(netto/tijd) - Ratingbureaus - kredietbeoordelaars in correct Nederlands - beoordelen de kredietwaardigheid van overheden en bedrijven van allerlei rang en slag. Anders gezegd: gaan ze na of die organisaties hun schulden op korte, middellange en lange termijn zullen kunnen aflossen. Is er geen vuiltje aan de lucht, dan wordt er een 'AAA' rating uitgedeeld, voor de weinig betrouwbare ondernemingen is de letter 'D' gereserveerd.
Alle waarderingen boven BBB- zijn 'investment grade' ('kwaliteitspapier'). Alle waarderingen onder BBB- zijn 'speculative grade' ('speculatiepapier') of 'junk' ('rommel').
Oppermachtig...
Zo'n score geeft beleggers een indicatie van het risico dat ze zullen lopen wanneer ze geld stoppen in het bedrijf of de instelling. Ratings zijn met name belangrijk omdat ze in één oogopslag informatie bieden die anders verborgen zit in de boekhouding van een bedrijf. Wordt een rating verlaagd, dan gaat die mededeling als een alarmsignaal door de markten.
Dat geeft kredietbeoordelaars flink wat macht. Een lagere rating doet heel wat voorzichtige beleggers afhaken en versterkt het vermoeden dat er iets niet in orde is met het bedrijf. Bovendien zijn er wereldwijd maar twee kredietbeoordelaars die een rol van betekenis spelen. Moody's en Standard & Poor's (S&P) hebben bovendien samen 98 procent van de bedrijfsobligatiemarkt in handen. Regelmatig duiken er nieuwe bedrijven op die snel weggeconcurreerd of opgeslokt worden.
...en weinig onafhankelijk
Een rating opstellen is een behoorlijk ingewikkelde taak waarvoor een marktanalyse en een volledige doorlichting van de boekhouding nodig is. Het duurt dan ook vaak weken, zoniet maanden vooraleer de score bekendgemaakt wordt. Het knelpunt van het hele systeem is echter dat de bedrijven die een rating aanvragen daar zelf de factuur voor betalen, een bedrag dat niet zelden rond het miljoen dollar schommelt. Waarnemers twijfelen aan dat iemand wel echt objectief kan zijn wanneer hij voor zijn mening door een betrokken partij flink betaald wordt. Zelf benadrukken de kredietbeoordelaars natuurlijk hun onafhankelijkheid.
Zware inschattingsfouten
Toch ligt het echte probleem wellicht elders. Omdat banken tegenwoordig zo zuinig zijn met leningen, krijgen bedrijven met een lagere rating nog maar heel moeilijk geld toegestopt. Een ratingverlaging zorgt er niet alleen voor dat de geldkraan dichtgedraaid wordt, maar doet ook het aandeel kelderen. Dat maakt dat het bedrijf dubbel gestraft wordt en zijn werkingmiddelen ziet opdrogen. Vaak versterkt het ene effect het andere en begint een aandeel bijna ongecontroleerd te zakken.
Bovendien maken kredietbeoordelaars volgens waarnemers regelmatig zware inschattingsfouten. Zo zouden ze in de huidige financiële crisis erg gevaarlijke risicokredieten onterecht een 'veilige' score gegeven hebben. De IJslandse banken, die de laatste weken flink in de problemen raakten, kregen vorig jaar nog allemaal een AAA-rating opgekleefd. Uit interne mails bleek bovendien dat ratingbureaus vaak advocaat en rechter zijn omdat ze producten die ze zelf ondersteunen ook nog eens gaan beoordelen... positief uiteraard.
Geen controle
Is er dan geen controle op de kredietbeoordelaars? Eigenlijk niet. Kredietwaarderingen zijn volgens de Amerikaanse wet 'opinies', die onder de vrijheid van meningsuiting vallen. Kredietbeoordelaars kunnen er dus niet voor vervolgd worden, laat staan veroordeeld. Wat hen in feite boven de wet stelt.