België bij digitaalste economieën

Belgische werknemers blijken vrij goed te zijn met computers. Voor maar drie op de tien Belgische banen is geen of nauwelijks computerkennis nodig. Alleen in een beperkt aantal landen, waaronder Nederland en Denemarken, zijn ICT-vaardigheden nog belangrijker op de arbeidsmarkt. Dat staat in Skills Outlook 2019, een studie van de OESO, de denktank van de rijke landen.

Bovendien blijkt dat in ons land weinig routinematige jobs zijn. Amper 19 procent van de banen verloopt volgens een routine, zoals bandwerk. Alleen in Zweden zijn er nog minder. Het strookt met het beeld van ons land, waar veel maakbedrijven zijn vertrokken of door de hoge loonkosten hun productieproces hebben geautomatiseerd. Daardoor is de economie zich almaar meer gaan ontwikkelen tot een diensteneconomie.

Op basis van die vaststelling concludeert de OESO dat ons land, samen met een beperkte groep anderen, al vrij hard blootgesteld is aan de digitalisering. En, zo merkt de organisatie op, ‘hun inwoners beschikken ook over de nodige competenties en worden ondersteund bij levenslang leren zodat ze kunnen genieten van de voordelen van de digitalisering.’

Voor andere landen, zoals Italië en Griekenland die minder goed voorbereid zijn, waarschuwt de organisatie voor de gevolgen. ‘De digitalisering houdt een bedreiging in. Ze kan de bestaande ongelijkheid vergroten en nieuwe kloven doen ontstaan.’