Het is typisch Belgisch: voer een nieuwe belasting in en de belastingplichtigen willen meteen weten of en hoe ze eraan kunnen ontsnappen. Dat is voor de taks op effectenrekeningen niet anders. Daardoor vloeide over die taks van amper 0,15 procent al veel meer inkt dan bijvoorbeeld over de veel omvangrijkere hervorming van de vennootschapsbelasting.
Vanaf volgend jaar betaalt elke particulier met gemiddeld meer dan 500.000 euro op een effectenrekening een taks van 0,15 procent. De banken zullen die taks ‘aan de bron’ inhouden. Maar ondanks het minieme tarief van 0,15 procent is de taks op de effectenrekeningen allesbehalve een marginale nieuwe belasting.
Het is een ware omwenteling in het Belgische belastingsysteem. Het is geen belasting omdat iemand geld verdient (bedrijfsvoorheffing), spaart (roerende voorheffing) of uitgeeft (btw), maar een taks omdat iemand een vermogen van een bepaalde omvang heeft, ongeacht het rendement dat hij daarop behaalt. Behalve de onroerende voorheffing die vastgoedeigenaren betalen, kent België dat soort vermogensbelasting niet.
In elk geval moet u weten dat de mazen in het fiscale net almaar kleiner worden.
Het is net daarom dat fiscalisten bijzonder benieuwd zijn hoe de taks in de praktijk toegepast zal worden. Want de regering bereikte in het kader van het Zomerakkoord na een rondje stevig bikkelen dan wel een principeakkoord over de hoofdlijnen van de taks, de technische details moeten de komende weken en maanden nog uitgewerkt worden.
Tot dan is een antwoord op de vraag ‘kan ik eraan ontsnappen en hoe’ op zijn minst deels gebaseerd op veronderstellingen. ‘In elk geval moet u weten dat de mazen in het fiscale net almaar kleiner worden’, merkt Sven Nelis van het advocatenkantoor Deknudt Nelis op. ‘En er is ook zoiets als een antimisbruikbepaling, waarmee de fiscus iemand toch kan belasten als die een bepaalde route bewandelt louter en alleen om een belasting te ontwijken.’
Minister van Financiën Johan Van Overtveldt (N-VA) zei eerder deze week aan De Tijd dat er ‘uiteraard maatregelen zullen worden ingebouwd om misbruiken te voorkomen’. Bovendien is het aangewezen ook stil te staan bij de andere gevolgen van ontsnappingsroutes die hier en daar gesuggereerd worden, merken vermogensplanners op. We overlopen er zeven.
1. U spreidt uw vermogen over meerdere rekeningen
De instelling waar u de effectenrekening aanhoudt, moet de abonnementstaks op de effectenrekening ‘aan de bron’ inhouden als die rekening 500.000 euro of meer waard is. De kunst lijkt dus net zoveel rekeningen aan te houden zodat u op elke rekening maximaal 499.999 euro hebt staan.
Die truc passen Belgen al massaal en zonder schroom toe met hun spaarboekje omdat daarop de onderste schijf van intresten - nu 1.880 euro die volgend jaar gehalveerd wordt tot 940 euro -vrijgesteld is van roerende voorheffing. ‘Voor het spaarboekje is er nooit de politieke wil geweest om dat effectief te beteugelen, maar u moet zich ervan bewust zijn dat dat regelrechte fiscale fraude is’, waarschuwt Tim Melis van het advocatenkantoor Cazimir. De regering heeft al aangekondigd dat er voor de taks op effectenrekeningen een vorm van aangifteplicht komt. Een optie daarvoor is dat te regelen via extra codes in de jaarlijkse belastingbrief.
U moet zich ervan bewust zijn dat dat regelrechte fiscale fraude is.
De Belgische banken moeten nu al elk jaar de identificatiegegevens van hun cliënten, samen met de nummers van hun bankrekeningen, waaronder effectenrekeningen, doorgeven aan het Centraal Aanspreekpunt. Dat CAP bevat momenteel echter geen informatie over de saldi op die rekeningen en de fiscus kan het meldpunt dat beheerd wordt door de Nationale Bank enkel inkijken als er aanwijzingen zijn van fiscale fraude.
Tim Melis: ‘De fiscus zal op een of andere manier moeten kunnen controleren. Want hoe ga je de taks anders heffen? De vrees leeft dan ook dat de fiscus voor de eerste keer inzage kan krijgen in de bedragen die belastingplichtigen bezitten. Waarmee de deur voor een vermogenskadaster op een kier staat.’
