Door de zesde staatshervorming krijgen de gemeenschappen en gewesten meer fiscale autonomie. Vanaf het aanslagjaar 2015 bepalen Vlaanderen, Brussel en Wallonië, althans voor een deel, hoeveel personenbelasting u zult betalen.
Het is nog niet duidelijk hoe de gewesten die nieuwe fiscale bevoegdheden zullen concretiseren. Vlaanderen besliste wel al om de woonbonus te beperken, dat is het belastingvoordeel dat u krijgt als u een eigen woning koopt en daartoe een lening afsluit. De nieuwe regels gaan maar in voor wie na Nieuwjaar een woningkrediet laat verlijden voor een notaris.
Ondertussen is het verschil in personenbelasting tussen Vlaanderen, Brussel en Wallonië niet zo groot, blijkt uit een berekening van Sylvie Dumortier, directeur bij PwC.
‘Als we anno 2014 kijken naar de situatie van een gezin met drie kinderen in de diverse regio’s, dan is het verschil in de personenbelasting vooral te wijten aan de gemeentelijke opcentiemen, zegt Dumortier. Een gezin in het Waalse Waterloo betaalt 550 euro minder in de personenbelasting dan wanneer het in Ukkel zou wonen. In Waterloo bedragen de gemeentelijke opcentiemen 5,7 procent. In Ukkel is dat 6 procent, te vermeerderen met een taks van 1 procent opgelegd door de Brusselse agglomeratie.
Gewestelijke verschillen
Naast de personenbelasting betalen we nog een rist andere taksen. Het gaat om belastingen waarvoor de gewesten al langer bevoegd zijn. Denk aan de onroerende voorheffing, dat is een jaarlijkse belasting van de gewesten op inkomsten uit onroerende goederen. Van de drie gemeenten in de vergelijking (zie grafiek) is de onroerende voorheffing het hoogste in Sint-Genesius-Rode in de Vlaamse rand rond Brussel. Vlaanderen kent weliswaar een belastingvermindering toe als het gezin minstens twee kinderbijslaggerechtigde kinderen telt. Maar ook Brussel en Wallonië staan kortingen toe op de onroerende voorheffing. Die worden op een andere manier berekend, wat in de praktijk leidt tot grotere belastingverminderingen.
Herlees de chat met Bart Lombaerts, expert personenbelasting van PwC
Wat een gezin aan onroerende voorheffing betaalt, wordt bovendien en alweer in belangrijke mate bepaald door de gemeenten. Van de onroerende voorheffing gaat maar een miniem deel naar de gewesten. Het gros gaat naar de gemeenten en is afhankelijk van de opcentiemen die elke gemeente afzonderlijk vastlegt.
Voorts betalen Vlamingen vanaf de leeftijd van 26 jaar elk jaar een bijdrage van 25 euro voor de Vlaamse zorgverzekering. Maar in tegenstelling tot de inwoners van het Waals Gewest, moet een Vlaming geen jaarlijkse telecomretributie van 100 euro betalen. Inwoners van Vlaanderen en Wallonië ontsnappen ook aan een huishoudtaks van 89 euro die de Brusselaars te beurt valt.
Als de familie uit ons voorbeeld een kleinere monovolumewagen zou kopen (E5-norm, vermogen van 81 kw, CO2-uitstoot van 105) dan betaalt ze in Vlaanderen drie keer zoveel aan belasting op inverkeersstelling (BIV) dan in het Brussels of het Waals Gewest.
Toch hebben de inwoners van het Vlaams Gewest geen reden tot klagen. Bij de aankoop van een woning betalen zij maar 10 procent registratierechten. In Brussel en Wallonië is dat 12,5 procent. En dat scheelt een slok op de borrel. In Vlaanderen betaalt onze familie bij de aankoop van een woning van 400.000 euro ‘slechts’ 37.500 euro registratierechten tegenover 50.000 euro in Wallonië, een prijsverschil van maar eventjes 12.500 euro.
Door die lagere registratierechten komt de totale belastingfactuur, inclusief personenbelasting, in Vlaanderen 10 procent goedkoper uit dan in Wallonië.
Geen fiscale strafkolonie
‘Vanuit louter fiscaal oogpunt is Vlaanderen voor woningeigenaars de meest aantrekkelijke regio om in te wonen’, zegt Dumortier.
Zal dat veranderen door de overdracht van nieuwe fiscale bevoegdheden naar de gewesten? Het is al bekend dat de Vlaamse regering het voordeel van de woonbonus terugschroeft vanaf 1 januari 2015. Voor een gezin dat de hypotheekakte pas na Nieuwjaar voor een notaris verlijdt, kan dat een verlies betekenen van 1.230 euro per jaar. Over een periode van 10 jaar betekent dat een verlies van 12.300 euro. Daarmee verdampt het voordeel van 12.500 euro dankzij de lagere registratierechten in Vlaanderen in ons voorbeeld.
Of Vlaanderen voor woningbezitters ook fiscaal interessant blijft, is nog koffiedik kijken. Het antwoord hangt af van meerdere factoren. Verlaagt Vlaanderen de registratierechten? En hoe pakken de andere gewesten hun woningbezitters fiscaal aan?
Vlaanderen maakt alvast werk van zijn nieuwe fiscale bevoegdheden. Zo besliste de Vlaamse regering ook al om de bijdrage voor de zorgverzekering te verdubbelen van 25 naar 50 euro. In het Vlaams Gewest wordt de belastingvermindering voor beveiliging van de woning tegen inbraak en brand volledig afgeschaft. Brussel belooft dan weer om de regionale belasting van 89 euro af te schaffen en een einde te maken aan de agglomeratietaks van 1 procent.
Volgens Sylvie Dumortier is het nog te vroeg om te onderzoeken of de nieuwe fiscale bevoegdheden voor de gewesten zullen leiden tot markante verschillen. ‘Een omwenteling valt niet te verwachten. Trouwens, ook het lijstje van mogelijke fiscale ingrepen door de gewesten is redelijk beperkt.’
‘Bovendien mogen de gewesten elkaar op fiscaal vlak niet op een deloyale manier beconcurreren’, zegt Dumortier. Alleen al om die reden is de kans miniem dat Wallonië zal uitgroeien tot een fiscaal paradijs en Vlaanderen wordt herleid tot een fiscale strafkolonie. Of omgekeerd.