De meeste spaarboekjes in ons land zijn gereglementeerde spaarrekeningen. De intresten op zo’n spaarboekje worden niet belast, tenzij uw spaargeld op jaarbasis meer dan 990 euro (bedrag 2020) aan intresten opbrengt. Dan moet u 15 procent roerende voorheffing betalen op het bedrag boven die 990 euro.
Heeft u meer intresten op één spaarboekje, dan zal uw bank roerende voorheffing inhouden. Maar dat zal niet gebeuren als u spaarboekjes hebt bij verschillende instellingen. Als er geen roerende voorheffing werd ingehouden, terwijl u meer dan 990 euro intresten hebt, moet u het deel van de intresten boven dat bedrag opnemen in uw belastingaangifte. Daarop betaalt u dan 15 procent roerende voorheffing.
Behalve gereglementeerde spaarboekje bieden banken ook niet-gereglementeerde spaarrekeningen aan. Daarop krijgt u enkel een basisrente, en geen getrouwheidspremie. De intresten op dergelijke spaarboekjes zijn niet vrijgesteld van belastingen. U betaalt er 30 procent roerende voorheffing op.