2. U versluist (een deel van) uw vermogen naar het buitenland
Uit de al bekende details van het zomerakkoord blijkt dat de regering zowel binnen- als buitenlandse effectenrekeningen viseert. Dat kan ze omdat de fiscus weet welke Belgen rekeningen in het buitenland bezitten. Zij moeten dat namelijk melden aan het CAP én in hun jaarlijkse belastingaangifte. Dat ‘vergeten’ is eveneens fiscale fraude. En de kans dat u tegen de lamp loopt, is hoe langer hoe realistischer, want de fiscus krijgt sinds dit jaar van zijn buitenlandse tegenhangers automatisch door welke Belgen in het buitenland een rekening hebben.
Toch bestaat het risico dat die route geen dood spoor blijft, merkt Melis op. ‘Buitenlandse inventieve spelers zullen ongetwijfeld nieuwe producten ontwikkelen die niet onder de taks vallen om Belgische vermogens te kunnen lokken.’
3. U splitst uw effectenrekening met uw echtgenoot
Het lijkt eenvoudig: de rekening op naam van hem ter waarde van 600.000 euro wijzigt u in een rekening op naam van hem en haar. Of u transfereert minstens 100.000 euro naar haar rekening.
De eerste vraag is echter of dat wel nodig is. Het ligt in de lijn der verwachtingen dat de taks op de effectenrekeningen de logica van het vermogensrecht zal volgen. Die logica heeft tot gevolg dat geld op een rekening op naam van een van beide partners niet noodzakelijk van die partner alleen is. Bij een koppel gehuwd onder het wettelijk stelsel - wat het geval is voor twee op de drie gehuwden - wordt namelijk alles wat iemand verdient sinds de huwelijksdag automatisch voor de helft van zijn partner. Met andere woorden: als mijnheer die 600.000 euro heeft opgebouwd sinds de huwelijksdag, zit het koppel met elk 300.000 euro al onder de drempel van 500.000 euro per persoon.
Is het koppel daarentegen gehuwd met zuivere scheiding van goederen, dan blijft alles wat iemand verdient wel 100 procent eigen bezit, ook na het huwelijk. In het voorbeeld zal de 600.000 euro op de rekening van hem dan ook integraal van hem zijn.
De banken die de taks aan de bron moeten inhouden zullen er het huwelijkscontract van hun klanten moeten bijhalen om te oordelen of die 600.000 al dan niet onder de taks valt.
‘De banken die de taks aan de bron moeten inhouden zullen er dus met andere woorden het huwelijkscontract van hun klanten moeten bijhalen om te oordelen of die 600.000 al dan niet onder de taks valt’, stipt Melis aan.
De rekening op twee namen of een deel van uw vermogen overzetten naar een rekening op naam van uw partner heeft bovendien ook heel wat andere gevolgen. ‘Ten eerste stelt zich de vraag op welke basis dat bedrag wordt overgeheveld naar mevrouw, zegt Melis. ‘Gaat het om een lening? Om een schenking? Hebt u documenten die dat kunnen staven?’ Het voordeel van een schenking tussen echtgenoten is dat die, in tegenstelling tot alle andere schenkingen, wel op elk moment herroepbaar is.
De vraag is of de fiscus dat soort vermogensverschuivingen naar de echtgenoot niet beschouwt als fiscaal misbruik. Iemand die getrouwd is met scheiding van goederen die zoiets doet zonder een notariële akte of een begeleidend schrijven (pacte adjoint) op te stellen waarin hij expliciet zegt dat het gaat om een schenking, kan het moeilijk krijgen om te motiveren aan de fiscus dat de taks geen drijfveer was, redeneert Nelis.
4. U betrekt uw kinderen bij de effectenrekening
U overweegt misschien dan al maar een deel van uw beleggingsportefeuille in volle eigendom te schenken aan uw kinderen om onder de grens van 500.000 euro te zakken. Als u dat doet via een bankgift en nog drie jaar in leven blijft, hebt u op die manier uw erfenis ook al voor een deel geregeld zonder dat er nog erfbelasting betaald hoeft te worden. Toch denkt u er beter twee keer over na. Wat u schenkt, verdwijnt definitief uit uw vermogen. En u kunt er ook geen inkomsten meer uit puren.
Dat inkomstenverlies zou u kunnen voorkomen door enkel de blote eigendom naar uw kinderen over te hevelen. De Vlaamse Belastingdienst heeft onlangs echter beslist dat dergelijke ‘gesplitste inschrijvingen’ niet meer belastingvrij kunnen gebeuren. Er zal ofwel schenkbelasting geheven worden op het moment van de schenking, ofwel erfbelasting bij het overlijden van de vruchtgebruiker. Die tarieven bedragen minstens 3 procent, wat 20 keer meer is dan de 0,15 procent taks.
