opinie

Laat de uitbreiding van de terrorismewet maar in de lade

CEO van Dinobusters

Pas gewoon de wetten toe die er al zijn en pak de dinosaurustoestanden bij de overheden aan.

Door Elke Wambacq. Zij is samen met Nancy De Vogelaere CEO van Dinobusters. Ze is betrokken bij het Disruptief Comité.

De regeringspartijen willen graag de terrorismewet uitbreiden. Het doel is ook voorbereidende handelingen die nodig zijn om een aanslag te plegen strafbaar te maken. Informatie zoeken over het maken van een wapen, een locatie verkennen om een bom te laten ontploffen of een voertuig huren om in een mensenmassa te rijden, zouden met de wetsuitbreiding terroristen preventief kunnen berechten.

Het Disruptief Comité zal de grenzen opzoeken van wat mag en niet mag. Dat zal de overheid uitdagen om ook nieuwe wettelijke hulpmiddelen te installeren.

De Raad van State is er niet meteen voor te vinden, omdat dit soort wetten het gevaar inhoudt onschuldigen te stigmatiseren. En eigenlijk is dit soort wet niet echt nodig. Er zijn eenvoudiger oplossingen. Gewoon de wetten toepassen die er al zijn en de dinosaurussen van overheden aanpakken.

De mist in

We flitsen terug naar 22 maart 2016. Er is een aanslag in Brussel en een van de daders heet Ibrahim El Bakraoui. In 2010 pleegde de man een overval op een wisselkantoor, gewapend met een kalasjnikov. Hij werd veroordeeld tot tien jaar cel, maar tegen het advies van de gevangenisdirectie in werd hij na vier jaar voorwaardelijk vrij gelaten. En daar ging het ergens de mist in. Ook de andere vier daders bleken in het verleden al klant van het gerecht.

©rv

In dit geval zou de uitbreiding van de terrorismewet weinig soelaas geboden hebben. Wel het gewoon uitvoeren van de uitgesproken straffen van de eerder gepleegde misdrijven. Mensen die een terreuraanslag plegen, hebben meestal een treurig crimineel verleden. Een reeks van misdrijven om te overleven. Drugs dealen, diefstallen... Een kat-en-muisspel met de politie en geregeld eens tegen de lamp lopen. De wanhoop nabij en weinig te verliezen.

Ordediensten kampen met een grote werkdruk en in de waan van de dag worden slordige beslissingen genomen. Wazige communicatie tussen alle betrokken overheden. Wie is nu eigenlijk verantwoordelijk? Het is niet helemaal duidelijk en ondertussen is het Bijzonder Strafwetboek dikker geworden dan het Strafwetboek. Het is een uitdaging om er nog wijs uit te geraken.

Politie

De politie is sinds 2001 hervormd. Dutroux had een boswandeling gemaakt en de boel moest snel op orde gezet worden. Daarna volgden enkele fusies, maar geen echt schokkende veranderingen.

Dat is dus 15 jaar geleden. Ondertussen surft iedereen op het internet, gaan we bijna slapen met een smartphone en vliegen nieuwe technologische snufjes ons om de oren. Heel wat korpsen werken nog met oude computers en zitten geregeld op droog zaad als ze het forensisch onderzoek op een degelijke manier willen uitvoeren.

Ook minister van Veiligheid Jan Jambon (N-VA) begint te beseffen dat we niet ter plaatse kunnen blijven trappelen.

Een opdracht uitvoeren gaat gepaard met het doorlopen van een moeizame hiërarchie. We tellen 189 politiezones, die elk hun eigenheden hebben. Het is niet evident om met al die zones vlot te communiceren als er iets gebeurt. Onderzoek heeft uitgewezen dat een menselijk brein maar 150 relaties aankan. Een baas van een politiezone kan neurologisch bekeken onmogelijk al zijn collega-bazen kennen. Ze zijn geen echt team, terwijl bij misdaadbestrijding teamwerk nu net een must is om daders op een gerichte manier te vatten.

Hokjes

Misdaadbestrijding vraagt samenwerking tussen overheidsdiensten én burgers. Door de hokjes tussen de diensten worden talenten jammer genoeg onvoldoende ingezet en draaien mensen rondjes in een kafkaiaanse molen. Ondertussen vliegt het geld van de belastingbetaler door de ramen door manke processen. Zulke dinosaurustoestanden zijn niet meer van deze tijd.

Misdaadbestrijding vraagt samenwerking tussen overheidsdiensten én burgers. Door de hokjes tussen de diensten worden talenten jammer genoeg onvoldoende ingezet en draaien mensen rondjes in een kafkaiaanse molen

Gelukkig is er disruptie. Bedrijven zien in dat de overheid niet werkt zoals het hoort en bieden een beter alternatief. Veiligheidsbedrijven ontwikkelen technisch hoogstaande producten die betaalbaar en efficiënt hun ding doen. Een camera om je huis in de gaten te houden die je met je smartphone vanop afstand kunt bedienen, haal je al bij de Aldi. Het openbaar vervoer loopt vast door een terreuraanslag, en via de sociale media organiseert de bevolking openbaar vervoer via carpooling. Of nog, je stuurt een drone op verkenning en die geeft informatie door...

Ook minister van Veiligheid Jan Jambon (N-VA) begint te beseffen dat we niet ter plaatse kunnen blijven trappelen. Op het congres Veilig 2020 eind juni stak hij zijn licht op over hoe technologie het overneemt en ook het sterkste wapen van terroristen is.

Dat opende de weg naar de installatie van een Disruptief Comité (Comité D). Dat comité is niet de zoveelste nieuwe overheidsdienst en het zal er grotendeels buiten blijven. Het zal zelfs af en toe de overheden tegen de schenen schoppen.

Grenzen

Het is een netwerk dat investeert in een veilige toekomst voor onze kinderen en kleinkinderen. Het zal daarbij de grenzen opzoeken van wat mag en niet mag. Dat zal de overheid uitdagen om ook nieuwe wettelijke hulpmiddelen te installeren die de oude compleet overbodig maken.

Met de komst van het internet en artificiële intelligentie is bijvoorbeeld privacy een illusie geworden, of we dat nu willen of niet. Dat vergt democratische grondprincipes die nu nog niet gewaarborgd zijn voor de toekomst.

Met de komst van het internet en artificiële intelligentie is bijvoorbeeld privacy een illusie geworden, of we dat nu willen of niet. Dat vergt democratische grondprincipes die nu nog niet gewaarborgd zijn voor de toekomst. Elke burger heeft recht op dezelfde veiligheid. Veiligheidsdiensten kan je niet plots sluiten om een vernieuwing te doen.

Het Comité D houdt zich daarom niet bezig met de ‘shit of yesterday’ waar overheden nu hopeloos in verstrikt raken. Wel met ‘the day after tomorrow’, waar digitaal het nieuwe normaal is en nutteloze systemen uitvallen.

Lees verder
Gesponsorde inhoud