De mogelijk forse stijging is geen doemvoorspelling. Ze valt perfect te verklaren vanuit de verschillende lagen waaruit een stroomfactuur is samengesteld. De zuivere energieprijs maakt daarvan slechts 35 procent uit. Taksen en heffingen zijn goed voor bijna 25 procent. De btw bedraagt net 5 procent. En de kosten voor transport en distributie zijn verantwoordelijk voor de resterende 35 procent.
Sinds 1 juli zijn het de regionale regulatoren die bepalen hoe die laatste, erg belangrijke kostenlaag eruitziet. De Vlaamse regulator, de VREG, liet de voorbije week weten dat hij de netbeheerders (Eandis, Infrax) vanaf 1 januari 2015 de mogelijkheid geeft de kosten voor groene stroom jaarlijks door te rekenen. Dat betekent dat de kosten voor distributie vrijwel zeker stijgen. Helaas is daarmee de kous niet af.
In de tariefregeling van de federale regulator CREG, die nog tot eind dit jaar geldt, bestond de mogelijkheid niet om de eerder gemaakte kosten door te rekenen. Als gevolg daarvan hebben de netbeheerders de voorbije jaren een pot met ‘uitgestelde kosten’ opgebouwd. Volgens de SERV (Sociaal economische raad Vlaanderen) bedroeg die eind 2013 al 1,2 miljard euro.
Om de put bij de netbeheerders te dichten zou de Vlaamse overheid kunnen tussenkomen, maar gezien de budgettaire nood is dat geen voor de hand liggende optie. Blijft over: de nettarieven fors optrekken. Wanneer en hoe de prijsstijging er komt, is niet duidelijk. ‘Omdat Infrax een rechtzaak heeft aangespannen tegen de CREG, zal ten vroegste begin 2015 blijken hoe de opgestapelde kosten worden aangezuiverd’, zegt André Pictoel, voorzitter van de VREG.
De installatie van slimme meters met de bijbehorende kosten is een andere onbekende factor die op de elektriciteitsrekening kan wegen. De VREG testte de voorbije jaren 50.000 van zulke meters. Er was een kosten-batenanalyse en een engagement van de vorige Vlaamse regering, maar geen beslissing. ‘Het is een van de eerste punten die we bij de nieuwe regering willen aankaarten. Rollen we het project over heel Vlaanderen uit? Over hoeveel tijd spreiden we de operatie? Zolang daar geen beslissingen over zijn genomen, kunnen we ook het kostenplaatje niet berekenen’, zegt Pictoel.
In de kostenrubriek ‘transport en distributie’ is het ook uitkijken naar hoe transmissienetbeheerder Elia zijn huidige strategische investeringen zal doorrekenen. Elia bouwt momenteel aan een netwerk dat automatisch het stroomverkeer regelt met Duitsland (het ALEGrO-project) en Groot-Brittannië (het Nemo-project). ‘Die investeringen zullen zeker hun weerslag hebben op de tarieven’, zegt Annemarie De Vreese, woordvoerster van de CREG. Een netwerk dat automatisch inschakelt afhankelijk van waar stroom voorradig is tegen de beste prijs, heeft natuurlijk ook een prijsvoordeel. ‘Als zo’n slim net maakt dat er minder centrales nodig zijn, betekent dat op termijn een serieuze besparing’, zegt André Jurres, oprichter en afgevaardigd beheerder van groenestroomproducent NPG Energy.
Windmolens
Ook het in dienst nemen van de offshore windmolenparken kan de elektriciteitsprijs doen stijgen. Meer windmolens betekent meer uitgereikte groenestroomcertificaten. En dat is een vorm van subsidie waarvoor de eindverbruiker uiteindelijk opdraait. De offshoretoeslag die Elia aanrekent voor het aan land brengen van de stroom, blijft voorlopig stabiel. Brugge en Maldegem hebben protest aangetekend tegen de uitbreiding van het transmissienet. ‘Zolang Elia geen zekerheid heeft dat ze haar netcapaciteit kan opdrijven, heeft het ook geen zin om de drie extra geplande parken te bouwen’, zegt Annemarie De Vreese van de CREG.
Hoe de voorlopig definitieve sluiting van de kernreactoren Doel 2 en Tihange 3 de energieprijs beïnvloedt, is evenmin duidelijk. Het kabinet-Wathelet heeft een aanbesteding uitgeschreven met het oog op de aanleg van een strategische reserve voor de komende winter. ‘Het is de eerste keer dat zoiets gebeurt. We weten nog niet hoe dat de prijs kan beïnvloeden’, zegt Annemarie De Vreese. Sinds het nieuws van de sluiting is de groothandelsprijs voor elektriciteit wel licht gestegen. Leveranciers zonder eigen productie of zij die een grote marge zoeken, kunnen dat verschil mogelijk doorrekenen.
En tot slot is er de felbevochten daling van het btw-tarief van 21 naar 6 procent. Dat is een tijdelijke maatregel die afloopt op 31 december 2015. Aangezien de overheid btw heft op alle prijsonderdelen, kan alleen al de terugkeer naar het oude tarief leiden tot een forse stijging van de globale elektriciteitsfactuur.
‘Al die factoren kunnen de komende 24 maanden een stijging van 35 tot 50 procent van de stroomfactuur veroorzaken’, besluit André Jurres.