Kevin

Koen Meulenaere fileert tot aan de verkiezingen van 9 juni elke dag de actualiteit.

Over veldrijden wordt in De Tijd nooit bericht, prijzen wij de goden. Dat heeft zijn reden: veldrijden is een bezigheid voor barbaren. Jaja, beleggen op de beurs ook, maar er is toch een klein verschil. U kent de veldritsport niet? Hoor toe.

Om de twee dagen rijden telkens dezelfde vijf Vlaamse coureurs, van kop tot teen met drek besmeurd, om het snelst door weiden en bossen en moerassen, van aan de kant bespot, beschimpt, bespuwd en met bier overgoten door 20.000 halve wilden die zich al voor één uur ’s middags tot op de rand van een delirium hebben gezopen en, nog erger, rubberen laarzen dragen. In vele gevallen hebben ze een potsierlijke muts schots en scheef op hun zatte kop gezet. Zoiets kan alleen bestaan in Vlaanderen.

Een van die 20.000 beschonken holbewoners is, het zal niet iedereen verbazen, uw Kaaiman. Waarom het verzwijgen: wij zijn in een ver verleden nog een tijdje cyclocrossreporter op de radio geweest. De topjaren van Roland Liboton. Een interessante periode, de wedstrijden volgden toen een vast patroon: de start werd gegeven, Liboton demarreerde, had na 2 minuten koers 3 minuten voorsprong, en dan was het een uur wachten en was de cross gedaan. Spannend. Spektakel. Het Belgisch Kampioenschap was afgelopen voor het begon. Tien keer op rij Liboton. Bertje Vermeire tweede op zeven minuten, Johan Ghyllebert derde op een kwartier. Vijf jaar na elkaar exact hetzelfde podium: één, twee én drie.

Advertentie

Liboton won ooit in één seizoen 32 van de 33 crossen waaraan hij deelnam. Die ene was in Italië, en op bevel van zijn Italiaanse sponsor Paolo Guerciotti moest Roland zijn Italiaanse ploegmaat Vito di Tano eens laten winnen. Zo gezegd, zo gedaan: in de laatste ronde deed Liboton di Tano teken dat hij in zijn wiel moest gaan zitten, trok het tempo op, ging honderd meter voor de streep opzij om zijn maat vrije baan te geven, en zag tot zijn ontzetting de Duitser Mike Kluge uit zijn wiel springen en winnen. Di Tano had moeten lossen.

Zondag wordt het Belgisch Kampioenschap gereden rond het prachtige Zilvermeer in Mol, dat er alleszins fraaier bij ligt dan het Zilverfonds van Johan Vande Lanotte. De favoriet van De Tijd is… altijd een spannend moment voor de renners zelf… Kevin Pauwels! Waarschijnlijk de enige veldrijder die geabonneerd is op deze krant.

Waarom Kevin? De Citadel van Namen. Net voor kerst. Dát is de eerste echte test van het seizoen. Wat daarvoor komt, is brol. Kermiskoersen. En in Namen heeft Kevin Pauwels ze er allemaal op gelegd. De tweede stond niet op de foto, het was pikdonker toen hij hijgend en bijna van zijn verstand boven op de esplanade geraakte. De derde is achteruit terug de Samber in geschoven.

De tweede test is de Grote Prijs Sven Nys, met Nieuwjaar. Op de Balenberg in Tremelo, het equivalent van de Tienbunder in Rillaar waar Liboton de basis legde voor zijn successen. Wel, ook in Tremelo veegde Pauwels ze allemaal op een hoopje. Niels Albert voor eigen volk op 3 minuten. Sven Nys in zijn eigen Grote Prys niet eens aan de aankomst. Akkoord, hij stond ook niet aan het vertrek, maar dat mag geen excuus zijn. Ziekskes, zere keel, luister eens hier: het is niet in januari dat een crosser ziek moet worden, daarvoor heeft hij de rest van het jaar alle tijd.

Kevin Pauwels praat misschien niet veel met de mond, veeleer weinig zelfs, maar des te meer met de pedalen. Morgen de favoriet van de European Newspaper of the Year. Benieuwd of hij die stress zal kunnen dragen. Eerlijk? Nee.

Advertentie