakkende documentaire, ‘Rabot’, die internationaal bekoorde.
Christina Vandekerckhove volgde audiovisuele kunst aan het KASK in Gent, waar ze in 2001 met grote onderscheiding afstudeerde met de documentaire ‘Home Video 53’. Vervolgens ging ze aan de slag als freelanceregisseur voor televisie en theater. In 2017 volgde de lange film, ‘Rabot’, de meest succesvolle Belgische documentaire aller tijden en bekroond op verschillende internationale festivals. Drie jaar later maakte ze met ‘Mia’ haar eerste korte fictiefilm. Ze werkte ook mee aan ‘Lockdown’, een reeks korte verhalen die werd uitgezonden op Eén. ‘Milano’ is haar eerste lange fictiefilm.
De wijk gaf Vandekerckhove ook inspiratie voor fictieverhalen. Na de kortfilm ‘Mia’, over een thuisverpleegster, is er nu ook haar eerste langspeelfilm. ‘Milano’ vertelt het intieme verhaal van een 11-jarige dove jongen, Milano, die met zijn vader Alain (rol voor Matteo Simoni) in een sociale woning woont. Ze hebben het niet breed en Alain heeft niet altijd de juiste ouderlijke reflexen. Bovendien begint Milano steeds meer te vragen naar zijn biologische moeder, die hen in de steek liet toen hij nog een baby was.
In ‘Rabot’ raakte u veel thema’s aan, van racisme en migratie tot armoede en verloedering. Waarom pikte u er het gegeven van wankele gezinnen uit?
Christina Vandekerckhove: ‘Toen ik ‘Rabot’ maakte, heb ik met verschillende ouders gesproken van wie de kinderen in een instelling of bij een pleeggezin geplaatst waren. Dat was altijd zo gigantisch emotioneel dat ik het zelfs niet in de film heb verwerkt. Er was ook een groot gevoel van onrechtvaardigheid en kwaadheid bij die ouders. Tegelijk voelde ik dat hun thuissituaties niet ideaal waren voor kinderen. Als ik dan naar hun eigen kindertijd vroeg, stelde ik vaak vast dat die gewoon hetzelfde was. Het is een scheve situatie die zich altijd maar herhaalt.’
Ik vind het zelf al moeilijk om mijn kinderen op te voeden, en ik kom uit een warm en vertrouwd gezin.
Het verschil is wel dat Alain, de vader in ‘Milano’, zijn zoon terugkrijgt en zelf kan opvoeden.
Vandekerckhove: ‘Ik wilde het perpetuum mobile van ouders die telkens dezelfde fouten maken doorbreken. Het is niet omdat je in je kindertijd weinig vertrouwen en liefde hebt gekregen dat het je per definitie niet zal lukken zelf een kind groot te brengen. Het is mogelijk. Die nuance is belangrijk. Maar het is wel ontzettend lastig. Ik vind het zelf al moeilijk om mijn kinderen op te voeden, en ik kom uit een warm en vertrouwd gezin. Als je die warmte niet hebt gekend, heb je veel minder om naar terug te grijpen.’
Milano, het jonge hoofdpersonage, is ook nog eens doof. Had u geen schrik dat het wat veel tegenslag en ellende bij elkaar zou worden?
Vandekerckhove: ‘In de eerste versie van het script was Milano niet doof. Maar toen zag ik de documentaire ‘Doof kind’. Daar zit een gesprek met een vader in dat me enorm heeft geïnspireerd. Die man zei dat in films heel weinig dove kinderen of mensen met een beperking worden opgevoerd als gewone personages. Dat vond ik interessant, en het klopt ook. Ik heb me dan verdiept in gebarentaal, die heel emotioneel, expressief en mooi is. Dat gegeven past bij ‘Milano’ omdat de film sowieso ook gaat over communiceren, of niet kunnen communiceren.’
Uw hoofdacteur, Basil Wheatley, is zelf doof. Hoe communiceerde u met hem?
Vandekerckhove: ‘Ik heb twee jaar gebarentaal gevolgd, zodat ik toch een basis zou hebben om met Basil te praten. Verder ben ik met hem aan de slag gegaan zoals met elke andere jongere. We hebben veel gesproken over emoties, hoe je die toont of niet toont. Over communicatie en taal ook, en over de film. Basil is matuur en slim. Maar het schrok me niet af een dove acteur te regisseren. Integendeel, ik moet iets hebben dat me bang maakt. Dat prikkelt en drijft me.’
Een van de andere personages in het verhaal is Renée, een welgestelde vrouw die als deurwaarder werkt en Milano ooit heeft opgevangen. Hoe is zij in je script beland?
