Advertentie

Geld voor uw wintervakantie

De wintervakantie staat voor de deur. Trekt u naar de zon of naar de sneeuw? Als u binnen de Europese muntunie blijft, heeft u alvast één voordeel: geld omwisselen hoeft vanaf volgend jaar niet meer. Maar dat wil niet zeggen dat u voortaan kosteloos euro's kunt opnemen in het buitenland. Voor buitenlandse euro 's moet u nog altijd betalen. En voor binnenlandse zal dat over enige tijd wellicht ook het geval zijn.

Hoe regelt u uw geldbevoorrading als u naar het buitenland gaat? Neemt u het geld van uw reisbestemming meteen mee? Of vertrekt u op reis met reischeques, met een betaalkaart of met een kredietkaart? Mogelijkheden genoeg om aan geld te geraken in het buitenland. Maar er hangt een prijskaartje aan. En dat verandert voorlopig nog niet, zelfs al blijft u binnen de eurozone.

Nochtans werd recentelijk een Europese verordening goedgekeurd over de kosten van internationale bankverrichtingen binnen de EU. En die verordening ziet er voor de Europese consument op het eerste gezicht erg goed uit. Ze bepaalt namelijk dat betalingen en geldopvragingen in euro met een bank- of kredietkaart vanaf 1 juli volgend jaar niet meer duurder mogen zijn in een ander EU-land dan in eigen land. Of met een voorbeeld: vraagt u geld op aan een Oostenrijkse bankautomaat, dan mag dat vanaf 1 juli nog maximaal evenveel kosten als een geldafhaling aan een biljettenverdeler in eigen land. Datzelfde geldt uiteraard ook voor geldafhalingen in de andere eurolanden, met name Nederland, Frankrijk, Duitsland, Luxemburg, Ierland, Spanje, Italië, Portugal, Finland en Griekenland.

Advertentie

Eenzelfde verplichting wordt met een jaar vertraging opgelegd voor internationale overschrijvingen. Vanaf 1 juli 2003 mag een overschrijving in euro naar een ander EU-land dus niet meer duurder zijn dan een binnenlandse overschrijving in euro. Bovendien stelt de tekst dat deze regeling ook van toepassing kan worden op internationale bankverrichtingen met Zweden, Groot-Brittannië en Denemarken. Denemarken en Zweden lieten inmiddels al weten de verordening ook op hun munten te willen toepassen. Slechts in één uitzondering wordt in de wet voorzien: voor bedragen boven 12.500 euro geldt de nieuwe regeling nog niet. Voor dergelijke grote transacties - zeg maar voor het internationale handelsverkeer - wordt de verordening pas op 1 januari 2006 geactiveerd.

Deze regeling ziet er voor de Europese consument op het eerste gezicht veelbelovend uit. Toch is het niet zo zeker of ze ook voor de Belgische bankklanten positief zal uitpakken, liet een woordvoerder van een grote Belgische bank zich ontvallen. Terwijl buitenlandse geldafhalingen voor ons erg duur zijn, zijn binnenlandse geldopvragingen met een betaalkaart bijzonder goedkoop in ons land (in de meeste gevallen zelfs gratis). Als gevolg van die enorme kloof zullen onze banken evenwel bij de gelijkschakeling van de kosten een gulden middenweg moeten zoeken. Of anders gezegd: de kosten voor buitenlandse geldopvragingen dalen wellicht, maar binnenlandse geldafhalingen zullen duurder worden. En vermits de meesten onder ons vaker geld afhalen in eigen land zal die prijsstijging wellicht harder aankomen in onze portemonnee dan de prijsdaling voor buitenlandse geldopvragingen.

Een aantal banken suggereert dan ook dat de kosten van binnenlandse geldafhalingen wellicht omhoog gaan. Misschien zullen andere banken op een heel andere manier reageren. Wanneer ze de kosten niet naar beneden kunnen nivelleren, zullen sommigen misschien gewoonweg stoppen met het aanbieden van internationale geldtransfers. Naar verluidt zouden een aantal kleinere banken deze denkpiste volgen. Zij kunnen zich dat permitteren. Hun klanten zijn immers meestal ook klant bij een grote bank.

