On-Belgische ambities en gemiste kansen
Vrijdag is het twintig jaar geleden dat het dEUS-album ‘Worst Case Scenario’ verscheen. Het ‘on-Belgische’ verhaal achter de ‘Nevermind’ van de Belgische muziek. ‘Onze Engelse vrienden vonden ons wél goed.’
Niemand die we voor dit artikel contacteerden, kon het met zekerheid zeggen. Drie dagen voor óf na de officiële release van ‘Worst Case Scenario’ op 14 februari 1994 speelde dEUS zijn debuut voor een Belgisch concertpubliek. Niet in zijn thuisstad Antwerpen, maar in Brussels mooiste concertzaal: de rotonde van de Botanique. Zo’n honderd mensen woonden de voorstelling bij van wat een van de invloedrijkste albums uit de Belgische muziekgeschiedenis zou worden.
Ze aanschouwden een roedel hongerige wolven op het podium, aangestuurd door de jonge twintigers Tom Barman en Stef Kamil Carlens. Beiden musiceerden met vuur in de ogen en zagen eruit alsof ze van een andere planeet kwamen. Nog op de bühne stond een verstrooid ogende schilder die zelfs geen moeite deed om te verbergen dat hij niet zo goed met zijn gitaar overweg kon. Een jazzdrummer met een paardenstaart ook. En een violist, in een rockgroep godbetert.
And there’s always something in the air, sometimes
Suds & soda mix ok, with beer
Can I, can I break your sentiment
Uit ‘Suds & Soda’
De aanwezigen kregen die winteravond avontuurlijke rock te horen die het midden houdt tussen sferische, melodieuze pop à la JJ Cale en de opwindende recalcitrantie van artiesten als The Velvet Underground, Tom Waits of Captain Beefheart. Het werd meteen duidelijk: dEUS heeft uitstraling.
De bandleden stonden met on-Belgisch veel zelfvertrouwen te spelen. En hun songs klonken fris, spannend en origineel. Dat zag en hoorde ook de Britse platenfirma Island, de stal van Bob Marley, Tom Waits en PJ Harvey. De mensen van Island waren niet naar Brussel afgereisd om dEUS te scouten. Nee, de groep had op dat ogenblik al een overeenkomst met de platenfirma.
Een Belgische groep die in zee ging met een buitenlandse platenmaatschappij was uniek voor die tijd. Zeker op een moment dat er nog geen noot muziek in de winkels lag. Of toch bijna geen noot. Een jaar eerder had dEUS een ep uitgebracht, ‘Zea’. In eigen beheer, want in de Vlaamse muziekindustrie was geen hond in het album geïnteresseerd. Het Waalse label Bang! geloofde als enige wel in de Antwerpse band en zocht 1 miljoen frank bijeen om de opnames van hun eerste full-album te financieren.
De groep en haar management waren ongeduldig: waarom zou Europa niet op dEUS staan wachten? Christian Pierre, twintig jaar geleden een van de twee managers van de groep, zegt vandaag: ‘We hadden in eigen land de deur op onze neus gekregen. Niemand moest ons hebben. Wij dachten: jullie verstaan het niet. Onze Engelse vrienden vonden ons wél goed. In het Verenigd Koninkrijk was de muziekbusiness beter ontwikkeld dan hier. Dus probeerden we het ginds.’
Braakland
In oktober 1993 speelde dEUS een eenmalig voorprogramma in Londen tijdens een show van de Amerikaanse groep Girls Against Boys. Een talentscout van Island kwam te laat, tot zijn grote frustratie. Na afloop sprak de hele zaal over dEUS, en niet over Girls Against Boys. In december, na de opnames van ‘Worst Case Scenario’, trok de groep opnieuw op eigen kosten naar de Londen voor een korte tournee van vijf shows.
Overdag gingen ze shoppen bij de belangrijkste platenfirma’s. Financieel bood Geffen, het platenhuis van Nirvana, de beste voorwaarden. Maar dEUS koos voor Island. Grotendeels uit romantische overwegingen - iedereen in de groep is fan van Tom Waits.
Het zou nog tot september 1994 duren voor ‘Worst Case Scenario’ in het VK verscheen. Managers Christian Pierre en Filip Eyckmans namen ruim de tijd om het platencontract juridisch uit te vlooien. In braakland België liepen toen nog geen muziekadvocaten rond die zulke grote contracten de baas konden. Daarom namen de jonge Antwerpenaren een Britse advocaat in de arm. Pas na zes maanden stonden alle punten en komma’s op de juiste plaats en kregen ze bij Island vanuit Antwerpen het verlossende sein. ‘In Londen werden ze zot van die twee arrogante eikeltjes uit Antwerpen’, vertelt Filip Eyckmans aan de telefoon vanuit Spanje, waar hij een hotel uitbaat en als ondernemer in de sportsector actief is.