Vandekerckhove: ‘Ik moest ooit een reportage maken over een deurwaarder. Dat was een toffe man. Maar elke keer als we bij iemand waren langsgegaan en weer in de auto stapten, begon hij zich te excuseren. ‘Ja maar, ik moet dat doen, hè. Er is altijd wel iemand die wacht op het geld dat die persoon nog verschuldigd is’, zei hij dan. Terwijl ik niet eens een vraag had gesteld. Dat zit ook in de film verwerkt. Op een bepaald moment maakt Renée zich ook zo kwaad. Het is een frustratie die veel deurwaarders voelen. Ze doen ook maar hun job, zeggen ze.’
Renée woont wel in een kast van een huis, zij komt niets tekort.
Vandekerckhove: ‘Het is heel dubbel, ja. Daarom is het ook een moeilijk beroep. Het leek me interessant om die dualiteit mee te geven. Want is Renée een gelukkige vrouw? Ik denk het niet. Ze heeft problemen met haar job, haar moeder, haar eenzaamheid, haar carrière. Al de dingen die ze heeft gemist. Elk huisje zijn kruisje.’
Ik ben niet iemand die op de barricaden gaat staan. Maar misschien kan je ook dingen veranderen door ze te tonen.
Ziet u ‘Milano’ als een activistische film?
Vandekerckhove: ‘Ik ben niet iemand die op de barricaden gaat staan. Maar misschien kan je ook dingen veranderen door ze te tonen. ‘Milano’ gaat over een man die de eindjes amper aan elkaar kan knopen, die goed wil doen voor zijn zoon en daar moeilijk in slaagt, en die zelf uit een achtergestelde thuis komt. De film vertelt van alles wat je kan terugvinden in de maatschappij. Ik denk ook dat de kijker zich daarin kan terugvinden. En dat ik op die manier iets wakker kan maken.’
‘Milano’ sluit aan bij de traditie van sociaal realistische cinema. Maar u voegt er een poëtische laag aan toe, bijvoorbeeld door de emoties van het hoofdpersonage zichtbaar te maken in het weer. Waar komt dat idee vandaan?
Vandekerckhove: ‘Sociaal drama is op zich fantastisch, maar ik vind het altijd nog mooier als er iets bij is dat die realiteit overstijgt of doorbreekt. Dat heb ik bij ‘Rabot’ ook gedaan, en nu hier ook met de wind en de regen. Ik zie het als een extra emotionele laag, iets wat je niet kan vatten in taal.’
Vindt u sociaal realisme op zich te arm?
Vandekerckhove: ‘Te stug misschien. Te veel een-op-een. Sociaal realisme zegt het zoals het is. What you see, is what you get. Dat is op zich zeker een goede manier om verhalen te vertellen. Ik ben ook fan van de meeste films van de gebroeders Dardenne. Maar in mijn verhalen wil ik graag iets hebben dat niet zo eenduidig is. Daar zoek ik naar. Een vleugje surrealisme dat je even uit de realiteit doet stappen.’
‘Milano’ komt uit op een moment dat relatief veel Vlaamse en Belgische films te zien zijn in de bioscoop. Loopt u het risico om te verdrinken in dat grote aanbod?
Vandekerckhove: ‘Ik zie geen probleem. ‘Julie zwijgt’, 'Waarom Wettelen?’ en ‘Milano’ zijn drie totaal verschillende films. Ik denk dat we elkaar net kunnen versterken. Als rond die andere films een goede vibe hangt, kan ‘Milano’ daar alleen van profiteren. Dan gaan de mensen ook graag een ticketje voor mijn film kopen. Er is een jaar geweest waarin ‘Zillion’ uitkwam met ‘Close’, en waar ‘Wil’ uitkwam met ‘Het smelt’. Die films hebben elkaar toen ook alleen maar kracht bijgezet.’
‘Milano’ speelt vanaf woensdag in de bioscoop.
Meest gelezen
- 1 Urenlang ondervraagd en huizen doorzocht: Didier Reynders verdacht van witwassen via loterijspelen
- 2 Ondernemer Filip Balcaen mengt zich in dealjacht onder verzekeringsmakelaars
- 3 Vooruit legt nultolerantie alcohol op federale onderhandelingstafel na ongeval Tom Waes
- 4 Belasting op fossiele bedrijfswagens dreigt met 10 procent te stijgen
- 5 Antwerpse diamantwijk in ‘zwaarste crisis ooit’ door boycot, labostenen en afhakende Chinezen