Wie al een effectenrekening heeft op naam van twee ouders als vruchtgebruikers en bijvoorbeeld vier kinderen als blote eigenaren, tast momenteel in het duister of hij geraakt zal worden door de taks. De vraag is namelijk of het bedrag op die rekening gedeeld zal moeten worden door 6, 4 of 2 om de vrijstelling van 500.000 per persoon te berekenen. Idem als u al geschonken had onder last van een lijfrente. Zal de taks dan geheven worden bij de ouders die de lijfrente ontvangen? Of bij de kinderen die de jaarlijkse rente betalen?
Die vragen moeten de technische werkgroepen op de kabinetten nog beantwoorden. En ook de banken zullen hun informaticasystemen tegen het licht moeten houden. De wijze waarop banken titularissen van gesplitste rekeningen inschrijven, verschilt van bank tot bank.
5. U verschuift uw vermogen naar alternatieve beleggingen
Een herallocatie van uw vermogen lijkt perfect te kunnen. Denk aan kunst, wijn, oldtimers of goud in uw kluis.
De taks geldt voor aandelen, obligaties en fondsen op effectenrekeningen. Pensioensparen en levensverzekeringen zoals een tak23-product worden niet in rekening gebracht. Maar er bestaat nog een resem activa waarin u uw vermogen kunt investeren. ‘Een herallocatie van uw vermogen lijkt op basis van wat we nu weten perfect te kunnen’, oordeelt zowel Melis als Nelis. Denk aan kunst, wijn, oldtimers of goud in een kluis.
Zelfs vastgoed lijkt op het eerste gezicht een optie. Want terwijl de belasting op roerende inkomsten de voorbije jaren verdubbeld is tot 30 procent, ontspringt vastgoed elke keer opnieuw de dans. Maar in vergelijking tot de 750 euro op een beleggingsportefeuille van 500.000 euro betaalt iemand die vastgoed ter waarde van 500.000 euro bezit nu jaarlijks in de meeste gevallen al meer belastingen. Zelfs als de jaarlijkse onroerende voorheffing gebaseerd blijft op een kadastraal inkomen dat de werkelijke huurwaarde van zijn pand onderschat.
6. U versluist uw effectenportefeuille naar een vennootschap
De taks viseert enkel effectenrekeningen in het bezit van natuurlijke personen, niet van vennootschappen. Vermogende families beheren hun vermogen echter al vaak via holdings of structuren en hoeven daardoor de taks op de effectenrekening niet te betalen.
Maar zo’n holding of andere vennootschap oprichten en beheren is niet gratis. En terwijl particulieren sinds het afschaffen van de speculatietaks niet meer belast worden op meerwaarden en er voor dividenden een belastingvrije schijf wordt ingelast, worden vennootschappen wel belast op hun beleggingen.
‘Ze betalen vennootschapsbelasting op alle winsten uit beleggingen. De uitzonderingen en afwijkingen daarop worden hoe langer hoe minder belangrijk. Het tarief van de notionele intrestaftrek zakt jaar na jaar en het zomerakkoord raakt nu ook aan het principe zelf’, reageert Nelis. Om de verlaging van de vennootschapsbelasting te financieren heeft de regering namelijk beslist dat meerwaarden die een beleggende vennootschap boekt enkel nog vrijgesteld zijn van belastingen als het gaat om bedrijven waarvan ze meer dan 10 procent bezitten of als de waarde van de participatie meer dan 2,5 miljoen euro bedraagt. In alle andere gevallen betalen ze 25 procent belasting. ‘Bovendien moet je het geld dan ook uit de vennootschap halen. Dat kost ook nog eens tot 30 procent dividendbelasting’, vult Melis aan.
7. U verhuist naar het buitenland
Dan bent u zeker dat u de taks niet zult moeten betalen. ‘Maar dan moet u wel echt verhuizen. Het volstaat niet uw adres en vermogen te verplaatsen en vervolgens toch elk weekend in België door te brengen. De controles of iemand werkelijk emigreert, zijn steeds performanter’, weet Nelis, die onder andere vermogende particulieren met emigratieplannen adviseert. ‘In verhouding tot een taks van 0,15 procent is dat een heel drastische beslissing’, vindt Melis.
‘Momenteel is het tarief van de taks zo laag dat ontwijkingsgedrag erg beperkt zal blijven’, denkt Melis. ‘Het voordeel is erg klein in vergelijking met de potentiële risico’s en de mogelijke kostprijs van de alternatieven. Maar de vrees leeft dat de taks de komende jaren omhoog gaat. En dan zal op een bepaald moment de pijngrens bereikt worden.’