Nadat de sociale partners decennia om de hete brij heen hadden gedraaid, bereikten ze in juli een akkoord om de opzegtermijnen bij ontslag door de werkgever van arbeiders en bedienden te harmoniseren. Het nieuwe eenheidsstatuut werd donderdag in het parlement goedgekeurd. Wat betekent dat concreet voor uw opzegtermijn?
U gaat in 2014 aan de slag
Iedereen die vanaf 1 januari 2014 aan de slag gaat (bij een nieuwe baas), krijgt dezelfde opzegtermijn. Die wordt voortaan uitgedrukt in weken en niet langer in maanden of dagen. De opzegtermijn begint altijd te lopen op de maandag volgend op de week waarin de werkgever u het ontslag ter kennis heeft gebracht.
Als de werkgever u al tijdens de eerste drie maanden de laan uitstuurt, zal hij een opzegtermijn van twee weken moeten naleven. Die loopt geleidelijk op tot 15 weken in het vierde jaar van de tewerkstelling. Vanaf dan stijgt de opzegtermijn met drie weken per loopbaanjaar. Iemand met een loopbaan van 20 jaar bij dezelfde werkgever heeft dan recht op 62 weken opzegging. Na dat scharnierjaar loopt de termijn verder op met een week per loopbaanjaar.
Neemt u zelf ontslag, dan bedraagt de opzegtermijn slechts de helft van de periode die de werkgever moet naleven, afgerond naar de laagste eenheid. Bovendien kan de opzegtermijn nooit langer zijn dan 13 weken, ook niet als u bijvoorbeeld in 2035 al 20 jaar voor dezelfde baas werkt. Arbeiders riskeren wel dat ze langer dan nu gebonden zullen zijn aan de huidige werkgever. Een arbeider die vanaf 1 januari 2014 acht jaar anciënniteit opbouwt, moet 13 weken opzeg uitdoen. Nu bedraagt de maximale opzegtermijn voor arbeiders door de band maar 28 dagen. Het is echter maar de vraag of een werkgever gebaat is met een niet-gemotiveerde arbeider.
Al bent al aan de slag van voor 2014
Voor personeelsleden die al langer werken, is er een overgangsregeling die rekening houdt met de al opgebouwde rechten op 31 december 2013.
Wil de werkgever u aan de deur zetten, dan moet hij in twee stappen werken. Hij zal eerst moeten berekenen op welke opzeggingstermijn u recht had op 31 december 2013 volgens de toen geldende regels. Vervolgens moet hij de nieuwe berekeningswijze toepassen voor de periode die u hebt gewerkt vanaf 1 januari 2014. Vanaf die datum zal hij dezelfde berekening moeten maken als voor nieuwkomers.
Neemt u zelf ontslag, dan moet u ook rekenen in twee stappen. Maar opgelet: de optelsom van de eerste en de tweede stap mag vaak ook niet hoger zijn dan 13 weken, ook voor wie al een poos bij dezelfde werkgever in dienst is.
Uitzonderingen zijn er alleen nog voor de bedienden die dit jaar meer verdienen dan 32.254 euro bruto. Zijn ze op 31 december 2013 al minstens 10 jaar in dienst bij dezelfde werkgever en verdienen ze minder dan 64.508 euro bruto, dan zullen ze vanaf 1 januari 2014 een opzeggingstermijn van 4,5 maanden moeten in acht nemen. Voor bedienden die meer dan 64.508 euro verdienen, loopt de opzeggingstermijn op tot zes maanden, als ze al minstens 15 jaar in dienst zijn op 31 december 2013.
Voorbeeld
Een bediende die in 2013 niet meer verdiende dan 32.254 euro begon te werken op 1 juli 2004. Op 31 december 2013 heeft hij een anciënniteit van negen jaar. Als hij dan ontslag zou nemen, zou hij een opzeggingstermijn van drie maanden moeten naleven. Daarmee zit hij al aan het plafond. Neemt hij ontslag in september 2016, dan zal hij niet meer dan drie maanden opzegging moeten betekenen.
Tip
Neem een foto van uw situatie op 31 december 2013
Bent u bijvoorbeeld een arbeider en hoopt u over tien jaar nog voor hetzelfde bedrijf te werken, dan zult u over tien jaar waarschijnlijk niet meer weten op hoeveel dagen opzegging u recht had in 2013. Daarom is het van belang uw rechten op 31 december 2013 vast te stellen, die te noteren en zorgvuldig bij te houden.