Portie vitamientjes voor verzwakte bedrijven
De Vlaamse en federale overheid zetten een portie financiële vitaminen klaar. Daarmee kunnen bedrijven die door de coronacrisis zijn verzwakt hun kapitaalbasis opnieuw aansterken.
Geflankeerd door voormalig topmanager Bert De Graeve en door Michel Casselman, de algemeen manager van de Participatiemaatschappij Vlaanderen (PMV), hield een trotse Hilde Crevits (CD&V), minister van Economie in de Vlaamse regering, maandag het Vlaams Welvaartsfonds boven de doopvont. De eerste centen voor het fonds, dat tot doel heeft de kapitaalbasis te helpen versterken van bedrijven die die door de coronacrisis zagen uitgehold, zijn binnen. Het gaat om 167 miljoen euro, ingebracht door de Vlaamse overheid en door institutionele beleggers als AG Insurance, Baloise Belgium, Belfius, Ethias, KBC en BNP Paribas Fortis. De ambitie is het fonds uit te breiden tot 500 miljoen euro, waarvan 240 miljoen van de Vlaamse overheid en 260 van privébeleggers.
Donderdag volgde de federale overheid met een gelijkaardig initiatief. Staatssecretaris voor Relance Thomas Dermine (PS) meldde dat het Belgian Recovery Fund in de steigers is gezet. Dat fonds, onder de vleugels van de Federale Participatie- en Investeringsmaatschappij (FPIM), wil 350 miljoen bijeenbrengen.
Op het droge hijsen
De kapitaalversterking van bedrijven moet voorkomen dat de naweeën van de crisis nog jaren wegen op de economische dynamiek.
Vijgen na Pasen? De Belgische economie is grotendeels hersteld van de coronacrisis, die in maart 2020 hard toesloeg. De economische activiteit staat bijna weer op het precoronapeil, de werkgelegenheid zelfs hoger.
Dankzij gulle steunmaatregelen van de overheid en een inspanning van de banken hebben de meeste ondernemingen zich drijvende kunnen houden, ook in sectoren die zwaar leden onder de lockdowns. Maar een aantal heeft flink moeten interen op zijn financiële reserves. Door ze nu bij te springen met kapitaal of leningen op langere termijn, kunnen het Vlaams Welvaartsfonds en het Belgian Recovery Fund die ondernemingen op het droge hijsen en maken dat ze de middelen krijgen om te investeren en te groeien. Dat moet voorkomen dat de naweeën van de coronacrisis nog jarenlang wegen op de economische dynamiek.
Een fonds van 350 miljoen euro, een ander van 500 miljoen euro. Dat zijn, gemeten aan de omvang van andere investeringsfondsen in ons land, ferme bedragen. Maar is het meer dan een druppel op een hete plaat? Het onderzoeksbureau Graydon gewaagde vorig jaar van tientallen miljarden die zouden nodig zijn om de kapitaalbasis van de ondernemingen in ons land te herstellen. Veel bedrijven kunnen echter op eigen kracht hun kapitaalbasis verstevigen, door winsten opzij te zetten. De voorwaarde daarvoor is wel dat de economie goed draait.
Door hun goodwill te tonen kunnen de investeringsfondsen misschien de overheid doen afzien van haar plannen voor een meerwaardebelasting.
Het Vlaamse Welvaartsfonds en het Belgian Recovery Fund worden mee gestijfd door institutionele beleggers. Voor verzekeraars en pensioenfondsen kan dat perfect passen in hun beleggingspolitiek. Voor investeringsmaatschappijen die hun eigen focus hebben, is dat minder evident. Toch heeft een aantal zijn steun toegezegd aan het Vlaamse Welvaartsfonds, waaronder de familiale investeringsmaatschappijen De Eik (familie Van Waeyenberge) en Korys (familie Colruyt) en de gespecialiseerde fondsen Fortino (technologie), Smartfin (fintech), Vesalius BioCapital (biotech) en Gilde Healthcare (gezondheidszorg). Ach, als het niet misloopt levert die belegging hen een hoger rendement op dan een spaarrekening. En als ze door nu hun financiële goodwill te tonen kunnen bekomen dat de overheid afziet van het plan om financiële meerwaarden te belasten is het voor hen zelfs een prima investering.