Hoe de precieze reactie zal zijn op de goedgekeurde verordening, werd door de meeste banken echter nog niet definitief beslist. "Onze eerste zorg is momenteel op 1 januari de euro succesvol te introduceren. Op 1 januari verandert bij ons dan ook helemaal niets aan de kostenstructuur van het internationaal geldverkeer", stelt Louise van Heel, woordvoerster bij BBL. "Wellicht nemen we daarover in de komende maanden een beslissing. Maar welke denkpiste we daarbij zullen volgen, is nog niet uitgemaakt."

Advertentie

Deze winter verandert aan de kostprijs van uw buitenlandse geldafhalingen dus wellicht nog niet erg veel. U zal enkel merken dat er nu ook euro 's uit de buitenlandse geldautomaten zullen komen (als u binnen de eurozone blijft tenminste), net als uit onze Belgische biljettenverdelers. Maar de buitenlandse biljetten zullen net als vroeger nog altijd duurder zijn dan de Belgische.

Zo bekeken kan u het zakgeld voor uw reis maar best meteen meenemen van thuis. Het geld dat u voor uw vertrek hier uit de muur haalt, is immers gratis. Maar vraagt u diezelfde euro 's op in een ander land, dan betaalt u wél kosten. Zoveel mogelijk geld op voorhand meenemen is dus het goedkoopst.

Maar spijtig genoeg houdt die werkwijze ook de meeste risico 's in. Passeert u toevallig een zakkenroller, wordt uw handbagage gestolen op het vliegtuig of wordt uw hotelkamer geplunderd, dan bent u meteen uw volledige vakantiebudget kwijt. Om die risico's te vermijden, geeft u er misschien toch de voorkeur aan niet te vertrekken met al te veel geld op zak. Maar dan moet u natuurlijk daar wel aan geld zien te geraken.

Mogelijkheden zijn er gelukkig meer dan genoeg. Al valt er vanaf volgend jaar wel eentje weg: eurocheques kan u vanaf 1 januari niet meer gebruiken. Maar met uw betaal- en kredietkaarten raakt u wel nog aan geld. En die kaarten kan u niet alleen gebruiken om geld af te halen aan een biljettenverdeler, maar ook om te betalen in winkels, hotels, restaurants en benzinestations.

En dat laatste kan u ook maar best zoveel mogelijk doen. Gebruikt u uw kaart om te betalen, dan liggen de kosten immers gevoelig lager dan wanneer u diezelfde kaart gebruikt voor de opname van baar geld aan een bankautomaat of een bankloket. Betalingen die u doet met een kredietkaart zijn zelfs helemaal gratis (uiteraard moet u wel de kaart zelf betalen). Waar het kan, gebruikt u dan ook best deze kaart om te betalen. Zo beperkt u meteen de hoeveelheid cash geld die u nodig heeft.

Betaalt u met een gewone betaalkaart (BC/MC), dan wordt het al iets duurder. Betalingen met een Belgische bankkaart in het buitenland zijn mogelijk wanneer het Maestro-logo op de kaart staat. Die Maestro-functie, die standaard op elke nieuwe BC/MC-kaart staat, wordt geactiveerd wanneer u de kaart voor de eerste maal gebruikt in het buitenland. En vanaf dan betaalt u er ook voor. Bij de meeste banken betaalt u voor het gebruik van Maestro een vaste vergoeding ongeveer 5 euro per jaar. KBC splitst het tarief evenwel op: gebruikt u de kaart om geld af te halen aan een buitenlandse geldautomaat, dan betaalt u 3 euro. Gebruikt u ze om te betalen in een winkel, dan betaalt u slechts 2,5 euro. Zodra u ze voor beide doeleinden heeft gebruikt, betaalt u dus het volledige jaartarief van 5,5 euro. Bij Argenta krijgt u de Maestro-functie nog altijd gratis.

Bij elke betaling die u doet, betaalt u bovendien ook nog een transactiekost (ook bij Argenta). Volgens een studie van de consumentvereniging Test-Aankoop ligt die bij sommige banken (bijvoorbeeld KBC) forfaitair vast op een halve euro per transactie en werken anderen met een forfait dat wordt verhoogd met een variabele commissie (bijvoorbeeld Argenta). In dat tweede systeem ligt de kostprijs van de betaling een stuk hoger, gemiddeld tussen 1 en 2 procent van het transactiebedrag.

Daarmee zijn Maestro-betalingen toch wel wat duurder dan betalingen met een kredietkaart. Maar u bent nog altijd goedkoper af dan wanneer u uw BC/MC-kaart (met Maestro-logo) gebruikt voor de afhaling van baar geld aan een biljettenverdeler. Hiervoor betaalt u, afhankelijk van bank tot bank en naargelang het bedrag, immers ongeveer 2 tot 3 procent. Ongeveer een procent meer dus dan de kostprijs van een betaling met Maestro. Of met andere woorden: u gebruikt uw kaart beter om te betalen dan om geld af te halen.

