(netto) - Er was de voorbije maanden heel wat te doen rond prijzen en koopkracht. Begin 2008 zagen we (of was dat slechts perceptie?) de prijzen van bepaalde producten en levensmiddelen exploderen. Nochtans steeg de index van de consumptieprijzen amper en verzekerden de economen ons dat de koopkracht nauwelijks was aangetast.
Toen het duidelijk werd dat de inflatie wel degelijk de hoogte in ging, werden tal van onderzoeken uitgevoerd om de werkelijke impact ervan op de levensduurte te meten. Tijdens de zomer van vorig jaar verpulverde de inflatie alle records en bereikte ze bijna 6 procent. De sterke stijging van sommige prijzen was maar al te reëel. Maar de negatieve impact van de financiële crisis op de economie riep dat vrij snel een halt toe. Doordat de mondiale vraag ernstig vertraagde, daalde ook de prijs van heel wat grondstoffen en goederen. Andere prijzen bleven dan weer ongewijzigd of kenden een haast onmerkbare stijging.
Begin dit jaar werden de lonen van tal van werknemers automatisch geïndexeerd als reactie op de plotse inflatiestijging van 2008. Een dikkere portefeuille en minder snelle prijsstijgingen. Daar zou uw koopkracht van moeten opkrikken.
Koopkracht
Maar hoe is het met uw koopkracht gesteld? U heeft daar wellicht geen pasklaar antwoord op. En dat is ook niet te verwonderen.
Elk land heeft een instituut dat belast is met de opmaak van officiële inflatiestatistieken. Die instelling meet de evolutie van de prijzen van een (evenwichtige) korf van producten en diensten die geacht worden representatief te zijn voor de consumptie van de bevolking. Maar het gepubliceerde indexcijfer weerspiegelt zelden de inflatie, zoals de gewone man die aanvoelt.
Dat is normaal… en zelfs logisch. Ten eerste: omdat de gemiddelde consument niet bestaat. Elk gezin of individu heeft zijn eigen consumptiegedrag, gewoonten en bevliegingen. Ten tweede: omdat sommige prijzen sterker en sneller schommelen dan andere. We denken daarbij aan de prijs van brandstof, tabakswaren, basisproducten, zoals brood, koffie, melkproducten en vlees, waarvoor de mensen veel gevoeliger zijn.
Inflatiecalculator
Omdat niet iedereen de inflatie op dezelfde manier ervaart, stelden de instituten voor de statistiek van verschillende Europese landen een persoonlijke inflatiecalculator ter beschikking van de burgers.
Maar wat heeft u eraan uw persoonlijke inflatie te kennen? De inflatiecalculator is vooral een instrument dat de consument in staat stelt zich te positioneren ten opzichte van het gemiddelde. Bovendien varieert de inflatie van individuen onderling niet erg. Op een budget van 1.000 euro bedraagt het verschil 10 tot 30 euro.
De inflatiecalculator, die onder meer wordt aangeboden door het Nederlandse Centrale Bureau voor de Statistiek (CBS), biedt u de mogelijkheid het budget te bepalen dat u besteedt aan de belangrijkste uitgavenposten, zoals alcohol, tabak, telecommunicatie, kleding, boeken, openbaar vervoer, autobrandstof, energie, woninghuur en horeca. Vervolgens wordt een curve getoond die uw persoonlijke inflatie weergeeft ten opzichte van de officiële inflatie. De betrouwbaarheid van de berekening hangt uiteraard af van de juistheid van de ingevoerde gegevens en van de correcte schatting van de verschillende budgetposten...