Dokters blijven menselijke wezens, en machines zijn niet onfeilbaar. En dus hebben bepaalde medische behandelingen of operaties niet het verwachte resultaat, veroorzaken ze onvoorziene neveneffecten, onomkeerbare schade of nadelige gevolgen. In het ergste geval zelfs de dood. Gaat het om toeval? Nalatigheid? Een ongeval? Een (medische) fout? Dat bepalen is niet altijd makkelijk, maar wie vindt dat hij slachtoffer is, wil wel graag schadeloos gesteld worden.
Het slachtoffer kan eerst proberen een minnelijke schikking te treffen door zich te wenden tot de behandelende dokter of zorgverlener of tot de bemiddelingsdienst van het ziekenhuis. Als die pogingen geen succes kennen of geen bevredigend resultaat opleveren, kan het slachtoffer een dossier indienen bij het Fonds voor Medische Ongevallen (FMO) of een juridisch proces aanspannen.
Het grote voordeel van het FMO is dat de kosten van een juridisch proces vermeden worden. Een procedure bij het gerecht duurt vaak lang en de resultaten zijn onzeker.
Oordeel
Als u een dossier indient bij het FMO wordt dat behandeld door juridische en medische experts, die een onderzoek instellen. Het fonds geeft een oordeel binnen zes maanden. Voor dat oordeel zijn er drie mogelijkheden.
Hoe een dossier indienen?
De aanvragen kunnen ingediend worden door een patiënt die vindt dat hij schade geleden heeft of door zijn rechthebbenden.
Het callcenter is bereikbaar op 02/790.10.90 (van 8u. tot 17u. op werkdagen).
De formulieren om uw dossier samen te stellen zijn online beschikbaar via de website www.fmo.fgov.be.
Een eerste is dat er een (medische) fout wordt vastgesteld. In dat geval wordt het dossier gestuurd naar de verzekeringsmaatschappij van de zorgverstrekker of van het ziekenhuis. Als de zorgverlener zijn verantwoordelijkheid betwist, niet of onvoldoende verzekerd is, of als zijn voorstel tot schadevergoeding duidelijk onvoldoende is, zal het Fonds zelf het slachtoffer vergoeden en zich daarna richten tot de zorgverlener of zijn verzekering.
Een tweede mogelijkheid bestaat erin dat sprake is van een ongeval zonder aansprakelijkheid. Het Fonds erkent de schade, zonder echte aansprakelijkheid (therapeutisch risico). Het vergoedt het slachtoffer, maar alleen als aan een van de volgende vier voorwaarden voldaan is: het ongeval heeft 25 procent invaliditeit veroorzaakt; of zes maanden werkonbekwaamheid; de levensomstandigheden van de patiënt (ook financieel) zijn ernstig verstoord; of het ongeval had de dood tot gevolg.
Een derde mogelijk oordeel wijst op een fout noch een ongeval. Het Fonds oordeelt in dat geval dat de schade geen enkel verband houdt met de operatie of de behandeling (een patiënt valt bijvoorbeeld op de trappen van het ziekenhuis) of dat de schade een normaal gevolg is van de evolutie van de ziekte van de patiënt of van zijn algemene gezondheidstoestand.
Voor de bepaling van de schadevergoeding bestaan geen vaste regels. Het FMO gebruikt dezelfde vergoedingsprincipes als de verzekeringsmaatschappijen en de recht- banken. Een patiënt die een oordeel van het Fonds betwist, kan zich nog altijd tot het gerecht richten.