De eerste contouren van het bankgeheim situeren zich in de 17de eeuw in Zwitserland, waar het moderne bankwezen tot stand kwam. Tot de vroegste en trouwste klanten van Zwitserse banken behoorden Franse koningen die strikte geheimhouding over hun financiële transacties eisten. In 1713 werd daarom een gedragscode opgesteld die Zwitserse banken verbood om informatie van hun klanten door te spelen.
Toch werd het Zwitserse bankgeheim pas formeel in 1934 met de Zwitserse bankwet. Die wet kwam er niet alleen na een schandaal in Frankrijk, waarbij een parlementslid openbaar maakte dat vooraanstaande Fransen belastingen ontdoken door hun centen in Zwitserland te verbergen. Bovendien werden joden door Duitse nazi’s met de dood bedreigd als ze hun centen op Zwitserse bankrekeningen onderbrachten. De bankwet, die Zwitserse banken verbiedt om informatie te delen met derden, inclusief belastingdiensten, buitenlandse overheden of zelfs Zwitserse autoriteiten, moest aan dergelijke praktijken een einde maken. Het voorbeeld van Zwitserland werd in tal van andere landen gevolgd, waaronder België en zeker ook het Groothertogdom Luxemburg.
Toch creëerde het bankgeheim een belangrijk neveneffect. Heel wat burgers grepen de geheimhouding aan om hun centen in het buitenland onder te brengen en op die manier te ontsnappen aan het oog van de fiscus. Een goed voorbeeld daarvan is de zogenaamde Belgian dentist. Die symbolische naam werd toebedeeld aan de Belg die zijn coupons - vaak met de trein - in Luxemburg belastingvrij ging innen en die inkomsten vervolgens ‘vergat’ aan te geven in de belastingaangifte. Daarmee streek hij de coupons op zonder roerende voorheffing te betalen. Heel wat recente maatregelen hebben echter die couponnetjestrein tot stilstand gebracht.
Een belangrijke stap werd gedaan met de Europese spaarrichtlijn van 2005. De richtlijn voorzag in een informatie-uitwisseling tussen Europese landen telkens als een buitenlander in een Europees land zijn spaarinkomsten opstreek. Enkel België, Oostenrijk en Luxemburg hielden initieel vast aan het bankgeheim en weigerden gegevens uit te wisselen. In ruil daarvoor hanteerden ze wel een bronheffing. Intussen is België ook al overgegaan tot gegevensuitwisseling en beslisten Oostenrijk en Luxemburg enkele weken geleden dat ze begin 2015 zullen volgen. Europees commissaris voor Fiscaliteit Algirdas Semeta kondigde in juni bovendien een aanzienlijke uitbreiding van de automatische gegevensuitwisseling tussen belastingdiensten aan. Vanaf 2015 wil hij dat tussen de Europese lidstaten niet alleen de spaarinkomsten, maar álle inkomstengegevens worden uitgewisseld.
Dat de druk op het bankgeheim de voorbije jaren stevig werd opgevoerd, is het gevolg van twee fenomenen. Ten eerste vereist de jacht op terroristen een (gedeeltelijke) opheffing van het bankgeheim. Ten tweede leidden de gevolgen van de financiële crisis tot een stevige strijd tegen het zwart geld. De redenering daarachter is vrij duidelijk: als belastingbetalers zo zwaar worden aangesproken om de crisis mee te betalen, dan zou het immoreel zijn om fraudeurs buiten schot te laten. Een tekenend voorbeeld daarvan is de strijd die de VS sinds 2009 tegen Zwitserse banken voeren. Meerdere Zwitserse banken hielpen Amerikanen om hun centen af te schermen van de Amerikaanse fiscus. De Amerikaanse druk deed Zwitserland onlangs overstag gaan om hun strikte bankgeheim (gedeeltelijk) los te laten.
De verbrokkeling van het bankgeheim heeft niet alleen betrekking op gegevensuitwisseling tussen landen. Ook binnen het eigen land krijgt de fiscus steeds meer instrumenten om de strijd tegen fraude te voeren. In België werd het bankgeheim, of beter de discretieplicht van banken, al in 2011 versoepeld. Een wet gaf de fiscus twee nieuwe toegangsdeuren om informatie van een belastingplichtige, onder voorwaarden, op te vragen bij een bank. Voorts komt er vanaf 2014 een centraal aanspreekpunt bij de Nationale Bank dat alle bankrekeningnummers van Belgen zal centraliseren.
Ook op andere vlakken worden de mazen van het net gedicht. Zo moeten Belgische belastingplichtigen voortaan in hun belastingaangifte niet alleen aangeven of ze over een buitenlandse rekening beschikken, ze moeten ook aangeven of ze al dan niet in het bezit zijn van een buitenlandse levensverzekering.
Lees alle afleveringen op www.netto.be/wereldgeld