De politieke beleidsmakers pleitten ervoor ook de particuliere beleggers in de fondsen te laten participeren. Dat geeft hun initiatief meer zichtbaarheid. Maar dat brengt een boel gedoe mee, zoals informatie- en prospectusverplichtingen. Als het moet gebeuren met een fiscaal lokkertje, jaagt dat de overheid extra op kosten. Het geld dat ingebracht wordt door institutionele beleggers als pensioenfondsen en verzekeraars komt onrechtstreeks al van de particulieren. En de vraag is of particuliere beleggers wel grote interesse hebben. ‘Koop niet van Hilde Crevits maar van beursfamilies - beursgenoteerde familiale holdings’, adviseerde de beursredacteur van De Tijd enkele maanden geleden.
De overheid steekt flink wat geld in de fondsen. Het zijn geen subsidies, dat mag niet van Europa. Het geld wordt ter beschikking gesteld aan de bedrijven tegen ‘marktconforme’ voorwaarden. De kapitaalinbreng en de achtergestelde leningen zijn tijdelijk, en moeten worden terugbetaald. Het gaat om een investering die moet opbrengen: rente, dividend, financiële meerwaarden. De overheid kan er dus aan verdienen.
Dit is België, een federaal land met een complexe en soms onduidelijke bevoegdheidsverdeling tussen de overheden. En dus kan het dat de Vlaamse en federale overheid, los van elkaar, met gelijkaardige initiatieven uitpakken. Het Vlaams Welvaartsfonds en het federale Belgian Recovery Fund hebben dezelfde focus: bedrijven met een door corona verzwakte kapitaalbasis die intrinsiek gezond zijn, groeiperspectieven hebben en een overtuigend businessplan kunnen voorleggen. De twee - het Welvaartsfonds mikt op bedrijven ‘die een band hebben met Vlaanderen’- dreigen elkaar deels voor de voeten te lopen. Efficiënt is dat niet. Voor de bedrijven die het geld moeten ontvangen, maakt dat niet uit. Ze kunnen van de twee walletjes eten.
Politiek cliëntelisme
Daarnaast bestaat het risico van politieke inmenging of gelobby bij de beoordeling van de dossiers. De aanwezigheid van institutionele beleggers in de fondsen moet maken dat dat risico beperkt blijft. Ze zullen erop toekijken dat naar behoorlijke rendementsdoelstellingen wordt gestreefd, en dat de fondsen niet worden gebruikt als een instrument voor politiek cliëntelisme. Bij het Belgian Recovery Fund is een extra waarborg ingebouwd: het fonds wordt beheerd door de Franse vermogensbeheerder Tikehau Capital, aangeduid na een internationale selectieronde. Het Welvaartsfonds wordt gemanaged door de PMV, een vehikel van de Vlaamse overheid. Bert De Graeve houdt als voorzitter toezicht.
De twee overheidsfondsen hebben een afgebakende doelstelling: de crisisschade helpen te herstellen. Als ze zich daaraan houden, hebben ze een meerwaarde en zijn ze complementair met particuliere fondsen en investeringsmaatschappijen, die een andere opzet en strategie volgen.Maar wat als de twee fondsen minder aanvragen krijgen dan ze geld te investeren hebben? Dan zullen ze hun actieterrein proberen te verruimen en dreigen ze in het vaarwater te komen van de particuliere investeerders. Een overheid moet echter niet doen wat de privésector al doet.
De opdracht van het Welvaartsfonds en het Recovery Fund is in de tijd beperkt. De ervaring leert echter dat overheidsvehikels, eens opgericht, zelden worden opgedoekt, zelfs als ze geen bestaansreden meer hebben. Er is altijd wel iemand die daar belang bij heeft. Het is een van de redenen voor de almaar uitdijende overheid.