De meeste vragen tijdens de conferencecall van Euronav
hadden betrekking op de regelgeving IMO 2020, die bedoeld is om de uitstoot van schepen schoner te maken en minder zwaveloxides in de atmosfeer te doen belanden.
Euronav heeft daar een andere visie over dan de meeste tankeroperatoren. De rederij staat sceptisch tegenover scrubbers, installaties om de uitstootgassen te zuiveren (waarna de vervuiling in het zeewater belandt). Ze geeft meerdere redenen: onzekerheid over het rendement van de investering (5 miljoen dollar per schip), het verschuiven van de vervuiling van de lucht naar het water, en de moeilijke controle op het gebruik van scrubbers. Bovendien zijn de 'open-loop scrubbers' al op een aantal (kwetsbare) regio's verboden en ook in steeds meer havens.
Euronav lijkt dan ook de kaart te trekken van de zwavelarme fuel. De raffinaderijen bereiden zich daarop voor, zodat ze er voldoende van kunnen produceren.
CEO Paddy Rodgers wees erop dat de bunkersector (bunkers zijn scheepsbrandstoffen) wereldwijd verandert. HFO, de zware scheepsbrandstof, was eigenlijk een residueel product dat ook bij kleine producenten en handelaars te krijgen was. Zwavelarme fuel daarentegen vereist een meer gevorderde raffinage. Hij verwacht dan ook consolidatie in de sector.
Toen een analist de Euronav-top vroeg waarom die voor zo een 'agressieve benadering' voor IMO 2020 kiest, werd Rodgers lichtjes boos. 'Vervuiling is een kritiek gegeven', antwoordde hij. De operatoren die voor scrubbers opteren, kijken vooral naar het financiële plaatje, liet hij doorschemeren, maar er zijn ook politieke risico's.
Een andere analist vroeg in welke mate tankeroperatoren de hogere kosten voor IMO 2020 kunnen doorrekenen aan hun klanten. 'Als je een duurder product (lees: zwavelarme fuel) koopt, is dat erg makkelijk', zei Rodgers. 'De klant begrijpt immers dat je niet alleen zijn olie vervoert, maar ook nog zijn product koopt.' Hij zal dan geen probleem hebben om een hoger vrachttarief te betalen, gaf de Euronav-topman te verstaan.