Netto Het antwoord op al uw geldvragen
Advertentie

Fondsenbelegger kan onterechte meerwaardetaks terugvorderen

Met een circulaire heeft de fiscus een einde gemaakt aan een pervers neveneffect van de meerwaardebelasting op beleggingsfondsen. Fondsenbeleggers die te veel taks betaalden, kunnen die terugvorderen.
Advertentie
©ANP XTRA

Fondsen die minstens 25 procent beleggen in vastrentende producten (obligaties, geldmarktinstrumenten,…) worden belast op de meerwaarde uit dat vastrentende gedeelte. De roerende voorheffing bedraagt 25 procent. De taks werd in 2006 ingevoerd, maar sindsdien werd de berekeningswijze al verschillende keren bijgetimmerd. Die aanpassingen hebben niet alleen de complexiteit fors doen toenemen, ze leidden ook tot enkele perverse neveneffecten. Zo stelden sommige beleggers de voorbije maanden vast dat ze een meerwaardetaks moesten betalen terwijl ze in werkelijkheid met verlies hun fonds verkochten.

Die vreemde kronkel heeft alles te maken met het feit dat niet altijd naar de werkelijke meerwaarde wordt gekeken. Voor fondsen met een Europees paspoort wordt bijvoorbeeld niet verder teruggegaan dan 1 juli 2005, ook al kocht u het fonds vroeger. Voor fondsen zonder paspoort is dat 1 juli 2008. Wie dus in 2006 een deelbewijs kocht voor 120 euro, zal in dat geval niet 120 euro als startwaarde krijgen, maar de waarde van het fonds op 1 juli 2008. Als die waarde op dat moment veel lager ligt dan de aankoopwaarde, dan loopt u het risico belast te worden op een meerwaarde die u niet hebt gerealiseerd.

Met een circulaire van eind augustus biedt de fiscus nu de fondsenbelegger de mogelijkheid om (een deel van) die taks te recupereren. ‘Het is aan de belegger zelf om een eventuele terugbetaling achteraf te vragen. Want voor de tussenpersonen (banken,…) wijzigt niets. Zij zullen de taks op dezelfde manier blijven berekenen’, zegt Dirk Coveliers, fiscalist bij Petercam.

Het is aan de belegger zelf om een eventuele terugbetaling na verkoop te vragen bij de fiscus.

Dirk Coveliers
Fiscalist Petercam

Een belangrijke voorwaarde voor recuperatie is dat de belegger kan aantonen wanneer en tegen welke waarde hij een deelbewijs heeft gekocht. Ten eerste zal hij moeten bewijzen dat hij het fonds kocht voor de referentiedatum (1 juli 2005 of 1 juli 2008). Ten tweede moet hij kunnen bewijzen dat de waarde bij aankoop hoger lag dan de waarde op de wettelijke referentiedatum. Is dat het geval, dan kan hij een gemotiveerd bezwaarschrift indienen bij de fiscus. De fiscus zal dan een nieuwe berekening van de taks doen, die gebaseerd is op de aankoopwaarde.

Het bezwaarschrift moet ingediend worden binnen de termijn van vijf jaar te rekenen vanaf 1 januari van het jaar waarin de roerende voorheffing is gestort. Dat betekent dat ook beleggers die hun fonds al een tijd geleden verkochten nog een recuperatie kunnen vragen. ‘In principe kan men teruggaan tot de verkopen die beleggers deden in het kalenderjaar 2010. Eventueel kunnen ook nog verkopen gerealiseerd in december 2009 in aanmerking komen, als de roerende voorheffing daarvoor pas in januari is gestort’, besluit Coveliers.

Ga na of uw fonds over een Europees paspoort beschikt

Kocht u het fonds vóór 1 juli 2005 (met paspoort) of vóór 1 juli 2008 (zonder paspoort), ga dan na of de waarde van het fonds bij aankoop hoger lag dan de waarde op respectievelijk 1 juli 2005 of 1 juli 2008.

Is dat het geval en heeft u het fonds na 2009 verkocht, dien dan een bezwaarschrift in bij de fiscus om de teveel betaalde taks te recupereren.

Is dat het geval en heeft u het fonds nog niet verkocht, dien dan na verkoop een bezwaarschrift in bij de fiscus.

Lees verder
Advertentie
Advertentie
Advertentie
Gesponsorde inhoud