‘Ik heb altijd met grote ogen zitten kijken naar het lef en de evidentie waarmee dEUS zichzelf internationale allures durfde aan te meten’, zegt de muziekjournalist Jan Delvaux, die in 2009 meewerkte aan een documentaire over ‘Worst Case Scenario’. ‘Vergelijk het met al die jonge Belgische voetballers die een paar seizoenen geleden plots allemaal in de Engelse Premier League gingen spelen. Het is typisch Belgisch om dan te denken: ‘Ach, het zal dan wel geen vetpot zijn in Engeland, zeker?’
Maar nee, plotseling zag je die jonge gasten moeiteloos meespelen tussen grote artiesten als PJ Harvey en Tricky. Niemand in de Belgische rock is dEUS voorgegaan op dat vlak. The Wallace Collection heeft vruchteloos geprobeerd voet aan wal te zetten in het VK. Ook TC Matic had internationale aspiraties, maar is nooit verder geraakt dan Frankrijk en Zweden.’
On-Belgisch ambitieus? Voor Filip Eyckmans, die in 2000 stopte als manager van dEUS, klinkt het als een contradictie. ‘Tommy en ik kenden elkaar van de schoolbanken. Wij hebben ons altijd heel Europees gevoeld. Populair in Vlaanderen, dat was voor ons een beklemmende gedachte. Ik zei altijd: ‘Als we alleen in Gent en Hasselt populair worden, is voor mij de kous af.’
In 1992 woonde ik in Madrid, waar dEUS dat jaar twee keer op tournee is gekomen. We speelden in kleine zaaltjes, of op straat om ons eten van de dag te betalen. Op die tournees is de sound van dEUS gevormd. Voor ons was dat allemaal heel vanzelfsprekend. Er zat geen strategie achter.’
Vlam van de grunge
Christian Pierre werkt nog altijd als manager voor dEUS. Wat ziet hij als de grootste verdienste van zijn groep voor de Belgische muziek? ‘We hebben, denk ik, laten zien dat er niets mis is met ambitie en geloof in eigen kunnen. Ongetwijfeld zal ons zelfvertrouwen anderen in de Belgische muziek hebben aangestoken om verder dan België te kijken. Maar succes gaat in de rockbusiness vaak hand in hand met geluk. In ons geval was dat niet anders. In 1994 was de Europese muziekindustrie haast panisch op zoek naar een eigen smoel. De vlam van grunge uit Amerika was aan het uitdoven, en de britpop kwam maar niet op gang. dEUS is als eerste Europese groep in dat gat kunnen duiken. We werden vaandeldragers van een nieuwe lichting Europese rockbands. Vrij snel na ‘Worst Case Scenario’ braken Blur en Oasis echter door. De britpop had eindelijk haar vaandeldragers gevonden. Voor ons werd het een pak moeilijker om te blijven opvallen in Engeland. Zo snel kan het gaan in de muziekindustrie.’
It’s the bald man’s dream to grow hair, baby
But a lame don’t need legs
He needs a wheel chair
Uit ‘W.C.S. (First Draft)’
Twee decennia na de release is dit wellicht de grootste verdienste: op muzikaal vlak heeft ‘Worst Case Scenario’ amper aan frisheid ingeboet. Een invloedrijke schare Britse artiesten, zoals Elbow en Placebo, zingt vandaag nog altijd de loftrompet over het album. Maar is het onderste wel uit de kan gehaald? Island geloofde in een verkooppotentieel van 5 tot 10 miljoen exemplaren. Vandaag staat de teller op ongeveer 450.000 stuks.
Eyckmans: ‘Er zijn veel kansen gemist. We hebben geen compromissen gesloten op de juiste momenten, muzikaal en commercieel. Er waren ook de ego’s van bassist Stef Kamil Carlens en gitarist Rudi Trouvé, die hun eigen projecten niet wilden opgeven voor dEUS. We hebben zelfs een tournee met PJ Harvey moeten weigeren omdat Stef voorrang wilde geven aan zijn groep Moondog Jr. Ik herinner me dat adidas op een bepaald moment een smak geld bood om ‘Suds & Soda’ te gebruiken in een commercial. Dat voorstel heeft drie seconden op tafel gelegen. Zoiets dééd je niet, in de ogen van de bandleden. Die gasten dweepten met Tom Waits, hè.’
‘We hebben heel eventjes in de Champions League meegedraaid’, besluit Eyckmans met een voetbalvergelijking. ‘Maar het succes had langer kunnen duren.Het is uiteindelijk de Europa League geworden. Pas op, dat is ook niet slecht, hè. Twintig jaar is een hele tijd in de popmuziek. Als iemand me in 1994 had gezegd dat een journalist van De Tijd me in 2014 zou bellen over twintig jaar ‘Worst Case Scenario’, dan had ik hem gek verklaard.’
Meest gelezen
- 1 Conner Rousseau (Vooruit): ‘Een stad als Antwerpen moet door serieuze mensen bestuurd worden, niet door extremen’
- 2 De must-reads van het weekend
- 3 Fors meer ‘eendagszieken’ sinds doktersbriefje niet meer nodig is
- 4 Gentse start-up Think Tomato: ‘Toen ik van de stress veel was afgevallen, zei mijn vader: ‘Het hoéft niet, dat ondernemen’’
- 5 Explosie aan snipperdagen maakt werkgever wantrouwig