Van een vermogenskadaster is in ons land nog geen sprake, maar de fiscus krijgt wel steeds meer tools in handen om uw financiële situatie in kaart te brengen. Zo geeft een meldpunt bij de Nationale Bank voor alle Belgen aan bij welke banken ze een rekening hebben. Ook komt er binnenkort het UBO-register, dat inzage zal bieden in de begunstigden van vennootschappen of stichtingen die in België zijn opgericht.
En dan is er uiteraard de toenemende internationale informatie-uitwisseling, bekend onder de naam Common Reporting Standard (CRS). Daardoor wisselen sinds kort 96 landen, waaronder België, Luxemburg, Zwitserland en Monaco, gegevens uit over belastingplichtigen.
Wie een brief om inlichtingen ontvangt, zal in sommige gevallen te laat zijn om nog te regulariseren.
Door de groeiende informatie stuurt de fiscus meer vragen om inlichtingen over hun aangifte naar belastingplichtigen. ‘Er worden geen cijfers bijgehouden over het aantal vragen, maar dankzij de CRS-meldingen heeft de BBI (Bijzondere Belastinginspectie) al verschillende pilootdossiers opgestart’, zegt Francis Adyns van de federale overheidsdienst Financiën. Wie in het verleden belastingen heeft ontdoken door kapitalen of inkomsten naar het buitenland te versluizen, riskeert dus dat zijn fiscale zonden boven water komen.
Een vierde ronde van fiscale regularisatie biedt die fiscale zondaars sinds 2016 de kans daarop te anticiperen en - mits het betalen van een boete - in het reine te komen. Dat anticiperen kunt u maar beter letterlijk nemen. Wie een brief om inlichtingen ontvangt, zal in sommige gevallen te laat zijn om nog te regulariseren.
‘Als de fiscus begonnen is met het onderzoek over een fiscaal niet-verjaarde periode, kunt u niet meer regulariseren. Een vraag om inlichtingen wordt gezien als een specifieke onderzoeksdaad’, verduidelijkt Ferry Comhair, de woordvoerder van minister van Financiën Johan Van Overtveldt (N-VA). Betreft het een vraag over een fiscaal verjaarde periode, dan zou een regularisatie wel nog kunnen. De verjaringstermijnen verschillen naargelang de aard van de ontdoken belastingen. Voor roerende inkomsten is dat zeven jaar, voor erfenisrechten spreken we in Vlaanderen over verjaarde dossiers als die zijn opengevallen voor 2 september 2004.
‘Te rigide’
Wie een regularisatiedossier wil indienen, houdt het best rekening met de tijd die nodig is om zo’n dossier samen te stellen. ‘Alles hangt natuurlijk af van de complexiteit van de zaak, maar je moet gemiddeld rekenen op een doorlooptijd van zes maanden voor een dossier volledig is en kan worden ingediend’, zegt Gerd D. Goyvaerts van het advocatenkantoor Tiberghien.
De indiener moet een onderscheid maken volgens het type fraude. Er zijn drie categorieën. De eerste categorie bevat de regularisatie van louter federale belastingen, zoals btw en inkomstenbelastingen. De tweede categorie omvat de regularisatie van ontdoken erfenisrechten of registratierechten. Dat zijn regionale belastingen. De derde categorie bevat gemengde dossiers waarbij het bedrag niet meer kan worden opgesplitst.
Zowel het type ontduiking als de al dan niet verjaring bepalen de hoogte van de regularisatieheffing. Op verjaarde kapitalen betaalt u zowel in de federale als in de Vlaamse regeling in 2018 een heffing van 38 procent. Dat tarief stijgt tot 2020 jaarlijks met 1 procentpunt. Voor niet-verjaarde inkomsten verschillen de tarieven naargelang het om regionale of federale belastingen gaat. De heffing kan dan zelfs oplopen tot 94 procent.
Een regularisatie gaat dus gepaard met relatief tot heel hoge boetes, maar ontslaat u wel van een strafrechtelijke vervolging. Toch vindt niet iedereen de regeling fair. ‘Het systeem is veel te rigide’, meent Guillaume Deknudt van het advocatenkantoor Deknudt-Nelis. ‘Het grote probleem is dat wie regulariseert met sluitende bewijzen moet komen over de herkomst van het kapitaal, ook al is dat volledig wit. Belangrijk is elk dossier preventief te analyseren. Sommige dossiers waar belastingontduiking aan de basis ligt, komen immers bij het parket terecht. In bepaalde gevallen volgen dan zware strafrechtelijke boetes’, zegt hij.
Sinds begin dit jaar gaven Belgen al voor 177 miljoen euro zwart geld aan. Vorig jaar beliep dat bedrag 600 miljoen euro, met een sterke eindejaarsrush. Minister Van Overtveldt verwacht ook dit jaar een eindsprint, maar fiscaal advocaten zien niet onmiddellijk een toeloop door de licht stijgende heffing met de jaarwisseling.