En ten slotte heeft u ook nog uw kredietkaart om cash geld op te nemen in het buitenland. Dat kan u op twee manieren: aan een biljettenverdeler met een geheime code of aan een bankloket met een handtekening. Gebruikt u uw kredietkaart met geheime code voor een geldafhaling aan een biljettenverdeler, dan ligt het tarief gemiddeld ongeveer even hoog als bij een geldafhaling met Maestro. Al is dat ook weer geen algemene regel. Over het algemeen is de Maestro-kaart voordeliger voor bedragen tot 100 euro. Maar haalt u meer dan 100 euro af, dan gebruikt u beter uw kredietkaart met geheime code. Gebruikt u uw kredietkaart zonder geheime code voor een geldopname aan een buitenlands bankloket, dan wordt het nog duurder. Gezien de hoge vaste kost die u daarvoor betaalt, wordt dat pas voordelig wanneer u minstens 250 euro opneemt.

Zoekt u de zon op buiten de Europa of gaat u skiën in de Zwitserse bergen, dan ziet het verhaal er meteen helemaal anders uit. Euro 's meenemen heeft dan geen zin. Dus geld wisselen blijft de boodschap. Uiteraard kan u dat al doen voor uw vertrek. Tenminste, wanneer u naar een land gaat waarvan de munt hier verkrijgbaar is. Koopt u op voorhand vreemde valuta aan bij de bank, dan betaalt u daarvoor natuurlijk wel een commissie.

Maar ook op uw vakantiebestemming kan u aan geld geraken. Gaat u naar een land waar voldoende bankautomaten of biljettenverdelers voorhanden zijn, dan heeft u dezelfde mogelijkheden als binnen de monetaire unie. U kan dan betalen met uw betaal- of kredietkaart of deze kaarten gebruiken voor de opname van baar geld. Vermits de transactiekosten dan verhoogd worden met een wisselprovisie, gaat de kostprijs hierdoor wel omhoog. Maar de volgorde blijft gelijk: betalen met een kredietkaart is het goedkoopst. Daarna komen de betalingen met een betaalkaart met het Maestro-logo. Dan komen de geldopnames aan een biljettenverdeler met uw betaal- of kredietkaart. En het duurst zijn geldopnames met uw kredietkaart aan een bankloket.

Gaat u naar een land waar banken en bankautomaten veeleer een rariteit zijn, dan moet u het anders aanpakken. Een pakketje eurobankbiljetten meenemen en die op uw bestemming omwisselen voor lokale munt is een eerste mogelijkheid. En wellicht ook de goedkoopste. U kunt natuurlijk ook dollars kopen. Maar daarmee drijft u de kosten alleen maar op. Bij de aankoop van dollars betaalt u immers wisselkosten. En dollars zijn niet beter dan euro 's.

Cash geld meenemen kan dan erg eenvoudig en goedkoop zijn, het is spijtig genoeg niet de veiligste manier. Met reischeques bent u beter af. Bij verlies of diefstal worden ze immers binnen de kortste keren gratis vervangen. Maar ze zijn wel duurder. Bij de aanmaak betaalt u een aanmaakprovisie van 1 à 2 procent, eventueel te verhogen met een vast recht. En bij de opname van het geld op reis, betaalt u voor een tweede maal kosten. Hoe hoog die liggen, hangt af van de bank waar u de reischeques int en valt moeilijk op voorhand te ramen. Heeft u na uw reis nog traveller cheques over, dan dient u ze terug in te wisselen bij uw bank, en worden vaak nog eens kosten aangerekend. Alles bij elkaar zijn traveller cheques dus een vrij dure aangelegenheid. Maar bezoekt u exotische oorden waar u niets heeft aan een betaalkaart, dan kunnen ze toch wel eens nuttig zijn.

En daarmee hebben we de meeste mogelijkheden gehad om aan geld te komen op reis. Blijft u binnen de eurozone, dan wordt het vanaf volgend jaar allemaal een stuk eenvoudiger. Maar goedkoper spijtig genoeg nog niet. Buitenlandse euro's blijven voorlopig nog een stuk duurder dan Belgische.

Advertentie
Gesponsorde inhoud