Smartphones en laptops werden de jongste jaren steeds populairder, maar ze wekken ook meer en meer de interesse van de makers van virussen. Volgens een rapport van het telecommunicatiebedrijf Alcatel-Lucent zijn 15 miljoen van de 2,3 miljard mobiele toestellen geïnfecteerd met malware. Jaarlijks dikt het aantal infecties met 20 procent aan, maar in de eerste helft van 2014 bedroeg de aanwas bijna 40 procent.
Het gros (60%) van de besmettingen doet zich voor op Android-toestellen. Maar Alcatel-Lucent beschouwt ook Windows-pc’s die via een 3G- of een 4G-verbinding met het internet verbonden zijn, als mobiele toestellen. 40 procent van de virussen zit op Windows. IOS, het besturingssysteem van de iPhone en de iPad, tekent voor minder dan 1 procent van de digitale ziektekiemen.
Het hoge cijfer van Android verbaast Eddy Willems van het digitale beveiligingsbedrijf G Data niet. ‘Volgens onze cijfers zit zelfs 99 procent van de mobiele malware op toestellen met Googles besturingssysteem.’ Hij zegt dat het populairste besturingsprogramma het meest geviseerd wordt. ‘Cybercriminelen hebben net als bedrijven een businessplan. Als ze zich richten op het grootste platform, hebben ze de grootste kans op succes.’ Maar ook de aard van de besturingssystemen speelt volgen Willems een rol. ‘IOS is erg gesloten. Apple controleert grondig de apps die op zijn App Store worden aangeboden. Bovendien kunnen op een iOS-toestel alleen apps worden geïnstalleerd uit de officiële App Store van Apple.’ Dat is niet zo bij Googles Android. Op een Android-toestel kan je ook downloaden van appstores van derden.
Smartphone- en tabletgebruikers kunnen hun toestel beschermen tegen malware. Zoals je een virusscanner kan installeren op je pc, kan je ook een antivirusapp downloaden op je mobiele toestel. ‘Veel mensen weten niet dat de grote antivirusbedrijven ook een antivirusapp hebben’, zegt Willems. ‘Meestal hebben ze zowel een beperkte, gratis versie als een uitgebreide versie waarvoor de klanten moeten betalen.'
Ook door minder snel een app te downloaden kunnen gebruikers virussen vermijden. ‘Mensen kunnen voor ze beginnen met downloaden zien tot welke delen van het mobiele toestel de app toegang heeft. Als je een fotoapp wilt downloaden en je ziet dat de app toestemming vraagt om sms’en te mogen verzenden, dan is er waarschijnlijk iets niet pluis’, illustreert Willems.
Maar veel smartphonegebruikers beschikken niet over voldoende digitale kennis om virussen te herkennen. ‘Smartphones zijn populairder dan pc’s’, zegt Willems. Dat betekent dat meer mensen met weinig digitale kennis smartphones gebruiken. ‘Dat maakt smartphones interessanter voor cybercriminelen.’
Wat doen virussen?
Het meest succesvolle virus Coogos.A!tr teistert alleen Android-toestellen. Het stuurt heimelijk de unieke IMEI-code die elk toestel heeft naar servers in China. Vroeger vermomde de app zich als een wallpaper. Tegenwoordig als een game, waardoor meer mensen het virus downloaden.
Het virus Uapush.A stuurt stiekem sms’en naar zijn maker met informatie van het toestel waarop het geïnstalleerd is.
SMSTracker stelt de cyber-crimineel in staat uit te vissen welke sms’en het slachtoffer stuurt, wat zijn locatie is en naar welke sites hij surft.
Willems vreest dat het moeilijker wordt om een mobiel virus te ontmaskeren. Alcatel-Lucent stelt vast dat mobiele virussen in vergelijking met pc-virussen minder complex zijn. Ze slagen er ook minder in om zich te verhullen. ‘Maar daar komt verandering in. Een voorbeeld is het politievirus. Dat troffen we vroeger alleen op pc’s aan, maar nu ook op smartphones.’ Computers met het politievirus blokkeren. Er verschijnt een valse mededeling op het scherm waarop staat dat de pc geblokkeerd is door de politie, omdat er illegale bestanden op staan. Hij wordt zogezegd gedeblokkeerd als het slachtoffer een som geld stort op een bankrekeningnummer.
Virussen worden gemaakt om geld te verdienen. Persoonlijke gegevens verkopen is zeer lucratief. De meeste mobiele virussen verzamelen dan ook informatie over de gebruiker. Die sturen ze via het internet of via sms door. Virussen kunnen achterhalen waar de slachtoffers zich bevinden, wanneer en met wie ze bellen, met wie ze e-mailen en naar welke websites ze surfen.
Sommige virussen bellen dan weer heimelijk naar buitenlandse betaalnummers. ‘Ze bellen niet lang, waardoor het slachtoffer het vaak niet merkt dat zijn gsm-rekening hoger is dan voorheen. Maar als een cybercrimineel erin slaagt het virus op duizenden toestellen te installeren, dikt zijn buit aan.’