'Pensioenen zullen bedrijven meer kosten'

Dat is in een notendop de visie van Philip Neyt, de voorzitter van de Belgische Vereniging van Pensioeninstellingen (BVPI). Neyt stelde op een persconferentie een steekproef bij de Belgische pensioenspecialisten voor.

Bedrijven leggen voor hun werknemers vaak een extra pensioen aan, via de zogenaamde 'tweede pijler'. Die omvat pensioenfondsen en groepsverzekeringen, die loontrekkenden een extra pensioen uitkeren bovenop het wettelijke pensioen. Die vorm van collectief sparen wordt in eerste instantie gefinancierd door de werkgever, al draagt ook de werknemer meestal bij.

'De tweede pijler zal meer kosten aan werkgevers, omdat de mensen langer leven en de reële rendementen op de beleggingen wellicht lager zullen uitvallen', zegt Neyt. 'Een vuistregel zegt dat een daling van het rendement met één procentpunt de kosten met 15 procent doet stijgen. De meeste pensioenfondsen veronderstellen dat de rendementen met één tot twee procentpunten zullen afnemen.'

1,14 procent

De pensioenfondsen boekten in het eerste halfjaar een nettorendement van slechts 1,14 procent, omdat de aandelenmarkten daalden. Het reëel rendement na aftrek van inflatie bedroeg zelfs minus 1,39 procent. Het gemiddelde rendement sinds 1985 bedraagt wel nog 6,83 procent en na aftrek van inflatie 4,55 procent.

De activaspreiding van de fondsen veranderde weinig. Pensioenfondsen beleggen 50 procent van hun activa in obligaties, 38 procent in aandelen, 5 procent in vastgoed, 3 procent in cash en 4 procent in andere activa.

De Belgische pensioenfondsen beheren samen 15 tot 16 miljard euro.