Ruimte laten voor de beperkte open ruimte die er in Vlaanderen nog rest. Dat is in een notendop de idee achter de totale betonstop die de Vlaamse regering in 2040 wil doorvoeren. Over 23 jaar mag er geen enkele vierkante meter vrije ruimte nog voor bebouwing worden aangeboord. Een hele uitdaging. Want de bevolking in Vlaanderen blijft toenemen. Tegen 2060 zouden er al 7,2 miljoen Vlamingen zijn, 800.000 meer dan in 2013. Tegen dan komen er, tegenover vier jaar geleden, ruim 500.000 huishoudens bij.
Vlaams Bouwmeester Leo Van Broeck is een vurig pleitbezorger van de zogenaamde ‘verdichting’: dichter bij elkaar wonen, zodat er meer ruimte overblijft voor de natuur. Dit project in Boechout is daar een voorbeeld van.
Om te verhinderen dat de beschikbare ruimte nog meer wordt gebetonneerd om die bevolkingsgroei op te vangen, is Vlaams Bouwmeester Leo Van Broeck een vurig pleitbezorger van de zogenaamde ‘verdichting’. Volgens hem moeten we een einde maken aan de typisch Vlaamse verkavelingsdrang. En moeten we dichter bij elkaar gaan wonen in dorps- en stadskernen, zodat er meer ruimte overblijft voor de natuur. Ook pleit hij voor een versterking van de dorpskernen en stadscentra, tenminste als de bewoners vlot aansluiting krijgen op het openbaar vervoer.
Verwaarloosde lappen grond
Nog meer bewoners in het centrum van een stad of in het hart van een dorp? Het kan perfect. In veel centra liggen er oude bedrijventerreinen, soms grote en verwaarloosde lappen grond die niet langer worden benut. Maar die, als ze zouden worden gesaneerd, tot nieuwe woonwijken kunnen worden omgetoverd.
In Boechout, een dorp tussen Antwerpen en Lier , krijgt deze architecturale kijk op de benutting van de beschikbare ruimte een concrete invulling. Een terrein van 5 hectare, waarop vroeger het metaalverwerkend bedrijf BMT was gevestigd, krijgt er een tweede leven als moderne woonsite.
Het project wordt ontwikkeld door Gands, een relatief kleine speler. Die werkte nauw samen met het gemeentebestuur van Boechout. Voor het masterplan tekende het bureau voor urbanisatie BUUR. De architectuur vloeit voort uit de samenwerking van verscheidene bureaus: FVWW, Bulk architecten, Crepain Binst Architecture en Komaan! Architecten.
Het resultaat is een nieuwe woonkern, vlak bij het station, de winkels en het gemeentehuis van Boechout, waar op termijn 297 gezinnen kunnen wonen, ook al is dat dan ‘dicht op elkaar’.
Vervuilde grond
Na een grondige sanering van de vervuilde grond - kostenplaatje zo’n 8 miljoen euro - werd in 2014 de eerste steen gelegd. In september vorig jaar werd de eerste fase van het project opgeleverd. Daarbij zijn 99 wooneenheden afgewerkt.
Bob Van Eeckhaut, technisch directeur van Gands, leidt ons rond op het al gerealiseerde gedeelte, een rustig gelegen woonerf dat onttrokken is aan het oog van de passanten op de openbare weg.
Overeenkomsten met een klassieke Vlaamse verkaveling zijn ver te zoeken. Aan de linkerzijde van een smal straatje zijn 15 rijwoningen opgetrokken, telkens met twee verdiepingen. Sommige woningen beschikken over een erker en een bescheiden voortuintje dat toegankelijk is via een poortje. ‘Een bewuste keuze van de architecten’, zegt Van Eeckhaut. ‘De gevelrij is een verwijzing naar de bestaande woningen in de dorpskern van Boechout. Ook daar wisselen eenvoudige arbeidershuisjes en burgerwoningen met erker elkaar af.’ Rechts van het baantje zijn er 60 moderne appartementen opgetrokken in blokken, bestaande uit vier bouwlagen (drie verdiepingen).
Het straatje dat de rijwoningen en de appartementen scheidt, is niet bestemd voor doorgaand verkeer, wat rust creëert. De bewoners benutten het alleen om spullen te laden of te lossen. Parkeren kan ondergronds. De planners hielden de doorgang bewust smal, zodat er meer ruimte is voor groen rond de woongelegenheden. ‘Gevolg is wel dat de bewoners bij elkaar kunnen binnenkijken’, zegt de technisch directeur van Gands.
