De voorbije weken werden de kredietratings van landen, zoals Ierland en Portugal, verlaagd. Een daling van de kredietwaardigheid van een land leidt onverbiddelijk tot lagere koersen van overheidsobligaties. Met een neerwaartse herziening van de kredietwaardigheid waarschuwen ratingagentschappen immers voor toegenomen risico’s voor investeerders.
De inzichten van ratingagentschappen zijn gebaseerd op een breed scala van kwantitatieve en kwalitatieve waarderingsmaatstaven. Tientallen indicatoren worden uiteindelijk samengevat in slechts een paar letters en geplaatst op een schaal van AAA (beste kredietwaardigheid) tot CCC (slechtste kredietwaardigheid) of soortgelijk. Omdat de ratingagentschappen zoveel details in acht nemen, luidt de kritiek dat ze meestal te laat komen met hun analyses. En toch hebben de beoordelingen van S&P, Moody’s en Fitch een grote impact op de financiële markten. U kunt hun adviezen niet zomaar in de wind slaan.
Budgettair tekort
Maar aan de hand van enkele simpele publiek beschikbare cijfers kunt u toch snel zelf een zicht krijgen op de kredietwaardigheid van een bepaalde regio. Zo is, bijvoorbeeld, een groeiend budgettair tekort een van de belangrijkste oorzaken voor een krimpend vertrouwen in staatsobligaties.
In onderstaande tabel hebben we enkele landen met hun actuele kredietrating opgelijst. Een belangrijke indicator voor een eventuele aanpassing van kredietwaardigheid is de ratio die schulden in verhouding tot het bruto binnenlands product plaatst. In deze woelige tijden kunnen de cijfers wel sterk schommelen, maar ze geven toch een accuraat beeld van de financiële gezondheid van een land.
Dat België nu in het vizier komt, is niet verwonderlijk op basis van dit criterium. Momenteel is ons land een middelmatige leerling in de klas van de kredietwaardigheid, maar als we niet snel ons huiswerk maken, dan zullen we wellicht gestraft worden. De voorbeeldigste landen, zoals Nederland en Duitsland, moeten ook niet op hun lauweren rusten.
Om de hoogste kredietwaardigheid te behouden is monetaire en fiscale discipline vereist. Mocht blijken dat hun beleid op het verkeerde pad raakt, dan kunnen die landen evenzeer gedegradeerd worden. Het begrip ‘risicoloze staatsobligatie’ mogen we daarom niet zo letterlijk nemen. Vooral de ontwikkelingen in het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk en de Verenigde Staten vragen de komende maanden een verhoogde waakzaamheid van obligatiebeleggers.
Overzicht van kredietwaardigheid van landen
Schuld als percentage van bbp
(verwachtingen IMF 2011)
Bronnen: IMF en S&P, cijfers van 18/12/2010
Pijnlijk voor iedereen
De gevolgen van een potentiële verlaging van de kredietwaardigheid zijn niet te onderschatten. In het geval van staatsobligaties dalen de koersen door massale verkopen van institutionele beleggers. Daaruit volgt dat de rente stijgt. Met andere woorden, de risicopremie tegenover meer kwaliteitsvolle obligaties verhoogt. Uit de tabel blijkt, bijvoorbeeld, dat België nu al ongeveer 1 procent meer rente moet betalen dan Duitsland. Als er effectief een verlaging van de kredietwaardigheid wordt doorgevoerd, dan stijgt de rente nog een stuk hoger, zoals Griekenland en Ierland illustreren.
Voor beleggers lijken de lage koersen en hoge rente op staatsobligaties na een ratingverlaging misschien wel zeer aantrekkelijk om opnieuw in te stappen. Maar meestal zijn de risico’s nog niet helemaal geweken. Zo zal een overheid in het slechtste geval een schuldherschikking doen, met definitieve verliezen voor beleggers als gevolg. Bovendien kan het herstelproces na een ratingverlaging heel lang duren. Wanneer overheden met een lage kredietwaardigheid zich richten tot de financiële markten om geld op te halen, zal men op het ontleende bedrag op lange termijn in totaal veel meer intresten moeten betalen. Die meerprijs wordt uiteindelijk doorgerekend aan de burgers in de vorm van hogere belastingen en minder overheidsuitgaven.