1. Niet-gemotiveerd tijdskrediet
Het 'niet-gemotiveerd tijdskrediet' zal vanaf volgend jaar stilaan uitdoven. Gedaan dus met collega's die voor enkele maanden op reis vertrekken of werknemers die 'maar' vier op de vijf weekdagen naar kantoor komen en voor de vrije dagen nog een tegemoetkoming krijgen van de RVA.
Het blijft uiteraard mogelijk om wat gas terug te nemen en een periode wat minder te werken. Maar als u beslist het wat rustiger aan te doen en daardoor minder verdient, zal dat loonverlies niet langer gecompenseerd worden door een tegemoetkoming (officieel: een onderbrekingsuitkering) van de RVA. Bovendien zullen die niet-gewerkte dagen niet langer meetellen voor de berekening van uw pensioen. Dat is het uitgangspunt.
Welke impact heeft de regering-Michel op uw portemonnee? Doe de test en bekijk enkele becijferde situaties in ons online dossier.
Om de pil te vergulden, voorziet de federale regering in een overgangsregeling. Een werknemer die het niet-gemotiveerd tijdskrediet nog voor het eind van dit jaar schriftelijk aanvraagt bij zijn werkgever, zal wel nog een RVA-uitkering krijgen en pensioenrechten opbouwen. Althans, als aan twee bijkomende voorwaarden is voldaan: de RVA moet de aanvraag voor het bekomen van een uitkering vóór 1 april 2015 ontvangen én het niet-gemotiveerd tijdskrediet moet ingaan vóór 1 juli 2015. Uiteraard mag u uw rechten op loopbaanvermindering al niet eerder hebben uitgeput.
Wie vóór het jaareinde een aanvraag tot niet-gemotiveerd tijdskrediet bij zijn werkgever indient, kan op een van de volgende vier manieren minder gaan werken en nog een uitkering krijgen:
- Hij/zij kan een voltijds tijdskrediet opnemen van 12 maanden of een volledig jaar niet werken.
- Hij/zij kan een halftijds tijdskrediet opnemen van 24 maanden of twee jaar halftijds werken.
- Hij/zij kan 1/5 loopbaanvermindering opnemen gedurende 60 maanden. Dan hoeft de werknemer gedurende vijf jaar een dag of twee halve dagen per week niet te werken.
- Hij/zij kan de voorgaande vormen ook combineren tot een voltijds equivalent van 12 maanden.
Vanaf 1 januari is het niet langer mogelijk uitkeringen voor tijdskrediet zonder motief aan te vragen. Die vorm van tijdskrediet verdwijnt dan langzaam maar zeker uit beeld.
2. Gemotiveerd tijdskrediet
Tegelijk komen er meer mogelijkheden om tijdskrediet 'met motief' aan te vragen:
1. Wie een opleiding volgt, krijgt, net als nu, gedurende maximaal 36 maanden onderbrekingsuitkeringen in het kader van een voltijds tijdskrediet, een halftijdse of 1/5 loopbaanvermindering.
Net zoals nu al het geval is, moet het gaan om erkende opleidingen, moet u een minimaal aantal studiepunten behalen en moet u de werkgever ook het bewijs bezorgen dat u die opleidingen regelmatig hebt bijgewoond.
2. Wie de zorg opneemt voor andere personen, krijgt een uitkering van de RVA gedurende maximaal 48 maanden, in plaats van de huidige 36 maanden. De regering-Michel breidt dat recht dus met 12 maanden uit. Dat geldt voor:
- Ouders die zorgen voor kinderen tot de leeftijd van 8 jaar.
- Werknemers die palliatieve zorgen verlenen, dus die personen bijstaan en verzorgen die lijden aan een ongeneeslijke ziekte en terminaal zijn.
- Werknemers die een zwaar ziek gezins- of familielid verzorgen.
- Werknemers die zorgen voor een gehandicapt kind tot de leeftijd van 21 jaar.
Opgelet: de periodes waarin de RVA uitkeringen toekent in toepassing van punt 1 en punt 2, mogen samen niet meer bedragen dan 48 maanden. Als u eerst een loopbaanonderbreking neemt om een opleiding te volgen, zullen die maanden in mindering worden gebracht als u daarna ook nog eens tijdskrediet aanvraagt om een zwaar ziek familielid bij te staan.
Is gemotiveerd tijdskrediet in het tijdperk-Michel nog financieel interessant? Om dat uit te maken vergeleken we de inkomsten van twee collega's in hetzelfde bedrijf en met dezelfde gezinssituatie (getrouwd, een vrouw die geen eigen inkomsten heeft, één kind van anderhalf jaar ten laste en wonend in dezelfde gemeente).
Lars is voltijds aan de slag, Lucas neemt in datzelfde bedrijf 1/5 tijdskrediet op gedurende het volledige jaar omdat hij zijn zieke moeder wil verzorgen. Hij werkt dus maar 4/5.
Lars (voltijds aan de slag): verdient bruto 45.000 euro per jaar. Na aftrek van belastingen en socialezekerheidsbijdragen houdt hij daar netto 30.928 euro van over.
Lucas (4/5 aan de slag, 1/5 tijdskrediet): verdient bruto 36.000 euro per jaar en krijgt daar ook nog eens een uitkering bij van 1.601 euro bruto. Na belastingen en socialezekerheidsbijdragen houdt hij daar netto 27.633 euro van over.
Het verschil
Lucas verdient uiteindelijk 9.000 euro bruto minder op jaarbasis. Maar doordat er op zijn brutoloon minder socialezekerheidsbijdragen verschuldigd zijn en omdat hij ook minder belastingen moet betalen, zal hij netto maar 3.295 euro minder in handen krijgen dan Lars.
3. Landingsbanen
Tot eind dit jaar is een landingsbaan met uitkeringen mogelijk vanaf de leeftijd van 55 jaar (voor bepaalde werknemers zelfs al vanaf 50 jaar). Voor 50-plussers die al gebruikmaken van zo'n landingsbaan voor het einde van het jaar, verandert er niets. Zij kunnen er de voordelen van blijven plukken. Maar vanaf 1 januari 2015 verhoogt de leeftijdsvoorwaarde tot 60 jaar. Aan de andere voorwaarden wordt niet getornd. Zo zult u, naast de leeftijdsvoorwaarde van 60 jaar, pas in aanmerking komen voor een landingsbaan als u 25 jaar werknemer was op het ogenblik van de aanvraag, en als u minstens twee jaar bij uw werkgever aan de slag bent. Tegelijk zijn er nog bepaalde tewerkstellingsvoorwaarden in de twee jaar die voorafgaan aan uw schriftelijke aanvraag.
Bent u tussen 55 en 60 jaar en had u al plannen om een landingsbaan op te nemen, dan moet u zich reppen. Vanaf Nieuwjaar stijgt de leeftijdsvoorwaarde naar 60 jaar. Wie nog geen 60 is en nog snel van het tijdskrediet eindeloopbaan wil gebruikmaken, moet voor het eind van het jaar een aanvraag indienen bij zijn werkgever. De RVA moet de aanvraag voor 1 april ontvangen en het tijdskrediet moet voor 1 juli ingaan.