Op het einde van het woonerf staat een hoger appartementsgebouw met vijf verdiepingen. Daarin zijn 20 grote twee- en drieslaapkamerappartementen ondergebracht. Het flatgebouw heeft een meer luxueuze uitstraling dan de andere gebouwen. De bewoners van die flats - met oppervlaktes van 100 tot 110 vierkante meter - hebben dankzij grote glaspartijen een mooi uitzicht op het park van het nabijgelegen Sint-Gabriëlcollege (en later op een nieuw park dat nu nog in ontwikkeling is). Reden waarom de architecten spreken van ‘parkvilla-appartementen’.
Projectontwikkelaar Gands had aan dat appartementsgebouw liever nog een paar etages toegevoegd, maar slikte die plannen in toen de buurtbewoners zich begonnen te roeren en er verzet dreigde tegen het verrijzen van ‘de torens van Boechout’. Er zullen nog parkvilla’s verschijnen. Want ook de nog te realiseren wooneenheden worden volgens hetzelfde stramien gebouwd: een woonerf met, op het einde, hoger gelegen parkvilla-appartementen.
Allesbehalve beklemmend
De gerealiseerde woningen zijn bijna allemaal verkocht. ‘Negentig procent van de kopers zijn gezinnen of alleenstaanden die eerder ook in Boechout, Mortsel of Edegem woonden, allemaal op hooguit 10 kilometer van hier’, legt Van Eeckhaut uit. ‘In de parkvilla-appartementen wonen nu vooral 65-plussers, omwonenden die hun villa hebben ingeruild voor een flat.’
In een van de rijwoningen laat een bewoonster ons een kijkje nemen. Het huisje heeft een bewoonbare oppervlakte van 160 vierkante meter, met een privatieve tuin van 70 vierkante meter. Toch is het gevoel binnenskamers allesbehalve beklemmend. De weliswaar kleine keuken aan de voorzijde van de woning krijgt toch een ruimtelijk effect omdat er geen laaghangend plafond boven de kookplaten en de keukenkasten hangt. Integendeel, de ruimte loopt door tot op de tweede verdieping.
De eetkamer op de gelijkvloerse verdieping geniet maximaal van de lichtinval dankzij ramen die over de hele breedte van de achtergevel zijn aangebracht en die uitzicht bieden op het kleine tuintje. Op de eerste verdieping is er plek voor een salon. De tweede verdieping herbergt drie slaapkamers.
Ook wanneer we langs de achterkant van de rijwoningen wandelen, blijkt duidelijk dat ‘verdichting’ best aangenaam kan zijn. De rijwoningen beschikken over kleine tuintjes die niet gescheiden zijn door muren, maar door de typisch Kempische ligusterhaagjes. Ook dat verhindert een gevoel van beslotenheid.
Keerzijde is wel dat er weinig ruimte is voor privacy. Wie een hekel heeft aan ‘glurende buren’ is hier aan het verkeerde adres.
De politie, uw vriend
Maar de verdichte bebouwing biedt wel ruimte voor een mooi aangelegd grasperk achter de kleine tuintjes, waarin kinderen naar hartenlust kunnen spelen en waar binnenkort zelfs stenen voor een kampvuur worden aangeleverd. Autoverkeer is daar onmogelijk. Een fietspad is er wel. ‘Maar scholieren die hier te snel zouden fietsen, worden afgeremd door de structuur van de steentjes waarmee het fietspad ligt bezaaid’, zegt Van Eeckhaut.
Vastgoedgids
Hoeveel is uw woning waard?
• Alle prijzen van villa's, huizen, appartementen en bouwgronden in alle 589 Belgische gemeenten
De 'Vastgoedgids' is op 22 april verschenen. Klik hier om de gids (PDF versie) te lezen.
Tot slot is er ook gedacht aan senioren die wat hulp in het huishouden kunnen gebruiken. Aan het toegangsplein bij het begin van de site opende de familie De Voegt residentie Peckius, een gebouw met 24 erkende assistentiewoningen. Eind vorig jaar opende de buurtwinkel Brandtfood er een vestiging.
Het hele project sluit nauw aan op de rest van het levendige dorp. Zo zijn er op de site ook een nieuw politiekantoor en twee crèches die Gands op last van de gemeente liet bouwen (zie getuigenis). Het politiekantoor en de twee kinderopvangplaatsen zijn er gebouwd rond een centrale driehoekige patio. De peuters kijken langs lage ramen binnen in het politiekantoor. Omgekeerd kunnen de lokale agenten de ukjes gadeslaan dankzij hoger aangebrachte ramen. ‘Grappig’, zegt Van Eeckhaut. ‘Zo wordt het motto ‘De politie, uw vriend’ hier van jongs af bijgebracht.’
Wordt de kaart hieronder niet correct getoond? Bekijk ze dan via deze link in uw browser.