Netto Het antwoord op al uw geldvragen
Advertentie

Werkgevers kiezen meer voor fondsen in hun pensioenplannen

Steeds meer werkgevers kiezen ervoor hun groepsverzekering op te bouwen met tak23-fondsen in plaats van tak21-producten. Die fondsen bieden een hoger potentieel rendement, maar kennen geen rendementsgarantie.
Advertentie
©ANP JEROEN JUMELET

Tak23-fondsen vinden steeds meer ingang bij pensioenplannen. Dat blijkt uit een onderzoek van de verzekeringsadviseur Aon, die bedrijven bijstaat bij de opbouw van hun pensioenplan. Het bedrijf keek bij 285 ondernemingen naar de pensioenplannen die openstaan voor nieuwe werknemers. Het gaat over 552 plannen waarbij ongeveer 300.000 werknemers zijn aangesloten.

22%
Bij 22 procent van alle pensioenplannen biedt de verzekeraar of het pensioenfonds geen rendementsgarantie. In 2018 ging het om 18 procent, blijkt uit onderzoek van de adviseur Aon.

In tegenstelling tot bij de groepsverzekeringen, die opgebouwd zijn met tak21-spaarverzekeringen, biedt de verzekeraar bij tak23-plannen geen rendementsgarantie.

‘Van de 449 plannen die door een groepsverzekering gefinancierd worden, zijn 32 opgebouwd met tak23-fondsen. Dat aantal zit in de lift. Bekijken we ook de plannen die via een pensioenfonds opgebouwd zijn, biedt de verzekeraar of het pensioenfonds bij 22 procent van alle pensioenplannen geen rendementsgarantie meer. In 2018 ging het om 18 procent’, zegt Werner Keeris, managing director Health & Wealth Solutions bij Aon België.

Wettelijke minimumrente

De switch naar tak23-fondsen is een aantal jaar geleden ingezet door de negatieve marktrentes, maar Keeris verwacht dat de trend nog versnelt. ‘Ondanks de stijging van de gewaarborgde rentevoet in tak21 zijn almaar meer werkgevers overtuigd door tak23.’

Hij verwijst naar de wettelijke minimumrente die werkgevers aan hun werknemers moeten garanderen. ‘Die ligt op 1,75 procent. De meeste verzekeraars in tak21 hebben dat rendement tot nu gewaarborgd voor de werkgever. Maar door de gestegen marktrentes is de kans groot dat de wettelijke minimumrente in 2025 hoger zal uitkomen, bijvoorbeeld op 2,5 procent. De vraag is of verzekeraars die hogere rente zullen waarborgen. Daardoor neemt de kans op onderfinancieringen toe en vergroot het risico voor werkgevers dat ze moeten bijpassen’, zegt Keeris.

Door de gestegen marktrentes is de kans groot dat de wettelijke minimumrente in 2025 wordt opgetrokken tot bijvoorbeeld 2,5 procent.

Werner Keeris
Managing Director Health & Wealth Solutions Aon België

Aon onderzocht ook de potentiële impact op het opgebouwde kapitaal als wordt overgestapt naar tak23. ‘Gaan we uit van een kaderlid dat maandelijks 5,75 procent van zijn loon stort in zijn aanvullend pensioen. Via een tak21-formule met 2,5 procent rendement, bouwt die persoon een kapitaal op dat 28 keer het laatste salaris bedraagt. Bij een overschakeling naar tak23, en gebaseerd op een historisch rendement van 4,25 procent per jaar, zou dat kapitaal aangroeien tot 39 keer het laatste salaris’, luidt het.

Werknemersbijdrage

Voorts stelt het onderzoek vast dat de bijdrage van 3 procent van het loon, die de regering beoogt, nog ver weg is. Bij 30 procent van de onderzochte plannen voor bedienden wordt 3 procent niet gehaald, bij arbeiders is dat zelfs 66 procent. Zelfs bij kaderleden stort 11 procent minder dan 3 procent van zijn loon in zijn aanvullend pensioen.

Een andere vaststelling is dat werkgevers almaar minder plannen aanbieden waarbij een werknemersbijdrage wordt gedaan. Bij de bedienden steeg het aantal plannen zonder werknemersbijdrage van 22 procent in 1996 naar 58 procent in 2023. Daarvoor zijn verschillende redenen. ‘Als er geen werknemersbijdrage is, is er meer juridische bewegingsvrijheid voor de werkgever om de plannen aan te passen’, zegt Keeris.

Lees verder
Advertentie
Advertentie
Advertentie
Gesponsorde inhoud